Uitspraak Nº C-09-526541-HA ZA 17-138. Rechtbank Den Haag, 2018-07-11

ECLIECLI:NL:RBDHA:2018:11729
Date11 Julio 2018
Docket NumberC-09-526541-HA ZA 17-138
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel

zaaknummer / rolnummer: C/09/526541 / HA ZA 17-138

Vonnis van 11 juli 2018

in de zaak van

1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiseres sub 1] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiseres sub 2] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

eiseressen,

advocaat mr. D.A.H. Segbert te Amsterdam,

tegen

1. De naamloze vennootschap

NN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.,

gevestigd te Den Haag,

gedaagde,

advocaat mr. A. Youssuf te Den Haag,

2. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde sub 2] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

gedaagde,

advocaat mr. P.M. Leerink te Deventer.

Eiseressen zullen worden aangeduid als [eiseres sub 1] , [eiseres sub 2] , en gezamenlijk als: [eiseressen] . Gedaagde sub 1 wordt NN genoemd, en gedaagde sub 2 [gedaagde sub 2] .

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 27 januari 2017, met producties;

  • -

    de conclusie van antwoord van de zijde van NN, met producties;

  • -

    de conclusie van antwoord van de zijde van [gedaagde sub 2] , met producties;

  • -

    het tussenvonnis van 24 mei 2017, waarbij een comparitie van partijen is gelast;

  • -

    producties 41 tot en met 43 van de zijde van [eiseressen] ;

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 20 februari 2018.

1.2.

Het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 20 februari 2018 is buiten aanwezigheid van partijen opgemaakt. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om opmerkingen te maken over het proces-verbaal. Mr. Leerink heeft bij brief van 5 maart 2018 één opmerking gemaakt. Mr. Segbert heeft bij brief van 7 maart 2018 een aantal opmerkingen gemaakt. Het proces-verbaal wordt gelezen met inachtneming van deze opmerkingen.

1.3.

Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1. ’

t Leeuwtje exploiteert een cafébedrijf in het pand aan de [adres] (hierna: het pand), dat in eigendom toebehoort aan [eiseres sub 1] . [eiseres sub 1] houdt alle aandelen in [eiseres sub 2] . [A en B] houden via hun beheermaatschappijen alle aandelen in [eiseres sub 1] . In het pand werd tevens een cafetaria, genaamd [X] , geëxploiteerd.

2.2.

[eiseressen] heeft in het verleden een brand-, aansprakelijkheids- en personenautoverzekering voor het pand afgesloten bij Univé.

2.3.

Op de verzekeringsovereenkomst bij Univé was een clausuleblad bedrijven van toepassing, dat onder meer het volgende inhoudt:

“4. Elektrische installatie

De elektrische installatie moet voldoen aan de veiligheidsvoorschriften voor laagspanningsinstallaties norm NEN 1010 en aan de aansluitvoorwaarden van het stroomleverende bedrijf.

De installatie dient tenminste eenmaal per drie jaar door een erkend elektrotechnisch bedrijf gecontroleerd te worden en eventueel geconstateerde gebreken dienen onverwijld te worden verholpen. (…)”

2.4.

Op 22 maart 2013 heeft Univé het volgende geschreven aan Cafetaria [X] , ter attentie van [B] :

“Naar aanleiding van het inspectiebezoek van onze inspecteur, de heer [de inspecteur] , van 6 augustus 2012 delen wij u het volgende mee.

Tijdens het inspectiebezoek (…) is geconstateerd, dat het verzekerde object niet meer voldoet aan onze huidige acceptatienormen.

Wij delen u hierbij mee, dat wij de brandverzekering (…) niet langer kunnen voortzetten.

Onder andere is geconstateerd, dat:

De elektra niet aan de normen conform NEN 1010 voldoet. Dit levert een verhoogd risico op brandgevaar op.

(…)

Gezien al het hierboven vermelde zullen wij de brandverzekering (…) beëindigen per de vervaldatum, zijnde 1 augustus 2013. (…)”

2.5.

[C] , de vader van [A en B] , heeft bij e-mail van 17 juni 2013 onder meer het volgende geschreven aan Univé:

“Tijdens het inspectiebezoek op 6 augustus 2012 door de heer [de inspecteur] van Univé werden de volgende zaken geconstateerd:

1. de elektra voldeed niet aan de NEN 1010

Op twee plekken werd op dat moment aan de elektra gewerkt, een plafond werd vervangen en er hing een centraaldoos los, hier zijn foto’s van gemaakt, echter beide problemen zijn kort daarna verholpen. Daarvoor was de gehele installatie in het complex vernieuwd/vervangen. Voedingen van Cafétaria en Café zijn gescheiden en de Groepen/Meterkast bevinden zich nu buiten bij het transformatorhuis (…).”

2.6.

Univé heeft de verzekeringsovereenkomst beëindigd per 1 augustus 2013. [gedaagde sub 2] , een door [eiseressen] ingeschakelde zelfstandig assurantietussenpersoon, heeft op 8 juli 2013 namens [eiseres sub 1] een aanvraag tot verzekering ingediend bij NN. Op de vraag of in de afgelopen 5 jaar door een verzekeringsmaatschappij enige vorm van verzekering is geweigerd of opgezegd is “ja” geantwoord. In de begeleidende brief heeft [D] , werkzaam bij [gedaagde sub 2] , het volgende geschreven:

“De klant was is momenteel verzekerd bij Univé met de brandverzekering en heeft daar naar aanleiding van een geschil te horen gekregen dat de verzekering wordt beëindigd.

De heer [A] is bereid om een inspecteur te ontvangen mochten jullie dat nodig achten om het risico te bepalen.”

2.7.

Bij brief van 9 juli 2013, opgesteld door [D] en [A] gezamenlijk, heeft [A] onder meer het volgende geschreven aan NN:

“De brandpolis bij Univé Verzekeringen is naar aanleiding van een inspectiebezoek beëindigd per 01-08-2013. (…)

Ik kan u mededelen dat de elektra inmiddels geheel is vervangen en volledig voldoet aan de normen conform NEN 1010. (…)”

2.8.

NN heeft vervolgens een polisblad met polisvoorwaarden toegestuurd. Blijkens het polisblad bestaat het Zekerheidspakket Horeca van NN uit een aansprakelijkheidsverzekering bedrijven, een autoverzekering bedrijven, een gebouwverzekering, inventaris-/goederen-/huurdersbelangverzekering, en een rechtsbijstandverzekering bedrijven. Het polisblad vermeldt onder meer het volgende:

“Uw Zekerheidspakket Horeca bestaat uit:

Gebouwverzekering

(…)

Inventaris-/Goederen-/Huurdersbelangverzekering

(…)

Er is alleen dekking als de noodzakelijke preventievoorzieningen aanwezig zijn en verzekerde de bijbehorende voorschriften naleeft. Deze staan in de polis in hoofdstuk 11 (Nadere omschrijvingen) onder Preventie.”

2.9.

Onder Hoofdstuk 11, nadere omschrijvingen, staat onder meer het volgende:

Preventievoorzieningen en preventievoorschriften

(…)

Elektrische installatie

h De elektrische installatie, machines en gereedschappen (arbeidsmiddelen) worden periodiek geïnspecteerd door een bij een branchevereniging aangesloten installatie- of inspectiebedrijf, op basis van de laatste versie van de norm NEN 3140.

i De frequentie van deze inspecties wordt bepaald aan de hand van deze norm, en is ten minste eenmaal per vijf jaar.

j Eventuele tekortkomingen en/of gebreken worden zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen twee maanden na constatering daarvan, verholpen.

(…)”

2.10.

In de nacht van 3 op 4 september 2015 is brand uitgebroken in het pand.

2.11.

Een verklaring van D.D.I. Techniek & Advies (de installateur van [eiseressen] , hierna: DDI of [E] ) van 9 september 2015, gericht aan [eiseres sub 1] en bestemd voor NN, houdt onder meer het volgende in:

“Naar aanleiding van uw verzoek, kunnen wij verklaren dat de technische installaties aan uw pand (…) in goede conditie zijn. (…)

Wij komen met regelmaat onderhoud en controle uitvoeren aan de elektrotechnische-, gas-, water- en cv-installaties. (…)

Wij hebben de werkzaamheden aan de installatie uitgevoerd volgens de daarvoor geldende wettelijke normen: NEN 1010 en 3140 voor elektra (…)”.

2.12.

EMN heeft in opdracht van NN onderzoek gedaan naar de brand. Het Rapport Technisch Sporenonderzoek van 6 januari 2016 houdt onder meer het volgende in:

“5.0 Analyse oorzaak en conclusies

Op basis van het ingestelde onderzoek werd vastgesteld:

(…)

Dat de brand is ontstaan aan de linkerachterzijde in de cafetaria.

Dat er geen sporen werden aangetroffen die duidden op de aanwezigheid c.q. het gebruik van licht ontvlambare stoffen.

Dat een elektrotechnische oorzaak voor het ontstaan van de brand zeer waarschijnlijk is.”

2.13.

Het toedrachtsonderzoek van EMN van 28 januari 2016 houdt onder meer in dat niet is voldaan aan de clausule elektrische installatie, omdat geen recente periodieke keuring van de machines en gereedschappen (arbeidsmiddelen) heeft plaatsgevonden, en er onvoldoende bewijs is dat er recent een periodieke en volledige keuring van de vaste elektrische installatie heeft plaatsgevonden. Opgemerkt wordt dat weliswaar door verzekerde een brief is overgelegd van DDI van 19 juli 2013, waaruit zou moeten blijken dat de keuring van de elektrische installatie van verzekerde in juli 2013 zou hebben plaatsgevonden, maar die brief wordt op geen enkele wijze ondersteund door fysiek bewijs vanuit de administratie van DDI in de vorm van een bijbehorende factuur en/of werkbon.

2.14.

Bij brief van 29 januari 2016 heeft NN dekking afgewezen. Deze brief houdt onder meer het volgende in:

“(…)

Preventie

Het polisblad van uw Zekerheidspakket vermeldt dat er alleen dekking is als de noodzakelijke preventievoorzieningen aanwezig zijn en u de daarbij behorende voorschriften naleeft. Deze voorzieningen en voorschriften zijn in hoofdstuk 11 van de polis als volgt nader omschreven:

h De elektrische installatie, machines en gereedschappen (arbeidsmiddelen) worden periodiek geïnspecteerd door een bij een branchevereniging aangesloten installatie- of inspectiebedrijf, op basis van de laatste versie van de norm NEN 3140.

i De frequentie van deze inspecties wordt bepaald aan de hand van deze norm, en is ten minste eenmaal...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT