Uitspraak Nº C/09/522838 / FA RK 16-9179. Rechtbank Den Haag, 2017-01-18

ECLIECLI:NL:RBDHA:2017:549
Docket NumberC/09/522838 / FA RK 16-9179
Date18 Enero 2017
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)

Rechtbank Den HAAG

Meervoudige Kamer

Rekestnummer: FA RK 16-9179

Zaaknummer: C/09/522838

Datum beschikking: 18 januari 2017

Internationale kinderontvoering
Beschikking op het op 2 december 2016 ingekomen verzoek van:
[de vader] ,

de vader,

wonende te [woonplaats] , Canada,

advocaat: mr. J.A.M. Schoenmakers te Breda.

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,

wonende op een voor de rechtbank bekend adres te Nederland,

advocaat: mr. T.M. Coppes te Aerdenhout.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:

  • -

    het verzoekschrift;

  • -

    het verweerschrift;

  • -

    het faxbericht d.d. 19 december 2016, met bijlagen, van de zijde van de vader;

  • -

    het faxbericht d.d. 29 december 2016, met bijlagen, van de zijde van de vader;

  • -

    het faxbericht d.d. 3 januari 2016, met bijlagen, van de zijde van de vader.

Op 20 december 2016 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: partijen bijgestaan door hun advocaten. Het betrof hier een regiezitting met het oog op crossborder mediation in internationale kinderontvoeringszaken met als behandelend rechter, tevens kinderrechter, mr. I.D. Bellaart. De behandeling ter terechtzitting is aangehouden.

Na genoemde regiezitting hebben de vader en de moeder getracht door middel van crossborder mediation, gefaciliteerd door het Mediation Bureau van het Centrum Internationale Kinderontvoering, tot een minnelijke regeling te komen. Op 27 december 2016 heeft het Mediation Bureau de rechtbank bericht dat de mediation tussen partijen niet is geslaagd. De vader handhaaft daarom het teruggeleidingsverzoek.

De minderjarigen [de minderjarige 1] , [de minderjarige 2] en [de minderjarige 3] zijn op 4 januari 2017 in raadkamer gehoord. Bij deze gesprekken was een tolk in de Engelse taal, mw. [naam] , aanwezig.

Op 4 januari 2017 is de behandeling ter terechtzitting van de meervoudige kamer voortgezet. Hierbij zijn verschenen: partijen bijgestaan door hun advocaten.

Van de zijde van zowel de vader als de moeder is een pleitnotitie overgelegd.

Feiten

- Partijen zijn gehuwd geweest van [datum huwelijk] tot [datum echtscheiding] .

- Zij zijn de ouders van de volgende thans nog minderjarige kinderen:

- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Canada;

- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Canada;

- [de minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Canada.

- Op of omstreeks 3 oktober 2016 heeft de moeder met de minderjarigen Canada verlaten en is met de minderjarigen naar Nederland vertrokken.

- De moeder staat blijkens het uittreksel uit het systeem ingevolgde de Wet basisregistratie personen (hierna: Wet Brp) sinds 13 oktober 2016 ingeschreven op haar huidige adres in Nederland. De minderjarigen staan blijkens het uittreksel uit het systeem ingevolge de Wet Brp sinds 3 november 2016 op dit adres ingeschreven.

- Blijkens dit uittreksel uit het systeem ingevolge de Wet Brp heeft de moeder de Nederlandse nationaliteit en hebben de minderjarigen (in ieder geval) de Canadese nationaliteit. De moeder heeft onweersproken gesteld dat de minderjarigen hiernaast ook de Nederlandse nationaliteit hebben. De vader heeft de Canadese nationaliteit.

- Partijen hebben d.d. 24/25 februari 2010 een Separation Agreement opgesteld.

- Bij Divorce Order d.d. 26 februari 2010 van de Superior Court of Justice te Ontario is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en zijn de afspraken betreffende het ouderlijk gezag, de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen en de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken opgenomen.

- De moeder heeft in de periode van maart 2010 tot april 2012 in Nederland gewoond en gewerkt. De minderjarigen verbleven toen bij de vader in Canada. Nadat [de minderjarige 2] een ernstig ongeval heeft gehad is de moeder op 4 april 2012 teruggekeerd naar Canada.

- Vanaf oktober 2012 tot september 2015 liep er een procedure tussen partijen met betrekking tot het ouderlijk gezag over de minderjarigen en de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken.

- De London Custody & Access Project heeft – naar aanleiding van een Court Order van de Superior Court in Woodstock d.d. 5 oktober 2012 – op 26 juni 2013 een assessment report uitgebracht over de uitoefening van het gezag over de minderjarigen en de verblijfplaats van de minderjarigen.

- Bij Court Order d.d. 17 september 2015 is – overeenkomstig de door partijen opgestelde Minutes of Settlement – onder meer het volgende bepaald:

1. The Applicant mother and Respondent father shall continue to have joint custody care and control of the children [de minderjarige 1] (…) , [de minderjarige 2] (…), and [de minderjarige 3] (…).

2. The provisions in any previous Order of this court, with respect to the custody of or access to the children [de minderjarige 1] (…), [de minderjarige 2] (…), and [de minderjarige 3] (…), are hereby set aside.

3. Section 3, titled “Parenting”, as set out in the Separation Agreement, signed by the parties, dated February 24, 2010, shall be deleted from the said Separation Agreement.

4. The children [de minderjarige 1] (…), [de minderjarige 2] (…) and [de minderjarige 3] (…) shall continue to reside, with their mother and father, on an equal “week-about” schedule. Each parent’s week with the children shall commence on Monday at 9:00 a.m. and end on the following Monday at 9:00 a.m.

(…)

- Bij Temporary Order d.d. 12 oktober 2016 van de Superior Court of Justice is onder meer het volgende bepaald:

1. The children [de minderjarige 1] (…), [de minderjarige 2] (…), and [de minderjarige 3] (…) are to be returned forthwith to the care and control of their father, [de vader] .

(…)

5. And this court orders that the Respondent, [de vader] , is hereby granted sole custody of the said children.

6. And this court orders that the effect and enforcement of all other terms and provisions of the Order of Mr. Justice Aston dates on September 17, 2015 touching upon the said children is hereby suspending pending further Court Order.

(…)

8. And this court orders that the children are not to be removed from the Province of [woonplaats] without a prior Court Order.

(…)

- Bij Court Order d.d. 18 oktober 2016 van de Superior Court of Justice is onder meer het volgende bepaald:

1. The children, namely [de minderjarige 1] (…), [de minderjarige 2] (…), and [de minderjarige 3] (…), pursuant to Article 3 of the Convention on the Civil Aspects of International Child Abduction, were wrongfully removed from their habitual residence of [woonplaats] , in breach of the joint custody terms of the Order of Justice D. Aston dated September 17, 2015.

2. And this court orders that, pursuant to Article 18 of the Convention on the Civil Aspects of International Child Abduction, the children, namely [de minderjarige 1] (…), [de minderjarige 2] (…), and [de minderjarige 3] (…), are to be returned forthwith to the care and control of their father, [de vader] .

3. And this court orders that the Respondent, [de vader] , is hereby granted sole custody of the said children.

(…)

- Partijen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT