Uitspraak Nº C/08/264545 / HA ZA 21-154. Rechtbank Overijssel, 2022-10-26

ECLIECLI:NL:RBOVE:2022:3273
Docket NumberC/08/264545 / HA ZA 21-154
Date26 Octubre 2022
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK Overijssel

Civiel recht

Zittingsplaats Zwolle

Zaaknummer: C/08/264545 / HA ZA 21-154

Vonnis van 26 oktober 2022

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

SUMMMA INTERNATIONAL B.V.,

gevestigd te Deventer,

2. de vennootschap naar buitenlands recht SUPLEMENTOS PARA MASCOTAS MUNOZ MAGANA SA,

gevestigd te San Francisco (Mexico),

eiseressen in conventie,

verweersters in reconventie,

advocaat mr. P.J.P. van Huizen te Rotterdam,

tegen

[A] , handelend onder de naam D’BONE EUROPE,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde in conventie,

eiser in reconventie,

advocaat mr. B.J.H.L. Brouwer te Apeldoorn.

Partijen zullen hierna Summma, Suplementos en [A] genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 11 mei 2022;

- de akte uitlating van Summma en Suplementos.

1.2.

Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft [A] niet gereageerd op de akte van Summma en Suplementos.

1.3.

Hierna is vonnis bepaald.

2 De verdere beoordeling

in conventie

2.1.

In het tussenvonnis van 11 mei 2022 (hierna te noemen: het tussenvonnis) heeft de rechtbank ten aanzien van het door Summma gevorderde bedrag van € 60.197,87 overwogen dat daarvan in ieder geval een bedrag van € 6.800,00 toewijsbaar is, omdat [A] dat bedrag erkent. Wat betreft het resterende bedrag van € 53.397,87 heeft de rechtbank [A] in de gelegenheid gesteld zijn verweer dat dat bedrag, althans een deel daarvan, voorgeschoten zakelijke kosten betreft, bij akte nader te onderbouwen. [A] heeft niet van die gelegenheid gebruik gemaakt. De rechtbank zal daarom, zoals zij reeds in het tussenvonnis heeft aangekondigd in dat geval te zullen doen, het verweer in kwestie als onvoldoende onderbouwd passeren en ervan uitgaan dat [A] zich het bedrag van € 53.397,87 inderdaad op onrechtmatige wijze heeft toegeëigend. Dit leidt ertoe dat [A] het gehele bedrag van € 60.197,87 aan Summma dient terug te betalen. Dit deel van de vorderingen van Summma zal dus worden toegewezen. In verband met de vertraging in de betaling, is de over het bedrag van € 60.197,87 gevorderde rente eveneens toewijsbaar.

2.2.

De door Summma over het bedrag van € 60.197,87 gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van € 1.376,98 komen ook voor toewijzing in aanmerking. Summma heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht en het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het op grond van de staffel uit het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten verschuldigde bedrag...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT