Uitspraak Nº C/05/374090 / HZ RK 20-31. Rechtbank Gelderland, 2020-12-16

ECLIECLI:NL:RBGEL:2020:6628
Docket NumberC/05/374090 / HZ RK 20-31
Date16 Diciembre 2020
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Zutphen

zaaknummer / rekestnummer: C/05/374090 / HZ RK 20-31

Beschikking van 22 december 2020

in de zaak van

[eiser]

wonende te Harderwijk,

verzoekster,

advocaat mr. J.G. Keizer te Amersfoort,

tegen

de naamloze vennootschap UNIVE SCHADE N.V.,

gevestigd te Assen,

verweerster,

advocaat mr. G. Loman te Assen.

Verzoekster wordt hierna aangeduid als [eiser]. Verweerster zal worden aangeduid als Univé.

1 De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het verzoekschrift

  • -

    het verweerschrift

  • -

    de mondelinge behandeling van 24 november 2020, waarbij mr. Keizer spreekaantekeningen heeft overgelegd en waarvan voor het overige aantekeningen zijn gemaakt door de griffier.

2 De feiten
2.1.

Op 15 oktober 2014 is [eiser] een ongeval overkomen. Op het moment dat [eiser] langs een geparkeerde auto fietste, werd het autoportier door een bij Univé verzekerde automobiliste van binnenuit geopend en is [eiser] op het portier gebotst, als gevolg waarvan zij ten val is gekomen. [eiser] liep daarbij letsel op aan haar linkerenkel.

2.2.

Univé heeft namens de automobiliste aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend.

3 Het verzoek en het verweer
3.1.

[eiser] heeft verzocht dat de rechtbank bij beschikking:

I. voor recht zal verklaren dat [eiser] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij ten tijde van het ongeval van 15 oktober 2014 met haar arbeidscapaciteit inkomen uit niet-fiscaal geregistreerde werkzaamheden genereerde, en dat zij deze werkzaamheden en daarmee gepaard gaande inkomsten in de hypothetische situatie zonder ongeval zou hebben kunnen voortzetten, zodat bij de begroting van de uit het ongeval van 15 oktober 2014

geleden en te lijden schade ook rekening dient te worden gehouden met schade wegens verlies aan verdienvermogen;

II. de kosten van deze procedure zal begroten op een bedrag van € 4.155,20 en Univé zal veroordelen dit bedrag, vermeerderd met het door [eiser] betaalde griffiegeld, aan [eiser] te betalen.

3.2.

[eiser] heeft aan haar verzoek, bezien in het licht van de vastgestelde feiten, zakelijk weergegeven het volgende ten grondslag gelegd.

Bij de begroting van de schade moet rekening worden gehouden met het verlies aan verdienvermogen, bestaande uit gederfde inkomsten uit niet-fiscaal geregistreerde werkzaamheden. Ten tijde van het ongeval was [eiser] werkzaam als verzorgende. Als gevolg van het ongeval is zij niet langer in staat deze werkzaamheden uit te voeren.

Univé is daarnaast gehouden de door [eiser] gemaakte kosten van het deelgeschil te vergoeden op grond van het bepaalde in artikel 1019aa Rv.

3.3.

Univé heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid, althans tot afwijzing van de verzoeken van [eiser]. Op de inhoud van het verweer zal zo nodig in het navolgende worden ingegaan.

4 De beoordeling
4.1.

De eerste vraag die moet worden beantwoord, is de vraag of sprake is van een deelgeschil als bedoeld in de wet. Ingevolge het bepaalde in artikel 1019w lid 1 Rv moet het gaan om een geschil over of in verband met een deel van hetgeen ter zake de aansprakelijkheid voor schade door dood en letsel als rechtens geldt tussen de benadeelde en degene die aansprakelijk wordt gehouden en waarvan de beëindiging kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst over de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT