Uitspraak Nº C/08/171890 / KG ZA 15-178. Rechtbank Overijssel, 2015-06-18

ECLIECLI:NL:RBOVE:2015:2950
Docket NumberC/08/171890 / KG ZA 15-178
Date18 Junio 2015
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Almelo

zaaknummer / rolnummer: C/08/171890 / KG ZA 15-178

Vonnis in kort geding van 18 juni 2015

in de zaak van

[X],

wonende te [woonplaats 1],

eiser in conventie,

verweerder in reconventie,

advocaat mr. F.J.D. van Asma te Deventer,

tegen

[Y],

wonende te [woonplaats 2],

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. J. van Schendel te Enschede.

Partijen zullen hierna de man en de vrouw genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding

  • -

    de producties 1 t/m 7 van de vrouw

  • -

    de mondelinge behandeling

  • -

    de pleitnota van de man

  • -

    de pleitnota van de vrouw

  • -

    de eis in reconventie.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

Bij vonnis van deze rechtbank 24 december 2014 met het zaaknummer C/08/137401 HA ZA 13-144, gewijzigd bij herstelvonnis van 21 januari 2015, heeft de rechtbank in de dictumonderdelen 4 en 5 beslist:

‘4. Bepaalt dat de vrouw de hypothecaire geldleningen verbonden aan de woning aan [adres] te [plaats] bij ING met nummer [xxxx] en [yyyy] dient over te nemen en als eigen schuld dient te voldoen, en dat zij zich ervoor dient in te spannen dat de man wordt ontslagen uit zijn hoofdelijke verbondenheid voor deze geldlening.

5. Veroordeelt de man voorwaardelijk tot betaling aan de vrouw wegens haar onderbedeling tot een bedrag van € 45.500,00 te verminderen met € 5.600,00 + PM, onder de voorwaarde dat de vrouw de hypothecaire geldleningen heeft afgelost.’

2.2.

Tegen het vonnis van 24 december 2014 is geen rechtsmiddel ingesteld, zodat dit vonnis in kracht van gewijsde is gegaan.

2.3.

De vrouw heeft met gelden, verkregen uit een lening/schenking van haar ouders, de hypothecaire schulden afgelost.

2.4.

Bij brief van 30 maart 2015 heeft de vrouw de man gesommeerd om op basis van het vonnis van 24 december 2014 een bedrag van € 47.568,83 binnen veertien dagen op de bankrekening van de vrouw over te maken.

2.5.

De man heeft de vrouw bij brief van 2 april 2015 te kennen gegeven niet over eigen vermogen te beschikken en derhalve de vordering niet ineens te kunnen betalen. Hij heeft vervolgens tevergeefs geprobeerd bij verschillende banken een lening dan wel hypotheek te verkrijgen teneinde de vordering van de vrouw te kunnen voldoen.

2.6.

Op 23 april 2015 heeft de vrouw gedaagde de grosse van het vonnis van

24 december 2014 betekend.

2.7.

De vrouw is niet ingegaan op een aanbod van de man om een betalingsregeling te treffen.

2.8.

Op 12 mei 2015 heeft de vrouw onder de werkgever van de man, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Twence B.V., gevestigd te Hengelo, ten laste van de man executoriaal (derden)beslag laten leggen op alle gelden, goederen en/of geldswaarden die deze derdenbeslagene op basis van een bestaande rechtsverhouding met de man onder zich heeft en/of zal verkrijgen en/of aan de man verschuldigd is of zal worden.

3 Het geschil in conventie
3.1.

De man vordert samengevat - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad dat het ten laste van de man onder zijn werkgever gelegde executoriaal derdenbeslag wordt opgeheven en de vrouw op straffe van verbeurte van een dwangsom te verbieden om de executie van het vonnis van deze rechtbank van 24 december 2014 voort te zetten totdat tussen partijen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid overeenstemming over de betalingscondities van de vordering van onderbedeling is bereikt. Voorts vordert de man de vrouw te veroordelen in de kosten van het geding, de nakosten daaronder begrepen, bij niet tijdige betaling te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.

3.2.

De man stelt daartoe dat hij niet over eigen vermogen beschikt en dat hij de vordering niet ineens kan betalen. Tot op heden is het niet gelukt geld te lenen, enerzijds vanwege het gelegde beslag, anderzijds omdat schulden die de man gezamenlijk met zijn huidige echtgenote heeft, ertoe leiden dat zijn kredietaanvragen worden afgewezen. De man is van mening dat, nu zij voormalige echtelieden zijn, de redelijkheid en billijkheid zich ertegen verzetten dat de vrouw na aflossing van de hypothecaire schuld haar onderbedelingsvordering in zijn geheel bij de man opeist. De man is van mening dat het executoriale derdenbeslag dat de vrouw onder de werkgever van de man heeft laten leggen, vexatoir is en dat zij misbruik van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT