Uitspraak Nº C/03/262506 / KG ZA 19-149. Rechtbank Limburg, 2019-06-06
ECLI | ECLI:NL:RBLIM:2019:5290 |
Docket Number | C/03/262506 / KG ZA 19-149 |
Date | 06 Junio 2019 |
vonnis
RECHTBANK LIMBURGBurgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/262506 / KG ZA 19-149
Vonnis in kort geding van 6 juni 2019
in de zaak van
[eiseres] ,
wonend te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. K.J.C. van Bekkum;
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZIGGO B.V.,
gevestigd te Maastricht,
gedaagde,
advocaat mr. J.P. Folkertsma.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Ziggo genoemd worden.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
-
de dagvaarding;
-
-
de mondelinge behandeling;
-
-
het faxbericht van 23 mei 2019 van [eiseres] .
Ten slotte is vonnis bepaald.
Bij vonnis van 11 april 2012 van de kantonrechter, locatie Heerlen, van deze rechtbank, is [eiseres] veroordeeld tot betaling aan Ziggo van een bedrag van € 575,65, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 489,65 vanaf 29 februari 2012 tot de dag van voldoening, een en ander een bedrag van € 25.000,-- niet te bovengaand. Verder is [eiseres] in dat vonnis veroordeeld tot betaling van de proceskosten, begroot op € 620,17.
Op basis van dit vonnis heeft Ziggo op 12 maart 2019 onder Oranjeflex B.V., gevestigd te Rotterdam, executoriaal derdenbeslag laten leggen op alle gelden, geldswaarden, vorderingen en/of roerende zaken die geen registergoederen zijn, die Oranjeflex B.V. onder zich heeft en/of uit een reeds nu bestaande rechtsverhouding zal of mocht verkrijgen, onder haar berusting heeft en/of mocht krijgen ten behoeve van [eiseres] .
[eiseres] stelt dat een rechtsgeldige overbetekening van het derdenbeslag niet heeft plaatsgevonden. Deze betekening heeft plaatsgevonden aan het adres [adres 1] , [plaats 1] , doch aan dat adres is [eiseres] , naar hij stelt, nooit woonachtig geweest. De overbetekening heeft niet binnen acht dagen na het derdenbeslag plaatsgevonden en is derhalve op grond van het bepaalde in artikel 475 Rv nietig. [eiseres] stelt pas kennis te hebben genomen van het derdenbeslag, toen zijn werkgever hem hiervan in kennis had gesteld.
Voorts stelt [eiseres] dat de vordering op basis waarvan het vonnis is gewezen betrekking heeft op een overeenkomst ter zake levering van internetdiensten en telefonie aan het adres [adres 2] , [plaats 1] . Aan dat adres, dat volgens [eiseres] niet meer bestaat, is hij volgens...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT