Uitspraak Nº C/05/369459 / FZ RK 20-976. Rechtbank Gelderland, 2020-04-30

ECLIECLI:NL:RBGEL:2020:2483
Docket NumberC/05/369459 / FZ RK 20-976
Date30 Abril 2020
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en jeugdrecht

Zittingsplaats: Zutphen

Zaakgegevens: C/05/369459 / FZ RK 20-976

Datum mondelinge uitspraak: 30 april 2020

Beschikking rechterlijke machtiging tot opname en verblijf Wzd

inzake

het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden als bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd), ten aanzien van:

[cliënt] ,

geboren op [geboortedag] 1949 te [geboorteplaats] ,

wonende te [adres] ,

verblijfadres: [instelling] , op vrijwillige basis,

hierna te noemen: cliënt,

advocaat: mr. J.H. Stam te Zutphen.

1 Procesverloop
1.1.

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 21 april 2020.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft vanwege de situatie rondom het virus COVID-19 telefonisch plaatsgevonden op 30 april 2020.

1.3.

Tijdens de mondelinge behandeling zijn telefonisch gehoord:

  • -

    cliënt, bijgestaan door haar advocaat;

  • -

    mw. [naam 1] , specialist ouderengeneeskunde verbonden aan [instelling] ;

  • -

    mw. [naam 2] , verbonden aan [instelling] .

2 Beoordeling
2.1.

In artikel 26, vijfde lid, onderdeel d, van de Wzd is bepaald dat het CIZ bij zijn verzoek een verklaring dient over te leggen van een ter zake kundige arts, die cliënt met het oog op de machtiging kort tevoren heeft onderzocht, maar niet bij diens behandeling was betrokken. In artikel 26, zevende lid, van de Wzd is bepaald dat indien het verzoek een cliënt betreft die al in een accommodatie verblijft, de in het vijfde lid onderdeel d, bedoelde verklaring niet kan worden verstrekt door de arts die verbonden is aan de desbetreffende zorgaanbieder.

2.2.

Ter zitting is voldoende duidelijk geworden dat drs. [naam 3] , die de medische verklaring heeft opgemaakt, niet betrokken was bij de behandeling van betrokkene, maar dat hij in dit geval als Wzd-functionaris betrokken is, verbonden aan de accommodatie waar betrokkene verblijft.

Nu drs. [naam 3] deze functie vervult, is de rechtbank van oordeel dat niet is voldaan aan artikel 26, zevende lid van de Wzd. Gelet op het verzoek van de advocaat van betrokkene ter zitting zal de rechtbank het CIZ in de gelegenheid stellen het verzoek aan te vullen met een medische...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT