Uitspraak Nº C/08/191549 / HA ZA 16-421. Rechtbank Overijssel, 2017-11-15

ECLIECLI:NL:RBOVE:2017:4335
Date15 Noviembre 2017
Docket NumberC/08/191549 / HA ZA 16-421
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Almelo

zaaknummer / rolnummer: C/08/191549 / HA ZA 16-421

Vonnis van 15 november 2017

in de zaak van

1 [A] ,

wonende te [woonplaats] ,

2. [B],

wonende te [woonplaats] ,

eisers,

advocaat mr. J.B.M. Swart te Almere,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde] B.V.,

gevestigd te Hengelo,

gedaagde,

advocaat mr. S. Erkel te Enschede.

Partijen zullen hierna ‘ [eiser cs] ’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding met producties;

  • -

    de conclusie van antwoord met producties;

  • -

    het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 7 februari 2017;

  • -

    de conclusie van repliek met producties;

  • -

    de conclusie van dupliek met producties;

  • -

    de akte uitlating producties.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

[eiser cs] huurden een woning aan [adres] . Deze woning was eigendom van Stichting De Alliantie. In het najaar van 2017 bood De Alliantie de woning te koop aan met een tijdelijke korting van € 10.010,- op de normale verkoopprijs van € 143.000,-.

2.2.

[eiser cs] hebben De Alliantie kenbaar gemaakt de woning te willen kopen. Aanleiding hiervoor was dat [eiser cs] lagere woonlasten wensten en de consumptieve kredieten wilden herfinancieren. Bij brief van 7 november 2007 heeft

De Alliantie aan [eiser cs] bevestigd dat [eiser cs] de woning konden kopen.

2.3.

[gedaagde] heeft bemiddeld bij de financiering van de woning. [eiser cs] hebben [gedaagde] opdracht gegeven te bemiddelen bij de totstandkoming van een hypothecair krediet en bij herfinanciering van de bestaande consumptieve kredieten.

2.4.

[gedaagde] heeft geïnventariseerd welke (maximale) hypothecaire financiering SNS Bank bereid was te verstrekken. [gedaagde] heeft op 13 november 2007 een sneltoets gedaan op basis van het totale inkomen van [eiser cs] en een sneltoets waarbij slechts 60% van het inkomen van mevrouw [B] is meegenomen.

2.5.

[eiser cs] hebben vervolgens een ‘inventarisatieformulier financieel advies particuliere relaties’ ondertekend, een werkgeversverklaring van meneer [A] , alsmede een specificatie van de Wajong-uitkering van mevrouw [B] ingediend bij [gedaagde] . In die werkgeversverklaring staat de volgende intentieverklaring: “Hierbij verklaart de werkgever dat bij gelijkblijvend functioneren en gelijkblijvende omstandigheden de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt opgevolgd door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.”.

2.6.

[gedaagde] heeft [eiser cs] een gedeeltelijk aflossingsvrije hypotheek en een gedeeltelijke spaarhypotheek geadviseerd. Door middel van een door [eiser cs] ondertekend aanvraagformulier is een hypothecair krediet aangevraagd bij SNS Bank op basis van het inkomen van de heer [A] en van 60% van het inkomen van mevrouw

[B] .

2.7.

[eiser cs] heeft bij Cardiff een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid en tegen werkloosheid aangevraagd, die op 30 november 2007 is ondertekend.

2.8.

Bij brief van 6 december 2007 heeft SNS Bank een offerte uitgebracht voor een totaalbedrag aan hypotheek van € 163.125,-, onder te verdelen in een

SNS spaarhypotheek met een hoofdsom van € 80.000,- en een SNS aflossingsvrije hypotheek met een hoofdsom van € 83.125,-. Uitgaande van die offerte zou

[eiser cs] maandelijks een bedrag van € 720,47 aan rente betalen, een bedrag van € 90,91 aan spaarpremie en een bedrag van € 31,39 aan premie overlijdensrisicoverzekering, derhalve in totaal een bedrag van € 842,77.

2.9.

Op 12 december 2007 heeft [eiser cs] de hypotheekofferte ondertekend.

2.10.

Op 10 januari 2008 heeft [eiser cs] , ter herfinanciering van de bestaande (resterende) consumptieve kredieten ter hoogte van € 22.751,42, een consumptief krediet bij Interbank afgesloten ter hoogte van € 26.000,-. Maandelijks zou [eiser cs] ter aflossing van het krediet een bedrag van € 260,- betalen.

2.11.

De woning is op 21 januari 2008 aan [eiser cs] geleverd.

2.12.

De heer [A] is per 1 september 2010 bij een andere werkgever in dienst getreden voor bepaalde tijd. Per 21 oktober 2011 is de heer [A] werkloos geraakt.

2.13.

[A] heeft bij verzekeraar Cardiff een aanvraag tot uitkering van zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering gedaan.

2.14.

Bij brief van 8 mei 2012 heeft Cardiff aan [gedaagde] kenbaar gemaakt dat er conform de overeengekomen verzekeringsvoorwaarden geen dekking bestaat, omdat er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur die van rechtswege is geëindigd.

2.15.

In februari 2014 is de woning gedwongen onderhands verkocht door SNS Bank. Er is een restschuld ontstaan ter hoogte van € 30.951,03, exclusief kosten en rente.

2.16.

In oktober 2014 heeft [eiser cs] [gedaagde] aangeschreven voor de schending van de zorgplicht en haar aansprakelijk gesteld voor de daardoor ontstane schade.

3 De vordering en de standpunten van partijen
3.1.

[eiser cs] vordert dat de rechtbank, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

primair en subsidiair:

i. i) een verklaring voor recht uitspreekt inhoudende dat sprake is van aansprakelijkheid van [gedaagde] voor de door [eiser cs] geleden en nog te lijden schade;

primair:

ii) [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een bedrag ad € 35.000,= ten titel van schadevergoeding, waarbij te gelden heeft dat deze schadevergoeding als voorschot op de totale schadevergoeding te gelden heeft;

primair en subsidiair:

iii) [gedaagde] veroordeelt tot vergoeding van de door [eiser cs] geleden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;

iv) [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente voor zover [gedaagde] niet binnen 14 dagen na het in deze te wijzen vonnis overgaat tot voldoening van de proceskosten;

v) [gedaagde] veroordeelt in de nakosten ad € 131,00, te vermeerderen met € 68,00 in geval overgegaan dient te worden tot betekening van het in deze te wijzen vonnis.

standpunt [eiser cs]

3.2.

leggen - kort gezegd - aan hun vorderingen ten grondslag dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst van opdracht. [gedaagde] heeft niet gehandeld zoals een redelijk handelend en redelijk bekwaam vakgenoot dat zou doen. [gedaagde] heeft haar zorgplicht ex artikel 7:401 BW geschonden.

3.3.

[gedaagde] heeft de Gedragscode Hypothecaire Financiering geschonden door

[eiser cs] te adviseren om voor ruim € 180.000,- aan kredieten aan te gaan. Er is sprake van een aanzienlijke overschrijding van de normen die voortvloeien uit de Gedragscode Hypothecaire Financiering. Voor die overschrijding bestaat geen enkele rechtvaardiging. Voorts diende nog een aanzienlijk bedrag via consumptief krediet aangetrokken te worden om de onroerendgoedtransactie te voltooien. Door in dit kader geen vangnet te creëren via deugdelijke verzekeringen dan wel via een Nationale Hypotheek Garantie (NHG), is een situatie ontstaan waarin [gedaagde] is tekortgeschoten in de op haar rustende (bijzondere) zorgplicht.

3.4.

Daarnaast is niet concreet gewaarschuwd dat sprake was van een aanzienlijk risico op een restschuld, dat de verzekering geen dekking bood voor zover de heer [A] een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT