Uitspraak Nº C/08/237191 / KG ZA 19-242. Rechtbank Overijssel, 2019-09-17
ECLI | ECLI:NL:RBOVE:2019:3268 |
Docket Number | C/08/237191 / KG ZA 19-242 |
Date | 17 Septiembre 2019 |
Court | Rechtbank Overijssel (Neederland) |
vonnis
RECHTBANK OVERIJSSELTeam kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/237191 / KG ZA 19-242
Vonnis in kort geding van 17 september 2019
in de zaak van
[eiseres] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
verder ook te noemen [eiseres] ,
advocaat mr. G.H. Hoekman te Almelo,
tegen
wonende te [woonplaats] ,
niet verschenen,
2. [gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] , thans verblijvende te [plaats 1] ,
niet verschenen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEDEXZORG B.V.
in haar hoedanigheid van bewindvoerder in de zin van artikel van artikel 1:435 juncto
1:441 van het Burgerlijk Wetboek (BW) van [gedaagde 1] ,
gevestigd in Vriezenveen,
niet verschenen,
gedaagden,
verder ook te noemen [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , en MedexZorg.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
-
de (afzonderlijke) dagvaarding(en),
-
-
het mailbericht van mevrouw [A] , werkzaam bij MedexZorg van
13 september 2019 aan de griffier van de rechtbank (en in cc aan mevrouw [B] , werkzaam bij het kantoor van mr. Hoekman), -
-
de mondelinge behandeling d.d. 16 september 2019, waar [eiseres] niet is verschenen, maar zich heeft laten vertegenwoordigen door haar zonen [C] en [D] , bijgestaan door mr. G.J. Ligtenberg, kantoorgenoot van
mr. Hoekman. [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en MedexZorg zijn niet verschenen.
Ten slotte is vonnis bepaald op vandaag.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 september 2019 is namens
[eiseres] het gevorderde tegen [gedaagde 2] ingetrokken. De vorderingen gericht tegen [gedaagde 2] liggen derhalve niet meer ter beoordeling voor.
Bij de dagvaarding(en) voor zover gericht tegen [gedaagde 1] en MedexZorg zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek tegen [gedaagde 1] en MedexZorg zal worden verleend.
Hoewel het begrijpelijk is dat [eiseres] [gedaagde 1] heeft gedagvaard, moet [eiseres] in haar vordering jegens [gedaagde 1] niet-ontvankelijk worden verklaard omdat een bewind is ingesteld over de goederen van [gedaagde 1] . Het recht van gebruik en bewoning van een woning is een vermogensrecht omdat het ertoe strekt aan [gedaagde 1] stoffelijk voordeel te verschaffen. De voorzieningenrechter verwijst in dit verband naar het arrest van...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT