Uitspraak Nº C/05/332575. Rechtbank Gelderland, 2020-04-29

ECLIECLI:NL:RBGEL:2020:2481
Docket NumberC/05/332575
Date29 Abril 2020
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/332575 / HA ZA 18-9

Vonnis van 29 april 2020

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[Eiseres] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

eiseres,

advocaat mr. M.W.E. Evers te Amsterdam,

tegen

de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE BERG EN DAL,

zetelend te Berg en Dal,

gedaagde,

advocaat mr. T.E.P.A. Lam te Nijmegen.

Partijen zullen hierna [Eiseres] en de Gemeente worden genoemd.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 12 juni 2019,

  • -

    de akte uitlating kosten van de zijde van [Eiseres] ,

  • -

    de antwoordakte van de zijde van de Gemeente,

  • -

    de akte uitlating producties van de zijde van [Eiseres] .

1.2.

Ten slotte is opnieuw vonnis bepaald.

2 De verdere beoordeling
2.1.

In het tussenvonnis van 12 juni 2019 in deze schadestaatprocedure heeft de rechtbank als volgt overwogen. De vordering onder i, die strekt tot betaling van een schadevergoeding van € 576.000,00, zal worden afgewezen. De vordering onder ii, die strekt tot vergoeding van de kosten van [naam waarderingsdeskundige 1] en [naam waarderingsdeskundige 2] , zal worden toegewezen tot een bedrag van € 16.483,00 (de facturen van 30 november 2017, 21 december 2017 en 31 januari 2018). De vordering onder iii strekt tot vergoeding van € 34.560,00 aan interne bedrijfskosten, die door [Eiseres] worden gesteld op 6% van de gevorderde schadevergoeding van € 576.000,00. Daarover heeft de rechtbank overwogen dat [Eiseres] in redelijkheid interne bedrijfskosten heeft kunnen maken als gevolg van de onrechtmatige daad van de Gemeente, maar dat er geen grond is om de hoogte van deze kosten forfaitair te begroten op 6% van de gevorderde schadevergoeding van € 576.000,00, omdat laatstgenoemd bedrag niet wordt toegewezen. Daarom heeft de rechtbank [Eiseres] in de gelegenheid gesteld bij akte de interne kosten te specificeren die zij heeft gemaakt als gevolg van de onrechtmatige daad van de Gemeente en die als gevolg daarvan aan de Gemeente kunnen worden toegerekend.

2.2.

[Eiseres] heeft vervolgens een akte genomen waarin zij die kosten heeft gespecificeerd. Daartoe heeft zij een op 1 augustus 2019 gedateerde urenspecificatie in het geding gebracht. Daarin staat onder meer:

naam

datum

omschrij-ving

uren1

tarief

totaal

[Naam Projectdirecteur] , projectdirecteur

16-11-2015

(...)

29-1-2019

(...)

(...)

€ 150,00

subtotaal

22,25 / 57,25

€ 8.587,50

[Naam bedrijfsjurist] ,

bedrijfsjurist

16-11-2015

(...)

29-1-2019

(...)

(...)

€ 125,00

subtotaal

39,5 / 85,5

€ 10.687,50

[Naam financieel directeur] ,

financieel directeur

14-11-2017

(...)

22-1-2018

(...)

(...)

€ 175,00

subtotaal

9 / 9

€ 1.575,00

[naam bestuurder 1] ,

bestuurder

16-11-2015

(...)

29-1-2019

(...)

(...)

€ 200,00

subtotaal

4 / 22

€ 4.400,00

[naam bestuurder 2] ,

bestuurder

19-6-2017

(...)

29-1-2019

(...)

(...)

€ 200,00

subtotaal

5 / 5

€ 1.000,00

totaal

€ 26.250,00

1Bij drie van de vijf personen in het overzicht heeft [Eiseres] de uren die zij bij elke datum heeft opgenomen niet correct opgeteld. In de hier opgenomen weergave is voor de schuine streep het aantal uren opgenomen zoals vermeld door [Eiseres] en achter de schuine streep het aantal uren zoals opgeteld door de rechtbank. Voor de subtotalen en de totalen maakt het niet uit, want de aan de uren verbonden bedragen zijn wel goed opgeteld.

2.3.

[Eiseres] licht dit overzicht als volgt toe. Zij heeft als gevolg van de onrechtmatige daad die de Gemeente heeft gepleegd diverse acties in gang moeten zetten. Zij noemt er zeven (i – vii), die zij uitwerkt in haar akte uitlating onder 3.4. In verband hiermee gevoerde besprekingen en telefoongesprekken en uitgevoerde analyses blijken uit onderliggende stukken uit haar administratie. Voor het begroten van de hierdoor geleden schade gaat [Eiseres] uit van marktconforme uurtarieven voor de betrokken werknemers.

2.4.

[Eiseres] stelt voorts dat het toe te wijzen bedrag van € 16.483,00 (vordering ii) uitsluitend ziet op de kosten van de schadestaat van 4 januari 2018. Nadien heeft zij nog eens € 17.662,25 (exclusief btw) aan kosten moeten maken voor een reactie van [naam waarderingsdeskundige 1] en [naam waarderingsdeskundige 2] op de rapporten van [naam 1] en [naam 2] . Zij maakt ook aanspraak op vergoeding van deze kosten.

2.5.

De Gemeente voert een aantal verweren. Bij de beoordeling van de vordering in het licht van de gevoerde verweren geldt als uitgangspunt dat interne kosten die [Eiseres] heeft gemaakt doordat zij als gevolg van de onrechtmatige daad van de Gemeente beleidskeuzes heeft moeten maken die zij anders niet had hoeven maken en doordat zij de hoogte heeft bepaald van de schade die zij als gevolg van die onrechtmatige daad meende te hebben geleden, als vermogensschade voor vergoeding in aanmerking kunnen komen (tussenvonnis 12 juni 2019 onder 4.12).

interne proceskosten

2.6.

De Gemeente betoogt dat kosten die [Eiseres] heeft gemaakt in het kader van de schadestaatprocedure ‘interne proceskosten’ zijn die niet in aanmerking komen voor vergoeding op grond van artikel 6:96 BW omdat de artikelen 237 – 240 Rv voor deze kosten een uitputtende regeling bevatten. Daarom moet de vordering van [Eiseres] volgens de Gemeente worden afgewezen voor zover die ziet op kosten voor uren die zijn besteed na het vonnis in de hoofdzaak (17 mei 2017).

2.7.

Uit artikel 6:96 lid 3 BW juncto artikel 241 Rv volgt dat door [Eiseres] opgevoerde kosten niet in aanmerking komen voor vergoeding op grond van artikel 6:96 lid 2 BW voor zover deze zijn gemaakt in verband met verrichtingen waarvoor de in de artikelen 237 tot en met 240 Rv bedoelde kosten een vergoeding plegen in te sluiten. Dat betekent dat ook de kosten als bedoeld onder 2.5 niet op grond van artikel 6:96 lid 2 BW voor vergoeding in aanmerking komen als zij moeten worden beschouwd als proceskosten. Of dat het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT