Uitspraak Nº C/09/549943 / HA ZA 18-320. Rechtbank Den Haag, 2019-01-23

ECLIECLI:NL:RBDHA:2019:550
Date23 Enero 2019
Docket NumberC/09/549943 / HA ZA 18-320
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel

zaaknummer / rolnummer: C/09/549943 / HA ZA 18-320

Vonnis in verzet van 23 januari 2019

in de zaak van

1 [eisende partij A] ,

2. [eisende partij B] ,

beiden wonende te [plaats 1] ,

eisers,

gedaagden in verzet,

advocaat: mr. E.C.J. Ris te Amsterdam,

TEGEN

[gedaagde C] ,

wonende te [plaats 2] ,

advocaat: mr. I.R. Köhne te Voorburg,

gedaagde,

eiser in verzet,

EN

1 RABOHYPOTHEEKBANK N.V.,

2. COÖPERATIEVE RABOBANK U.A.,

beide gevestigd te Amsterdam,

tussenkomende partijen,

advocaat: mr. J.A. Dullaart te Naaldwijk.

Eisers, gedaagden in verzet, worden gezamenlijk ‘ [A c.s.] ’ (mannelijk enkelvoud) en afzonderlijk ‘ [A] ’ en ‘ [B] ’ genoemd. Gedaagde, eiser in verzet, wordt hierna ‘ [C] ’ genoemd. De tussenkomende partijen worden ‘Rabobank c.s.’ genoemd.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 8 december 2017 met producties 1 tot en met 6;

  • -

    het verstekvonnis van 7 februari 2018;

  • -

    de verzetdagvaarding van 13 maart 2018 met producties 1 tot en met 7;

  • -

    de akte van de zijde van [C] met producties 8 en 9 van 28 maart 2018;

  • -

    de akte inzake oproepen hypotheekhouder (art. 5:81 lid 2 BW) van de zijde van [A c.s.] van 28 maart 2018;

  • -

    akte tot referte van de zijde van Rabobank cs;

  • -

    het tussenvonnis van 27 juni 2018, waarbij een comparitie van partijen is bevolen;

  • -

    het proces-verbaal van de descente en de comparitie van partijen van 29 november 2018 en de daarin genoemde stukken.

1.2.

Partijen zijn in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het proces-verbaal van de descente en de comparitie dat, met hun instemming, buiten aanwezigheid van partijen is opgemaakt. [C] heeft bij brief van 17 december 2018 van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. De rechtbank leest het proces-verbaal met inachtneming van deze opmerkingen.

1.3.

Ten slotte is een datum voor het wijzen van vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

[A c.s.] is sinds 3 juli 2008 eigenaar van de woning met omliggende grond op het adres [adres] (kadastraal: [kadastraal 1] ) (hierna: [nummer 1] ). [C] is sinds 10 augustus 2017 eigenaar van de naastgelegen woning met omliggende grond op het adres [adres 2 en 2a] (kadastraal: [kadastraal 2] en [kadastraal 2a] ) (hierna: [nummer 2] ).

2.2.

Tussen de woningen ligt, op het perceel van [A c.s.] , een overdekte poort, van de openbare weg naar het achtererf van [A c.s.] . De poort is aan de kant van de openbare weg afgesloten met een deur. Tussen de achtererven van partijen bevindt zich, op de erfgrens, een muur. Aan het einde van de poort, gezien vanaf de kant van de openbare weg, zit in de muur een opening met een houten deur. Deze opening is jarenlang dichtgemetseld geweest. In 1980 is het metselwerk verwijderd en is de genoemde houten deur in de opening geplaatst. Enkel [C] heeft een sleutel van deze deur.

Poort vanaf de openbare weg bezien

Poort vanaf achtererf

[nummer 1] bezien

Uitgang poort vanaf achtererf

[nummer 1] bezien

Uitgang poort en opening naar achtererf

[nummer 2]

2.3.

Op het achtererf van [nummer 2] lagen in het verleden een beerput en een Nortonwel (kort gezegd: een waterbron die is aangelegd door het slaan van een pijp tot een watervoerende laag is bereikt). Zowel de beerput als de Nortonwel zijn er niet meer.

2.4.

In de leveringsaktes van de panden is het volgende beding opgenomen:

OMSCHRIJVING ERFDIENSTBAARHEDEN, KWALITATIEVE BEDINGEN EN/OF BIJZONDERE VERPLICHTINGEN

Met betrekking tot bekende erfdienstbaarheden, kwalitatieve bedingen en/of bijzondere verplichtingen wordt verwezen naar een akte van transport op [datum 2] negentienhonderd éénenzestig verleden voor [notaris 2] , destijds notaris te [plaats 1] , welke akte in overgeschreven ten hypotheekkantore te ‘s-Gravenhage, in [deel II, nummer 2] , waarin onder meer woordelijk staat vermeld:

“Voor bijzondere bepalingen en erfdienstbaarheden wordt ten deze speciaal verwezen naar een akte van verkoop en koop op [datum 1] achttienhonderd zesennegentig verleden voor de destijds te [plaats 1] gevestigde notaris [notaris 1] , bij afschrift overgeschreven ten hypotheekkantore aldaar diezelfde dag in [deel I nummer 1] , waarin woordelijk is bepaald:

De eigenaar van het perceel numero’s [1 en 1a] , kadaster [sectie X numero ..2] , zal met den eigenaar van een perceel [sectie X numero ..1] het gebruik hebben va de beerput en de Nortonwel gelegen in het perceel kadaster [sectie X numero ..1] .

Ten behoeve van het perceel kadaster [numero ..1] en ten laste van het perceel kadaster [numero ..2] voor zooveel betreft de daartoe behoorende poort, worden gevestigd de erfdienstbaarheden van dreef door die poort en het recht om met kruiwagen door die poort te rijden en van uitlozing van hemel en menagewater, door het in die poort liggende riool; de eigenaren van de perceelen, kadaster [sectie X numero's ..1 en ..2] dragen ieder de helft in de kosten van de ontruiming en onderhoud van de beerput en de Nortonwel, terwijl de eigenaar van perceel kadaster [numero ..1] , twee/vijfde gedeelten en de eigenaar van

het kadastraal perceel [numero ..2] , drie/vijfde gedeelten zal dragen in de kosten van onderhoud van de voordeur voor de riolering in- en de bestrating van die poort, de kosten van onder der leiding van voormelde perceelen, voor zoover eigenaar van perceel kadaster [numero ..1] zal steeds aan den eigenaar van perceel [numero ..2] den toegang moeten onderhoud betreffende.

Tot de richtige...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT