Uitspraak Nº C/01/284353 / HA ZA 14-729. Rechtbank Oost-Brabant, 2016-09-28

ECLIECLI:NL:RBOBR:2016:5315
Date28 Septiembre 2016
Docket NumberC/01/284353 / HA ZA 14-729

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

zaaknummer / rolnummer: C/01/284353 / HA ZA 14-729

Vonnis van 28 september 2016

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

SOLI INFRATECHNIEK BV,

gevestigd te 's-Hertogenbosch,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. B. Martens te 's-Hertogenbosch,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde] ELEKTROTECHNIEK B.V.,

gevestigd te Veldhoven ,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. J.P.A. Jansen te 's-Hertogenbosch.

Partijen zullen hierna Soli en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 26 november 2014

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 13 maart 2015 en de daarin genoemde stukken

  • -

    de conclusie van repliek in conventie

  • -

    de conclusie van dupliek in conventie

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

[gedaagde] drijft een onderneming die zich bezighoudt met aanneming, aanleg, installatie, beheer en onderhoud van telecom-netwerken, waaronder glasvezel. Soli houdt zich bezig met aanleg van elektriciteits- en telecomkabels. Zowel [gedaagde] als Soli hebben in het verleden zaken gedaan met E.J.T. het Adviesbureau B.V. (hierna: “EJT”), een onderneming die zich eveneens heeft beziggehouden met (begeleiding van) de aanleg van glasvezelnetwerken.

2.2.

[gedaagde] heeft in 2012 met opdrachtgeefster Reggefiber een overeenkomst van aanneming gesloten met betrekking tot de aanleg van een glasvezelnetwerk in de gemeente Bergeijk. Bij overeenkomst van 28 juni 2012 heeft [gedaagde] als hoofdaannemer met EJT als onderaannemer een overeenkomst gesloten (hierna: “de overeenkomst van onderaanneming”) waarmee zij een deel van de opdracht van Reggefiber aan EJT heeft uitbesteed. Het door EJT aan te leggen gedeelte van het glasvezelnetwerk zal hierna “het glasvezelnetwerk” genoemd worden. De overeenkomst van onderaanneming was een zogenaamde “back to back-overeenkomst” ten opzichte van de overeenkomst tussen [gedaagde] en Reggefiber, inhoudende dat aan het werk van EJT dezelfde eisen werden gesteld als die welke Reggefiber aan het werk stelde in haar overeenkomst met [gedaagde] .

2.3.

EJT heeft (een deel van) de werkzaamheden voor de aanleg van het glasvezelnetwerk uitbesteed aan Soli.

2.4.

De overeenkomst van onderaanneming voorzag in de aansluiting, dan wel de voorbereiding tot toekomstige aansluiting, van in totaal 3071 woningen. Voor iedere woning die werd aangesloten of waarvoor een aansluiting werd voorbereid, is tussen [gedaagde] en EJT een vaste prijs afgesproken. [gedaagde] heeft bij aanvang van het werk een aanbetaling gedaan ter grootte van 10% van de totale prijs voor het voorziene aantal woningen (“de aanvangstermijn”). Naarmate het werk vorderde, factureerde EJT voor iedere aansluiting die zij in de betreffende periode had gerealiseerd of voorbereid 80% van de overeengekomen prijs (“voortgangstermijnen”). Tot slot zou nog een laatste termijn van 10% van de totale prijs worden betaald (“de slottermijn”).

2.5.

De overeenkomst van onderaanneming bevatte met betrekking tot de wijze van facturatie door EJT aan [gedaagde] voorts de volgende bepalingen:

“4. BETALINGEN

Uw factuur met betrekking tot uitgevoerde werkzaamheden dient te allen tijde vergezeld te gaan met de [gedaagde] B.V. opdrachtbevestiging. Uw factuur dient duidelijk het nummer van de opdracht bevestiging te vermelden. Zonder opdrachtbevestiging wordt de factuur niet in behandeling genomen.

Met ingang van 1 juli 1982 is de Weten Keten Aansprakelijkheid (WKA) van kracht op alle leveringen en onderaannemingen met een loonkostenbestanddeel. U bent verplicht om aan het einde van iedere week opgave te doen van de namen van de door u te werk gestelde personen (per categorie) inclusief de gewerkte uren.

Bij betaling zal gebruik worden gemaakt van een zogenaamde G-rekening. Bij de factuur een wordt gedaan van de namen van personen op een manurenstaat met vermelding van het Sofi-nummer per werknemer. 30% van de factuur wordt overgemaakt op uw G-rekening.

Deze overeenkomst wordt van kracht indien [gedaagde] BV in het bezit is gekomen van uw navolgende gegevens, te weten:

 Een uittreksel van de inschrijving van kamer van koophandel.

 Het stamnummer van de loonbelasting van uw bedrijf.

 Een recente verklaring omtrent uw betalingsgedrag van de sociale lasten en loonbelasting.

 Een kopie van uw G-rekeningovereenkomst met uw bank.”

en

“7. OVERIGE CONDITIES

o Prijzen : Netto, in Euro’s, exclusief B.T.W.

o Werkzaamheden : Franco werk.

o Garantie : Conform besteksvoorwaarden en/of conform ALIB

o Oplevering : in overleg met de project manager

o Facturering : na oplevering/na geaccordeerde productie voortgangsstaten.

o Betaling : 45 dagen na factuurdatum”

2.6.

De overeenkomst van onderaanneming bevat op pagina 4 de volgende bepaling:

Kwaliteit

o (…)

o (…)

o Alle metingen (incl. HAS) uitvoeren d.m.v. ODTR (met gekalibreerde voor- en naspan haspel) en deze registreren.

o Onderaannemer moet aantonen dat de kwaliteit van het uitgevoerd werk is behaald.

o Hoofdaannemer neemt in samenwerking met de onderaannemer steekproeven betreffende de geleverde kwaliteit.

o Kwaliteit uitgevoerd werk is perfect in de ruimste zin van het woord.”

2.7.

[gedaagde] heeft enkele facturen van EJT, met nummers 20120036, 20120038, 20130039 en 20130014, gedeeltelijk onbetaald gelaten. [gedaagde] heeft de facturen van EJT met nummers 20130010, 20130021, 20130024, 20130027, 20130028, 20130029, 20130032, 20130039, 20130040, 20130041 en 20130041(2) geheel onbetaald gelaten.

2.8.

Op 16 mei 2013 en 5 juni 2013 is door verschillende schuldeisers van EJT, waaronder Soli, ten laste van EJT conservatoir beslag gelegd onder [gedaagde] . Op 11 juli 2013 is aan EJT voorlopige surseance van betaling verleend. Op 13 augustus 2013 is EJT in staat van faillissement verklaard.

2.9.

Op 14 augustus 2013 heeft [gedaagde] het glasvezelnetwerk aan Reggefiber opgeleverd.

2.10.

Als gevolg van het faillissement van EJT zijn facturen van Soli aan EJT tot een bedrag van € 301.765,59 onbetaald gebleven.

2.11.

Een van de activa in de failliete boedel van EJT was een (pretense) vordering op [gedaagde] , gebaseerd op de facturen die EJT in het kader van de overeenkomst van onderaanneming aan [gedaagde] had gezonden en die door [gedaagde] betwist en onbetaald gelaten werden. Soli heeft deze pretense vordering op [gedaagde] bij akte van 14 februari 2014 van de curator van EJT gekocht. Van de cessie van de vordering is aan [gedaagde] mededeling gedaan bij brief van 24 februari 2014.

2.12.

Soli en [gedaagde] hebben over de vordering gecorrespondeerd. Op 25 juli 2014 en 05 augustus 2014 heeft de raadsman van Soli [gedaagde] gesommeerd tot betaling van de facturen van EJT en aanspraak gemaakt op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten.

3 Het geschil De vordering in conventie
3.1.

Soli heeft bij dagvaarding gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad:

1. primair: veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 601.496,54, vermeerderd met de wettelijke (handels-) rente vanaf de vervaldata van de verschillende facturen;

2. subsidiair: veroordeling tot betaling van € 590.083,65, vermeerderd met de wettelijke (handels-) rente vanaf de vervaldata van de verschillende facturen;

3. meer subsidiair: veroordeling tot betaling van een in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met rente;

4. alles met veroordeling van [gedaagde] tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten ad € 20.967,61, althans € 19.992,64, althans € 19.590,25 dan wel te begroten op 2 punten van het toepasselijke liquidatietarief;

5. met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure, vermeerderd met rente en de nakosten.

3.2.

Bij gelegenheid van haar conclusie van repliek in conventie heeft Soli haar eis verminderd. Na eiswijziging vordert zij – uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [gedaagde] tot (primair) betaling van € 591.612,58, althans (subsidiair) € 590.083,65 althans (meer subsidiair) een in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de hierboven benoemde rente en kosten.

3.3.

Soli legt aan haar vordering ten grondslag dat zij als gevolg van cessie gerechtigd is om van [gedaagde] al hetgeen te innen wat EJT in verband met de aanleg van het glasvezelnetwerk van [gedaagde] te vorderen heeft. Soli kan aldus aanspraak maken op voldoening van de facturen die door EJT zijn uitgebracht en door [gedaagde] geheel of gedeeltelijk onbetaald gelaten zijn. Om de geschilpunten met [gedaagde] te beperken, heeft Soli haar vordering niet zonder meer gelijkgesteld aan het totaalbedrag van de openstaande facturen, maar aansluiting gezocht bij een overzicht van openstaande posten uit de administratie van [gedaagde] . Voorts heeft zij enkele door [gedaagde] betwiste bedragen vrijwillig op haar vordering in mindering gebracht.

Het verweer in conventie

3.4.

[gedaagde] voert tegen de vordering van Soli vijf verweren aan. Ten eerste stelt [gedaagde] zich op het standpunt dat de door EJT gefactureerde bedragen niet opeisbaar zijn. Er is niet voldaan aan de voorwaarden die volgens de overeenkomst van onderaanneming vervuld moeten zijn alvorens EJT aan [gedaagde] zou mogen factureren.
Ten tweede beroept [gedaagde] zich op verrekening van een eigen vordering op EJT met hetgeen zij eventueel aan Soli te betalen zou hebben. Daartoe voert [gedaagde] aan dat EJT in verzuim is komen te verkeren en dat [gedaagde] haar recht op nakoming van de overeenkomst van onderaanneming - garantieverplichtingen daaronder begrepen - bij brief van 11 juni 2013 heeft omgezet in een recht op vervangende...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT