Uitspraak Nº C/05/317601 / HZ ZA 17-145. Rechtbank Gelderland, 2018-04-25

ECLIECLI:NL:RBGEL:2018:1806
Date25 Abril 2018
Docket NumberC/05/317601 / HZ ZA 17-145
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Zutphen

zaaknummer / rolnummer: C/05/317601 / HZ ZA 17-145

Vonnis van 25 april 2018

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

KNOWFORT TECHNOLOGIES B.V.,

gevestigd te Heerlen,

eiseres,

advocaat mr. J.J. Kappert te Amersfoort,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

WIM BOSMAN LOGISTIC SERVICES GELEEN B.V.,

gevestigd te 's-Heerenberg,

gedaagde,

advocaat mr. R. Evers te Zwolle.

Partijen zullen hierna Knowfort en Wim Bosman B.V. genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 14 juni 2017

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 16 januari 2018

  • -

    het rolbericht van Knowfort waarin zij haar incidentele vordering ex artikel 843a Rv handhaaft

  • -

    de antwoordakte in de hoofdzaak tevens antwoordakte in het 843a-incident van Wim Bosman B.V.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

Knowfort houdt zich bezig met het ontwikkelen van innovatieve technologieën en het verkrijgen van licenties daarop. Knowfort was een onderdeel van het DSM-concern.

2.2.

Wim Bosman B.V. verricht onder andere transport-, expeditie- en magazijnactiviteiten. Voor die laatste activiteit huurde Wim Bosman B.V. (onder andere) een opslagloods, hierna: de loods, op het voormalige DSM-terrein te Geleen, het zogeheten Chemelot terrein.

2.3.

Knowfort heeft regelmatig goederen aan Wim Bosman B.V. in bewaring gegeven die, tegen een vergoeding, werden opgeslagen in de loods. Eigenaar van de loods, en derhalve ook de verhuurder van Wim Bosman B.V., was Sitech Site Services B.V., hierna: Sitech. Het onderhoud aan de loods werd door Sitech uitbesteed aan AAFM Facility Management B.V., hierna: AAFM.

2.4.

Op 28 oktober 2015 heeft een door AAFM ingeschakeld bedrijf, Verkoelen Bitumineus en Folietechniek Weert B.V., hierna: Verkoelen, per e-mail (productie 2 bij conclusie van antwoord) aan Wim Bosman B.V. laten weten werkzaamheden aan het dak van de loods te gaan uitvoeren. Verkoelen schrijft in de e-mail onder andere:

(...)

Maandag a.s. 2 november starten wij met de renovatie van het boven dak.

Als eerste transport van de dak materialen met mobiele torenkraam.

(…)

Aansluitend wordt dan gestart met het dak in de veiligheid te zeten.

Mochten er nog zaken zijn die u op voorhand wilt doorgeven, hoor ik deze graag.

(…)

2.5.

Op 8 november 2015 heeft Knowfort een partij demomateriaal, naar zij stelt betrof het innovatieve verpakkingsfolie, ter opslag in de loods aan Wim Bosman B.V. in bewaring gegeven.

2.6.

Op 9 november 2015 zijn door Verkoelen renovatiewerkzaamheden aan het dak van de loods verricht. De werkzaamheden van Verkoelen bestonden uit het aanbrengen van twee nieuwe lagen dakbedekking. Twee dakdekkers van Verkoelen, [Werknemer 1] (hierna: [Werknemer 1]) en [Werknemer 2] (hierna: [Werknemer 2]), hebben de werkzaamheden op het dak van de loods uitgevoerd. Daarbij is door hen onder andere met open vuur gewerkt.

2.7.

Op 9 november 2015, omstreeks 12.00 uur, is de loods door brand vrijwel geheel verwoest. Alle in de loods opgeslagen goederen, ook die van Knowfort, zijn daarbij verloren gegaan.

2.8.

Diverse door de brand getroffen partijen hebben onderzoeken laten verrichten naar de oorzaak van de brand, de omvang van de schade en dergelijke. Expertisebureau Groenendijk B.V., hierna: Groenendijk, heeft in opdracht van (de verzekeraar van) Wim Bosman B.V. 11 dagen na de brand een rapport opgesteld (productie 8 bij dagvaarding) ter bepaling van de omvang van de schade. Voorts is in opdracht van Groenendijk, namens de verzekeraar van Wim Bosman B.V., door Pinkerton een onderzoek verricht naar de toedracht van de brand. Dit heeft geresulteerd in een 117 pagina’s tellend onderzoeksrapport, overgelegd als productie 3 bij conclusie van antwoord. Pinkerton heeft in haar rapport mede gebruik gemaakt van getuigenverklaringen, vastgelegd in de processen-verbaal in een voorlopige getuigenverhoor dat heeft plaatsgevonden bij de Rechtbank Limburg. Het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor was gedaan door diverse door de brand getroffen partijen, waaronder ook Wim Bosman B.V. Deze processen verbaal zijn door Knowfort als productie 17 overgelegd.

2.9.

In het Pinkerton-rapport worden (onder meer) de volgende conclusies getrokken.

Op pagina’s 108 en 109:

VASTSTELLING NA HET TECHNISCH ONDERZOEK

(…)

  • -

    In de periode voorafgaand aan de brand waren er geen storingen in de elektrische installatie.

  • -

    Na het afgaan van het brandalarm bleef de verlichting in het gebouw normaal functioneren.

  • -

    Tijdens het technisch onderzoek zijn geen componenten van de elektrische installatie- of daarop aangesloten apparaten aangetroffen met sporen die een technische oorzaak voor het ontstaan van de brand zouden doen verklaren, zoals elektromotoren van ventilatoren, lampen en elektriciteitsbedrading.

(...)

  • -

    De toppen van de bomen ter hoogte van de zuidoost hoek van de hoogbouw waren meer door vuur aangetast dan de bomen verder verwijderd van deze plaats. De mate van aantasting nam vanaf die plaats naar beiden zijden af.

  • -

    Het bovenste deel van de oostelijke zijwand, grenzend aan de zuidoost hoek, was aan de bovenzijde meer door vuur aangetast dan aan de onderzijde.

(…)

Gezien het aangetroffen brandbeeld op de dag na de brand, het verschroeien van de boomtoppen aan de andere kant van de doorgaande weg en de getuigenverklaringen, is de brand zeer waarschijnlijk geïnitieerd (ontstaan) in de zuidoost hoek van het dak van de hoogbouw, in de dakrand.
Dat is ook de plaats waar de brand zich voor het eerst heeft geopenbaard (zichtbaar is geworden).

Op pagina’s 112 tot en met 114:

M.b.t. Verkoelen

  • -

    [Werknemer 2] heeft verklaard dat hij en [Werknemer 1] geen van beiden geschoolde brandwachten zijn, maar wel bekend zijn met de werking van de aanwezige blusmiddelen.

  • -

    Voorafgaand aan het tijdstip van de ontdekking van de brand zijn door zowel [Werknemer 2] als [Werknemer 1] dakdekkerswerkzaamheden uitgevoerd met gebruikmaking van een brander. Hierbij is het dak ook met een brander gedroogd (‘droogbranden’)

(…)

  • -

    [Werknemer 2] en [Werknemer 1] verklaren vrij precies over hun werkzaamheden tot 9.30 uur. Daarna weten zij het niet meer exact. Zij verklaren na de schaft niet meer te hebben gebrand. Hun verklaringen daarover zijn in strijd met de verklaringen van de heren Den Hoet en Bronkhorst. Het is onaannemelijk dat na de schaft niet meer is gebrand.

  • -

    (….) verklaarde [Werknemer 2] dat zij ook open vuur hadden gebruikt om het dakvlak droog te stoken.

(…)

Gezien het vorenstaande hebben de dakdekkers van de firma Verkoelen gehandeld in strijd met de norm NEN6050 m.b.t.:
> Het branden (met open vuur) van de toplaag rond de dakdoorvoer in de zuid-oost hoek
> Het branden (met open vuur) binnen een zone van 750mm van de dakrand en de dakopstand
> Het branden (met open vuur) binnen een zone van 750mm van de lichtstraat

  • -

    Over de brandbaarheid van EPS is eerder in dit verslag uitgebreid gerapporteerd. Wanneer een dakdekker bij zijn werkzaamheden sporen en/of restanten van EPS aantreft, dienen bij hem direct alle ‘alarmbellen’ af te gaan.

  • -

    Van een dakdekker mag worden verwacht dat hij dat materiaal, soms ook wel ‘witte benzine’ genoemd, herkent en zich bewust is van de enorme risico’s bij het gebruik van open vuur.

(…)

  • -

    [Werknemer 2] (…) verklaarde (…) dat [Werknemer 1] langs de dakrand had gebrand en hijzelf de toplaag had gebrand bij de lichtstraat, terwijl de kap van de lichtstraat er nog op zat.

  • -

    Dit is in strijd met hetgeen is bepaald in de normering NEN 6050, ten aanzien van het werken met open vuur bij dakopstanden met plaat- of schubvormige afwerking.

(…)

 (…) (…) In strijd met de SBR publicatie is door [Werknemer 2] en [Werknemer 1] de installatie op het dak niet uitgezet.

M.b.t. de oorzaak van de brand

  • -

    Ten tijde van het tijdstip van de ontdekking van de brand door de dakdekkers, en het afgaan van het brandalarm in gebouw G132-100, was er geen vuur in het gebouw, maar wel op het dak.

  • -

    Voorafgaand aan de brand is door de dakdekkers van Verkoelen een hoeveelheid water verwijderd van de plaats waar zij werkzaamheden moesten uitvoeren. Dat water is volgens hen verwijderd met een waterpomp waarna het vochtige vlak is ‘drooggebrand’ met gebruikmaking van open vuur.

  • -

    Verder is voorafgaand aan de brand door de dakdekkers van Verkoelen met open vuur gewerkt in de dakrand en bij de opstand van de lichtstraat.

  • -

    Verder is door de dakdekkers met open vuur gewerkt binnen 750mm vanaf de dakopstand.

  • -

    Door de dakdekkers...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT