Uitspraak Nº C/05/408923 / KZ ZA 22-146. Rechtbank Gelderland, 2022-10-20

ECLIECLI:NL:RBGEL:2022:6081
Docket NumberC/05/408923 / KZ ZA 22-146
Date20 Octubre 2022
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Zutphen

zaaknummer / rolnummer: C/05/408923 / KZ ZA 22-146

Vonnis in kort geding van 20 oktober 2022

in de zaak van

[eisende partij] ,

wonende te [plaats] ,

eiseres,

advocaat mr. H.J. Scholten te Doetinchem,

tegen

[gedaagde partij] ,

wonende te [plaats] ,

gedaagde,

advocaat mr. M. Ünalan-Akkan te Arnhem.

Partijen zullen hierna [eisende partij] en [gedaagde partij] genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding

  • -

    productie 8 bij de dagvaarding

  • -

    de conclusie van antwoord

  • -

    de mondelinge behandeling van 6 oktober 2022.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

Partijen zijn gehuwd geweest. Op [datum] is het huwelijk ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking uitgesproken door de rechtbank Midden-Nederland op 4 april 2019.

2.2.

Partijen hebben gezamenlijk twee kinderen die op dit moment minderjarig zijn. [eisende partij] heeft alleen het gezag, maar er loopt een procedure in hoger beroep waarin [gedaagde partij] om gezamenlijk gezag verzoekt.

2.3.

Op 3 september 2020 is [gedaagde partij] veroordeeld voor stalking en bedreiging van [eisende partij] . Als bijzondere voorwaarde is bij deze veroordeling een contact- en een locatieverbod voor de duur van twee jaar opgelegd, aflopend op 1 oktober 2022.

2.4.

[eisende partij] heeft in de periode na de veroordeling van [gedaagde partij] onder andere aangifte gedaan van de volgende feiten;

  • -

    (telefonische) doodsbedreigingen door de zussen van [gedaagde partij] op 23 juli 2021

  • -

    doodsbedreigingen door [gedaagde partij] in persoon op 6 augustus 2021 in [plaats]

  • -

    bedreiging door [gedaagde partij] op 28 augustus 2022 via de oudste zoon van partijen.

3 Het geschil
3.1.

[eisende partij] vordert – samengevat – dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad;

I. [gedaagde partij] verbiedt om zich met ingang van 1 oktober 2022 voor de duur van twee jaar, te bevinden in het dorp [plaats] , op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere overtreding van het opgelegde verbod met een maximum van € 50.000,00,

II. [gedaagde partij] verbiedt om met ingang van 1 oktober 2022 voor de duur van twee jaar, rechtstreeks of indirect (via familie, bekenden, derden, via alle communicatiekanalen – telefonisch, per e-mail, sociale media of op fysieke wijze) contact op te nemen, te zoeken of te hebben met [eisende partij] en haar familieleden, op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere overtreding van het opgelegde verbod met een maximum van € 50.000,00,

III. [gedaagde partij] te veroordelen in de kosten van het geding.

3.2.

[eisende partij] legt het volgende ten grondslag aan haar vorderingen. Op 3 september 2020 is [gedaagde partij] veroordeeld voor het stalken en bedreigen van [eisende partij] , waarbij als bijzondere voorwaarde een contact- en locatieverbod is opgelegd tot 1 oktober 2022. De situatie is sindsdien ongewijzigd. [gedaagde partij] handelt jegens [eisende partij] onrechtmatig door haar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT