Uitspraak Nº C/08/214192 / HA ZA 18-74. Rechtbank Overijssel, 2018-11-14

CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
ECLIECLI:NL:RBOVE:2018:4717
Date14 Noviembre 2018
Docket NumberC/08/214192 / HA ZA 18-74

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Almelo

zaaknummer / rolnummer: C/08/214192 / HA ZA 18-74

Vonnis van 14 november 2018

in de zaak van

de naamloze vennootschap

ABN AMRO BANK N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres in conventie,

verweerster in voorwaardelijke reconventie,

advocaat mr. J.A. Stal te Amsterdam,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde in conventie,

eiser in voorwaardelijke reconventie,

advocaat mr. M.A. Kerkdijk te Zwolle.

Partijen zullen hierna de bank en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 1 augustus 2018

  • -

    de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 1 oktober 2018.

1.2.

Vonnis is bepaald op vandaag.

2 De (verdere) feiten
2.1.

De in het tussenvonnis vermelde feiten onder a. tot en met i. gelden als hier overgenomen. Verder wordt op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 1 oktober 2018 in dit geding van het volgende uitgegaan.

2.2.

[gedaagde] , [B] en [C] (de broer van [gedaagde] ) waren (statutair) bestuurders van Stichting Golfpark Weleveld ten tijde van de kredietaanvraag in 2013/2014.

2.3.

[gedaagde] had vanuit zijn vennootschap [A] B.V. een bedrag van € 711.123,- door middel van een geldlening ter beschikking gesteld aan Stichting Golfpark Weleveld.

2.4.

In de kredietovereenkomst van 25 maart 2014 tussen de bank en Stichting Golfpark Weleveld is onder meer het volgende bepaald:

(…).

20-jarige lening

Hoofdsom EUR 400.000,00

Doel Voor de financiering van het clubgebouw en aanleg van een golfbaan in de Gemeente Borne . (…)

15-jarige lening

Hoofdsom EUR 1.000.000,00

Doel Voor de financiering van het clubgebouw en aanleg van een golfbaan in de Gemeente Borne (…).””

2.5.

Op de overeenkomst van borgtocht zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V.

3 De beoordeling van het geschil
3.1.

Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en de vordering in voorwaardelijke reconventie, zullen beide geschillen zoveel mogelijk tezamen worden behandeld.

De vordering tot betaling door [gedaagde] van € 264.846,53 uit hoofde van borgtocht

3.2.

De bank verlangt dat [gedaagde] zijn verplichtingen uit de overeenkomst van borgtocht van 25 maart 2014 nakomt. De bank vordert in dat kader betaling door [gedaagde] van € 264.846,53, hetgeen het bedrag is dat de bank nog te vorderen heeft van de Stichting Golfpark Weleveld per 18 december 2017. [gedaagde] verweert zich tegen deze vordering met een beroep op dwaling ex artikel 6:228 lid 1 sub b BW. De bank heeft tegenover [gedaagde] niet voldaan aan de op haar rustende informatieplicht doordat zij [gedaagde] niet heeft geïnformeerd over de betekenis, de gevolgen en de risico’s van de borgtocht. [gedaagde] kwalificeert als particuliere borg en heeft bij de totstandkoming van de borgtocht een verkeerde voorstelling van zaken gehad.

3.3.

In haar conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie en ter comparitie heeft de bank het standpunt ingenomen dat [gedaagde] geen beroep op dwaling toekomt.

3.4.

Bij de beoordeling van de vraag of [gedaagde] bij het aangaan van de overeenkomst van borgtocht heeft gedwaald en voor wiens rekening dat komt, neemt de rechtbank het volgende tot uitgangspunt. Een overeenkomst van borgtocht kan wegens dwaling vernietigbaar zijn wanneer de borg bij het vormen van zijn oordeel omtrent de kans dat hij tot nakoming zal worden verplicht, is uitgegaan van een zodanig verkeerde voorstelling van zaken dat hij, zou hij een juiste voorstelling van zaken hebben gehad, niet bereid zou zijn geweest de borgtocht te verlenen. Volgens vaste jurisprudentie rust op een bank - als professionele kredietverstrekker - een zorgplicht in die zin dat een particuliere borg omtrent betekenis, gevolgen en risico’s van een borgstelling zorgvuldig dient te worden ingelicht. Uit de Parlementaire Geschiedenis en jurisprudentie volgt dat er plaats is voor bescherming van de particuliere borg omdat hij een overeenkomst van borgtocht veelal niet sluit uit zakelijke motieven, maar op grond van zijn persoonlijke relatie met de hoofdschuldenaar. Daardoor ontbreekt bij hem vaak het inzicht dat nodig is voor het beoordelen van de gevolgen van een overeenkomst van borgtocht, en is gevaar van ondoordachtheid of misplaatst vertrouwen in de goede afloop groot (HR 1 juni 1990, NK 1991/759, ECLI:NL:HR:1990:AB7632).

3.5.

De bank betwist allereerst dat [gedaagde] kwalificeert als particuliere borg. De bank betwist ook dat zij [gedaagde] onvoldoende heeft voorgelicht over de risico’s. De bank voert aan dat zij op 23 januari 2014 een ‘discussion paper’ heeft opgesteld met daarin opgenomen de kredietvoorwaarden. Onder het kopje zekerheden staat het volgende vermeld: “(…). Borgtocht van EUR 400.000,00 plus rente en kosten van de investeerders vooralsnog de heer [C] , de heer [D] en mevrouw [E] . Deze borgtocht wordt verlaagd met EUR 20.000,00 per jaar voor het eerst op 1 januari 2016.”. De inhoud van deze ‘discussion paper’ heeft de bank met [gedaagde] thuis bij hem besproken. Ook de borgtocht is toen besproken, alsmede de verdeling daarvan onder de investeerders. Nadien is er mede door [gedaagde] onderhandeld over de inhoud van de borgstelling, in het bijzonder artikel 10 van de overeenkomst van borgtocht. Op verzoek van [gedaagde] en de andere borgen is de bank akkoord gegaan met een maximering van de eventueel verschuldigde rente en kosten tot 40% van het maximumbedrag van de borgstelling. De bank zou deze aanpassingen niet uit haarzelf doen. Uit het voorgaande...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT