Uitspraak Nº C/09/538907 / FA RK 17-6752. Rechtbank Den Haag, 2017-10-18

ECLIECLI:NL:RBDHA:2017:11889
Docket NumberC/09/538907 / FA RK 17-6752
Date18 Octubre 2017
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)

Rechtbank Den HAAG

Meervoudige Kamer

Rekestnummer: FA RK 17-6752

Zaaknummer: C/09/538907

Datum beschikking: 18 oktober 2017

Internationale kinderontvoering
Beschikking op het op 31 augustus 2017 ingekomen verzoek van:
[verzoeker] ,

de vader,

wonende te [woonplaats] (Portugal),

advocaat: mr. H. Dreesmann-Bruijntjes te Den Haag.

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[belanghebbende]

de moeder,

wonende te [woonplaats] ,

advocaat: mr. N. Whiterod te Utrecht.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:

  • -

    het verzoekschrift;

  • -

    het verweerschrift;

- het F9-formulier van 25 september 2017, van de zijde van de vader;

- het verslag van de bijzondere curator van 3 oktober 2017;

- het F9-formulier van 4 oktober 2017, van de zijde van de vader, met bijlagen.

Op 19 september 2017 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de vader, bijgestaan door mr. A.E. Barendsen (kantoorgenoot van de advocaat van de vader) en tolk mevrouw [naam] alsmede de moeder, bijgestaan door haar advocaat. Het betrof hier een regiezitting met het oog op crossborder mediation in internationale kinderontvoeringszaken met als behandelend rechter, tevens kinderrechter, mr. A.C. Olland. De behandeling ter terechtzitting is aangehouden.

Na genoemde regiezitting hebben de vader en de moeder getracht door middel van crossborder mediation, gefaciliteerd door het Mediation Bureau van het Centrum Internationale Kinderontvoering, tot een minnelijke regeling te komen. Op 23 september 2017 heeft het Mediation Bureau en op 25 september 2017 de vader de rechtbank bericht dat de mediation tussen partijen niet is geslaagd. De vader handhaaft daarom het teruggeleidingsverzoek.

Bij beschikking van 26 september 2017 van deze rechtbank is drs. J.A.M. Hendriks benoemd tot bijzondere curator over de minderjarige [minderjarige] geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ( [minderjarige] ).

Op 4 oktober 2017 is de behandeling ter terechtzitting van de meervoudige kamer voortgezet. Hierbij zijn verschenen: de vader, bijgestaan door mr. A.E. Barendsen (kantoorgenoot van de advocaat van de vader) en tolk mevrouw [naam] , alsmede de moeder, bijgestaan door haar advocaat, en de bijzondere curator.

Verzoek en verweer

De vader heeft verzocht met toepassing van artikel 13 van de Uitvoeringswet internationale kinderontvoering (hierna: de Uitvoeringswet):
- de onmiddellijke terugkeer van [minderjarige] te bevelen, dan wel binnen twee weken na de te geven beslissing, althans de terugkeer van [minderjarige] vóór een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum te bevelen, waarbij de moeder:

primair [minderjarige] dient terug te brengen naar [adres en woonplaats vader] , Portugal en [minderjarige] aldaar dient af te geven aan de vader, waarbij de moeder tevens het Nederlandse paspoort van [minderjarige] dient af te geven aan de vader;

subsidiair de moeder [minderjarige] dient terug te brengen naar Portugal en [minderjarige] op het vliegveld ‘Portela Airport’ dient af te geven aan de vader, waarbij de moeder tevens het Nederlandse paspoort van [minderjarige] dient af te geven aan de vader;

meer-subsidiair de moeder [minderjarige] in Nederland op Schiphol dient af te geven aan de vader, waarbij de moeder tevens het Nederlandse paspoort van [minderjarige] dient af te geven aan de vader, zodat de vader [minderjarige] mee kan terug nemen naar Portugal;

- te bepalen dat indien de moeder niet meewerkt aan het hiervoor verzochte, [minderjarige] met behulp van de sterke arm aan de vader kan worden afgegeven binnen twee weken na de te geven beslissing, althans op een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, in Nederland op Schiphol zal worden afgegeven aan de vader, waarbij tevens het Nederlandse paspoort van [minderjarige] aan de vader zal worden afgegeven zodat de vader [minderjarige] mee terug kan nemen naar Portugal;

- de moeder te veroordelen tot betaling aan de vader van de kosten, waaronder advocaatkosten en kosten van vliegtickets, die de vader heeft moeten maken in verband met de ontvoering en teruggeleiding van [minderjarige] ,

een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

De moeder heeft verweer gevoerd tegen de verzoeken van de vader, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken. Tevens heeft de moeder zelfstandig verzocht, voor zover de rechtbank de teruggeleiding beveelt:
- dat het de moeder is toegestaan om met [minderjarige] terug te keren naar Portugal rekening houdend met een termijn van 12 weken na de bevalling van de moeder, althans haar een redelijke termijn te gunnen na de bevalling om terug te keren met [minderjarige] ; en

- te bepalen dat de moeder nu zij bij een beslissing van uw rechtbank vrijwillig zal terugkeren naar Portugal met [minderjarige] , zij [minderjarige] niet zal hoeven af te geven, maar verdere gezagsbeslissingen zal...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT