Uitspraak Nº C/02/353561 / HA RK 18-254. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2019-01-22
ECLI | ECLI:NL:RBZWB:2019:193 |
Date | 22 Enero 2019 |
Docket Number | C/02/353561 / HA RK 18-254 |
Court | Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland) |
beschikking
RECHTBANK DEN HAAGZittingsplaats Middelburg
Wrakingskamer
Procedurenummer: C/02/353561 / HA RK 18-254
Beslissing van 22 januari 2019 inzake het wrakingsverzoek ex artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van:
[verzoeker] ,
wonende, althans verblijvende te [woonplaats] ,
hierna te noemen verzoeker,
gemachtigde [gemachtigde] .
Het verloop van de procedure blijkt onder meer uit:
- het op 19 december 2018 van verzoeker ingekomen wrakingsverzoek gericht tegen
mr. Sinack, in zijn hoedanigheid van rechter in deze rechtbank en belast met de behandeling van de hierna te noemen zaak;
-
-
de processtukken zoals opgenomen in het procesdossier van die zaak, en
-
-
de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek door de wrakingskamer op 15 januari 2018, waarbij zijn verschenen [gemachtigde] en mr. Sinack.
Het verzoek strekt tot wraking van mr. Sinack, voornoemd, hierna te noemen de rechter, belast met de behandeling van het door verzoeker ingestelde beroep en verzoek in de asielprocedure met procedurenummers NL18.22044 en NL18.22045.
De rechter berust niet in het verzoek tot zijn wraking.
Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 19 november 2018 waarbij zijn asielaanvraag is afgewezen. Voorts heeft hij een voorlopige voorziening gevraagd betreffende een verbod tot uitzetting tot 4 weken na de beslissing op het beroepschrift.
Nadat op 19 december 2018 de mondelinge behandeling had plaatsgevonden betreffende voornoemd beroep en verzoek is namens verzoeker een verzoek tot wraking van de rechter ingediend. Dit verzoek vermeldt, kort samengevat, de navolgende gronden:
-
-
door verzoeker is ter zitting aangevoerd dat hij als homoseksueel in Italië in een zogenaamde SPRAR-locatie opgevangen behoort te worden, waarmee hij aanvoert kwetsbaar te zijn. De rechter reageerde hierop met de opmerking: “niet iedere homoseksueel wil dat.” Met die opmerking werd de suggestie gewekt dat de rechter dat een lastig argument vindt dat hij liever niet wilde horen.
-
-
nadat verzoeker bepleitte dat hij als kwetsbaar behoort te worden aangemerkt omdat hij in Nederland als gevolg van mensenhandel het slachtoffer is geworden van seksueel geweld, reageerde de rechter door op te merken dat hij hiervan geen slachtoffer is geworden. Hoewel de rechter zijn...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT