Uitspraak Nº C/05/366238 / HZ ZA 20-77. Rechtbank Gelderland, 2020-12-16

ECLIECLI:NL:RBGEL:2020:6392
Date16 Diciembre 2020
Docket NumberC/05/366238 / HZ ZA 20-77
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Zutphen

zaaknummer / rolnummer: C/05/366238 / HZ ZA 20-77

Vonnis van 16 december 2020

in de zaak van

1 [eiser 1],

wonende te [woonplaats],

hierna ook te noemen [eiser 1],

2. [eiser 2],

wonende te [woonplaats],

hierna ook te noemen [eiser 2],

3. [eiser 3],

wonende te [woonplaats],

hierna ook te noemen [eiser 3],

eisers in conventie,

verweerders in reconventie,

advocaat mr. K. Broere te Arnhem,

tegen

1 [gedaagde 1],

wonende te [woonplaats],

hierna ook te noemen [gedaagde 1],

2. [gedaagde 2],

wonende te [woonplaats],

hierna ook te noemen [gedaagde 2],

3. [gedaagde 3],

wonende te [woonplaats],

hierna ook te noemen [gedaagde 3],

gedaagden in conventie,

eiseressen in reconventie,

advocaat mr. Chr. Nome te Haren Gn.

Eisers zullen hierna gezamenlijk [eisers] en gedaagden zullen hierna gezamenlijk [gedaagden] genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 5 augustus 2020,

  • -

    de akte van [eisers]. van 4 november 2020,

  • -

    de namens [gedaagden] overgelegde productie op 6 november 2020,

  • -

    het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 9 november 2020,

  • -

    het bericht van mr. Broere middel B-formulier van 13 november 2020,

  • -

    het e-mailbericht van mr. Nome aan de rechtbank van 23 november 2020.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

[eisers] en [gedaagden] zijn broers en zuster van elkaar.

2.2.

De moeder van partijen, mevrouw A.E.M. Bosman (hierna: erflaatster), is overleden op 29 november 2018 te Zevenaar.

2.3.

Erflaatster heeft bij testament van 23 augustus 1968 beschikt over haar nalatenschap. Partijen zijn ieder voor 1/6 deel erfgenaam van erflaatster.

2.4.

Op 17 december 2015 heeft erflaatster, [gedaagde 1] gevolmachtigd om te beschikken over de tegoeden en eventuele kredieten op de in de volmacht genoemde bankrekeningen van erflaatster bij de Rabobank op alle door de bank nu en in de toekomst toegelaten wijzen informatie te ontvangen over het verloop van de aangegeven rekeningen en de juistheid van een saldo op deze rekeningen te erkennen (hierna: de volmacht). Op basis van de volmacht was [gedaagde 1] gevolmachtigd te beschikken over het tegoed op de aangegeven rekeningen middels een bankpas.

2.5.

Eind 2018 heeft, nadat [eiser 3] een melding heeft gedaan bij Veilig Thuis in verband met onvoldoende zorg, verwaarlozing en financiële uitbuiting van erflaatster, een onderzoek plaatsgevonden door Veilig Thuis naar de situatie van erflaatster. In een brief van Veilig Thuis van 1 oktober 2018 wordt geconcludeerd dat de gemelde zorgen niet kunnen worden bevestigd en dat er geen zorgen zijn over de leefomstandigheden van erflaatster.

2.6.

[eisers] hebben de nalatenschap aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

3 De vordering en het verweer in conventie
3.1.

[eisers] vorderen – na vermeerdering van eis - dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:

I. [gedaagde 1] veroordeelt tot het doen van rekening en verantwoording over het beheer van de bankrekening van erflaatster bij de Rabobank over de periode januari 2012 t/m heden, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag voor elke dag dat gedaagde na betekening van het vonnis niet binnen veertien dagen aan de veroordeling voldoet, met een maximum van € 100.000,00,

II. voor recht verklaart dat [gedaagde 1] gehouden is om het bedrag waarover zij geen verantwoording kan verschaffen terug te storten in de nalatenschap, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de onttrekking van dit bedrag,

III. voor recht verklaart dat [gedaagde 1] haar aandeel in de vordering genoemd onder II heeft verbeurd,

IV. gedaagden, dan wel [gedaagde 1], veroordeelt in de kosten van deze procedure,

V. de wijze van verdeling van de nalatenschap van erflaatster vast stelt zoals voorgesteld in de akte van [eisers], althans op een wijze zoals het de rechtbank in goede justitie juist acht.

De rechtbank merkt op dat [eisers] bij het formuleren van haar vermeerdering van eis haar laatste vordering VI heeft genummerd, terwijl er geen vordering V is ingesteld. De rechtbank heeft daarom de vorderingen van [eisers] doorgenummerd vanaf IV.

3.2.

[eisers] leggen aan hun vorderingen ten grondslag dat [gedaagde 1] op basis van de volmacht van erflaatster dan wel op basis van een opdracht van erflaatster aan [gedaagde 1] gehouden is om rekening en verantwoording af te leggen over de opnames van de rekening van erflaatster bij de Rabobank. Er is veel geld opgenomen dat niet door erflaatster is uitgegeven. Dit is ten goede gekomen aan [gedaagde 1] en dient zij terug te storten in de nalatenschap. Bovendien heeft zij geen recht op een aandeel in dit bedrag. Ook dient de verdeling van de nalatenschap nog te geschieden.

3.3.

[gedaagden] voeren verweer en hebben aangevoerd dat van een verplichting tot rekening en verantwoording door [gedaagde 1] geen sprake is. Ook is geen sprake van opname van gelden die niet aan erflaatster ten goede zijn gekomen. Erflaatster was goed bij zinnen tot zij overleed en beschikte zelf over haar geld. De nalatenschap moet inderdaad nog verdeeld worden waarbij rekening gehouden moet worden met door [gedaagde 1] voorgeschoten kosten. [gedaagden] concluderen tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van [eisers]...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT