Uitspraak Nº C/09/535336 / KG ZA 17/890 en C/09/536932 / KG ZA 17/1057. Rechtbank Den Haag, 2017-08-16

ECLIECLI:NL:RBDHA:2017:9248
Docket NumberC/09/535336 / KG ZA 17/890 en C/09/536932 / KG ZA 17/1057
Date16 Agosto 2017
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
Rechtbank den haag

Team Handel - voorzieningenrechter

zaak- / rolnummers: C/09/535336 / KG ZA 17/890 en C/09/536932 / KG ZA 17/1057

Vonnis in kort geding van 16 augustus 2017

in de zaak van

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[17-890 [eisers 1 t/m 63]]

[vestigingsplaats en/of woonplaats] ,

eisers,

advocaat mr. P.J.G. Goumans te Nijmegen,

tegen:

de Staat der Nederlanden (het ministerie van Economische Zaken),

zetelend te Den Haag,

gedaagde,

advocaten mr. B.J. Drijber en mr. P.P. Huurnink te Den Haag,

en in de zaak van:

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[17-1057 [eisers 1 t/m 51]]

[vestigingsplaats en/of woonplaats] ,

eisers,

advocaat mr. P.J.G. Goumans te Nijmegen,

tegen

de Staat der Nederlanden (het ministerie van Economische Zaken),

zetelend te Den Haag,

gedaagde,

advocaten mr. B.J. Drijber en mr. P.P. Huurnink te Den Haag.

Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘eisers’ en ‘de Staat’.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaardingen met producties;

- de akte houdende een verzoek tot voeging;

- de brief van 31 juli 2017;

- de door de Staat overgelegde producties;

- de bij de mondelinge behandeling door beide partijen overgelegde pleitnotities.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 3 augustus 2017. Ter zitting is het verzoek tot voeging toegestaan en is vonnis bepaald op heden.

2 De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

2.1.

Eisers zijn melkveehouders.

2.2.

De mest van runderen bevat fosfaten die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de bodem en het grond- en oppervlaktewater. Bij brief van 2 juli 2015 heeft het kabinet de Tweede Kamer geïnformeerd over de invulling van fosfaatproductie-beperkende maatregelen. Het kabinet heeft in die brief een wetsvoorstel aangekondigd tot wijziging van de Meststoffenwet “ter introductie van een productiebegrenzing in de melkveehouderij in de vorm van fosfaatrechten” (hierna: het wetsvoorstel fosfaatrechten). Melkveehouderijen zouden vanaf 1 januari 2017 alleen fosfaat mogen produceren – en dus alleen melkvee mogen houden – als zij over voldoende rechten beschikken. Bij de introductie van het stelsel krijgen bedrijven met melkvee een hoeveelheid fosfaatrechten toegekend. De peildatum voor die toekenning is 2 juli 2015. Met het stelsel wordt wettelijk geborgd dat de fosfaatproductie onder het niveau van het fosfaatplafond blijft.

2.3.

De invoering van het stelsel van fosfaatrechten is na interventie van de Europese Commissie uitgesteld tot 1 januari 2018.

2.4.

Om de fosfaatproductie in 2017 terug te dringen is in overleg met de zuivelsector een fosfaatreductieplan opgesteld. Onderdeel van dit fosfaatreductieplan is de Regeling fosfaatreductieplan 2017 (Stcrt. 2017, nr. 9915, hierna: de Regeling). De Regeling is op 1 maart 2017 in werking getreden en loopt tot en met 31 december 2017. De Regeling bepaalt in de kern dat melkveehouders hun aantal vrouwelijke runderen stapsgewijs moeten reduceren tot een niveau gerelateerd aan de peildatum van 2 juli 2015 of een heffing moeten betalen.

2.5.

Voor de overige relevante feiten, onder meer over de sinds 2015 gestegen mestproductie in Nederland en de voorgeschiedenis van de Regeling, wordt verwezen naar de vonnissen van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 4 mei 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:4632, ECLI:NL:RBDHA:2017:4633, ECLI:NL:RBDHA:4634, ECLI:NL:RBDHA:2017:4635, ECLI:NL:RBDHA:2017:4637 en ECLI:NL:RBDHA:4638.

2.6.

In totaal 51 melkveehouderijen hebben zich gewend tot de voorzieningenrechter van deze rechtbank, met de vordering tot buitenwerkingstelling van de Regeling. Bij vonnissen van 4 mei 2017 heeft de voorzieningenrechter de Regeling ten aanzien van die eisers buiten werking gesteld vanwege strijd met artikel 1 Eerste Protocol van het EVRM (hierna: artikel 1 EP). In de vonnissen heeft de voorzieningenrechter daartoe overwogen:

“Eisers drijven commerciële ondernemingen. Daaraan zijn commerciële risico’s inherent. Zij hebben echter in hun bedrijven geïnvesteerd op een manier die de Staat zelf voorstond en heeft gestimuleerd door middel van de Wet verantwoorde groei melkveebedrijven en de AMvB Grondgebonden groei melkveehouderij. Het is op zichzelf juist dat – zoals de Staat heeft aangevoerd – in de kamerstukken meermaals de waarschuwing is geuit dat productiebegrenzende maatregelen zouden volgen bij overschrijding van het fosfaatproductieplafond. Eisers kunnen niet worden gevolgd in hun betoog dat daarbij steeds enkel werd gedoeld op het stelsel van fosfaatrechten, aangezien de waarschuwingen ook in algemene termen zijn geuit, zonder daarbij specifieke maatregelen te noemen. De voorzieningenrechter is evenwel van oordeel dat niet kan worden geconcludeerd dat eisers redelijkerwijs hadden moeten voorzien dat de Regeling ook hen zou treffen, gelet op het specifieke karakter van hun onderneming en de aard van de door...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT