Uitspraak Nº C/03/282508 / HA ZA 20-460. Rechtbank Limburg, 2020-12-23

ECLIECLI:NL:RBLIM:2020:10166
Date23 Diciembre 2020
Docket NumberC/03/282508 / HA ZA 20-460

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Roermond

zaaknummer / rolnummer: C/03/282508 / HA ZA 20-460

Vonnis in incident en in de hoofdzaak van 23 december 2020

in de zaak van

[eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident] ,

wonende te [woonplaats] ,

eiser in de hoofdzaak,

verweerder in het incident,

advocaat mr. M. Struik te Veldhoven,

tegen

de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid

WILDBEHEEREENHEID GRAAFSCHAP KESSEL-BAARLO,

gevestigd te Peel en Maas,

gedaagde in de hoofdzaak,

eiseres in het incident,

advocaat mr. W.J. Liebrand te Oss.

Partijen worden hierna [eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident] en WBE Kessel-Baarlo genoemd.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 3 september 2020 met producties 1 tot en met 8;

  • -

    de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring met producties 1 tot en met 10;

  • -

    de incidentele conclusie van antwoord met productie 9.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2 Het geschil in de hoofdzaak
2.1.

In de hoofdzaak vordert [eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident] , samengevat, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

  1. te verklaren voor recht dat [eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident] lid is van WBE Kessel-Baarlo en/of dat het lidmaatschap van [eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident] van WBE Kessel-Baarlo niet is geëindigd met het eindigen van het lidmaatschap van [eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident] van jagersvereniging Hubertus-Baarlo;

  2. WBE Kessel-Baarlo te verplichten om [eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident] in staat te stellen zijn lidmaatschapsrechten uit te oefenen, onder verbeurte van een dwangsom;

  3. WBE Kessel-Baarlo te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, vermeerderd met rente.

2.2.

[eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident] legt - samengevat - aan zijn vordering ten grondslag de stelling dat zijn lidmaatschap van WBE Kessel-Baarlo niet is geëindigd op het moment dat zijn lidmaatschap stopte van jagersvereniging Hubertus-Baarlo.

2.3.

WBE Kessel-Baarlo voert verweer.

in het incident

2.4.

In het incident vordert WBE Kessel-Baarlo dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart. WBE Kessel-Baarlo grondt haar vordering op artikel 5 lid 5 van de statuten van de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (hierna: KNJV), waarin het volgende arbitragebeding is opgenomen:

“5. Geschillen met betrekking tot:

  1. het lidmaatschap (waaronder toetreding) van een wildbeheereenheid;

  2. inbraak zoals omschreven in de statuten en reglementen van een wildbeheereenheid;

  3. de begrenzing van het werkgebied van wildbeheereenheden;

  4. andere door het bestuur van de Stichting Geschillenafhandeling Landelijke Jagersverenigingen bepaalde geschillen

worden ter beslechting voorgelegd aan genoemde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT