Uitspraak Nº C/01/349498 / KG ZA 19-510. Rechtbank Oost-Brabant, 2019-10-10

ECLIECLI:NL:RBOBR:2019:5859
Docket NumberC/01/349498 / KG ZA 19-510
Date10 Octubre 2019

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

zaaknummer / rolnummer: C/01/349498 / KG ZA 19-510

Vonnis in kort geding van 10 oktober 2019

in de zaak van

[eiseres] ,

wonende te [woonplaats],

eiseres,

advocaat mr. M.A.G. van der Burgt te Amsterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ROTATE B.V.,

gevestigd te Eindhoven,

gedaagde,

advocaat mr. D.L.A. van Voskuilen te Rotterdam.

Partijen zullen hierna [eiseres] en Rotate genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 16 augustus 2019 met 13 producties

  • -

    de brief van mr. Van der Burgt van 19 september 2019 met aanvullende producties 14 tot en met 18

  • -

    de brief van mr. Van der Burgt van 24 september 2019 met aanvullende productie 19

  • -

    de brief van mr. Van Voskuilen van 25 september 2019 met producties 1 tot en met 14

  • -

    de mondelinge behandeling op 26 september 2019

  • -

    de pleitnota van [eiseres]

  • -

    de pleitnota van Rotate.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

2 De feiten
2.1.

Rotate heeft een franchiseorganisatie op het gebied van de ontwikkeling, verkoop, invoering en uitvoering van management programma’s, cursussen en trainingen. Deze cursussen en trainingen betreffen voornamelijk het aanleren van vaardigheden in communicatie, verkoop en management.

2.2.

Op 1 augustus 2016 heeft [eiseres] met Rotate een franchiseovereenkomst gesloten (hierna: de overeenkomst). De overeenkomst is aangegaan voor de bepaalde tijd van 8 jaar, ingaande op 1 september 2016 tot 1 september 2024.

2.3.

[eiseres] was vóór het aangaan van de overeenkomst op freelance basis werkzaam bij de Rabobank als controller voor vier dagen in de week, tegen een maandelijkse vergoeding van € 8.000,00, exclusief btw.

2.4.

Voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst heeft [eiseres] gesprekken gevoerd met twee leidinggevenden binnen Rotate, de heren [naam leidinggevende 1] en [naam leidinggevende 2], is haar Franchise Informatie delen 1 en 2 ter beschikking gesteld en is een assessment afgenomen bij [eiseres].

2.5.

[eiseres] heeft een ondernemingsplan opgesteld, dat zij heeft besproken met de heer [naam leidinggevende 1]. Het ondernemersplan bevatte onder meer een door [eiseres] opgestelde prognose. Deze ging uit van een omzet uit arbeid in het eerste jaar van € 90.000,00, in het tweede jaar van € 140.000,00 en in het derde jaar van € 190.000,00. [eiseres] heeft deze resultaten niet gerealiseerd.

2.6.

In de aan [eiseres] verstrekt Franchise Informatie deel 2 is op pagina 7 het volgende vermeld:

“Het is algemeen bekend dat in de eerste jaren van een startende onderneming de omzet progressief toeneemt.

Ook bij onze organisatie is dit het geval. Trainers die het door ons omschreven profiel voldoen en een sterke “ondernemingsgeest” en “hoge inzet” tonen, overschrijden in de praktijk vaak de minimum omzetten. Hierop zijn de hieronder vermelde omzetprognoses gebaseerd. De minimale omzetten dienen ieder contractjaar gerealiseerd te worden. (…)

Omzetprognoses Minimale omzet

1e contractjaar Eur. 90.000 Eur 47.500,00

2e contractjaar Eur 120.000 Eur 97.500.00

3e contractjaar Eur 175.000 Eur 138.000,00”

2.7.

De door de franchisenemer te betalen fee wordt gebaseerd op de werkelijk gerealiseerde omzet, maar wordt tenminste over de minimale omzet berekend. In het eerste jaar wordt een fee berekend van 28 %.

2.8.

De overeenkomst tussen partijen kent de volgende - voor zover hier van belang zijnde - bepalingen:

Gevolgen van beëindiging

(…)

13.5

Bij tussentijdse beëindiging c.q. ontbinding van de onderhavige overeenkomst is franchisenemer aan franchisegever verschuldigd een bedrag gelijk aan 2x het minimale feebedrag dat geldt voor het jaar waarin de overeenkomst ontbonden of beëindigd wordt. Dit bedrag wordt per datum opzegging c.q. ontbinding onmiddellijk, van rechtswege en integraal opeisbaar, onverminderd het recht van franchisegever om van franchisenemer daarnaast onder meer de boetes en (overige) (schade)vergoeding(en) te vorderen die het gevolg zijn van opzegging c.q. ontbinding.

(…)

Geheimhoudings-, non concurrentie- en relatiebeding

(…)

14.3.

Het is franchisenemer verboden in een periode van 2 jaar na beëindiging van onderhavige overeenkomst, direct of indirect betrokken te zijn bij of belang te hebben bij de ontwikkeling, advisering, verkoop en/of implementatie van artikelen gelijk of gelijksoortig aan die als omschreven in de considerans en in art. 1.2 en 7.2 van de overeenkomst, in der ruimste zin des woords, binnen Nederland.

14.4.

Het is franchisenemer zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van franchisegever niet toegestaan om binnen twee jaren na beëindiging van deze overeenkomst contacten te onderhouden met klanten van franchisegever en van de tot haar franchiseorganisatie behorende trainer. Het is franchisenemer verboden om binnen twee jaren na beëindiging van de franchiseovereenkomst op welke wijze dan ook, direct of indirect, zelfstandig, in dienstbetrekking of anderszins, voor zichzelf of voor een derde, met of zonder vergoeding of beloning:

- contact op te nemen of te hebben of te onderhouden met de klanten van franchisegever of van de tot haar franchiseorganisatie behorende trainers, zoals die op de datum beëindiging franchiseovereenkomst stonden geregistreerd in de relatiedatabase van franchisegever,

- voor alle klanten werk verrichten c.q. producten of diensten aan te bieden, te leveren of te doen c.q. laten aanbieden/verrichten/leveren

(…)”

2.9.

[eiseres] heeft volgens haar eigen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT