Uitspraak Nº C/09/510604 / HA ZA 16-551. Rechtbank Den Haag, 2017-12-13

ECLIECLI:NL:RBDHA:2017:14585
Date13 Diciembre 2017
Docket NumberC/09/510604 / HA ZA 16-551
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel

zaaknummer / rolnummer: C/09/510604 / HA ZA 16-551

Vonnis van 13 december 2017

in de zaak van

[de curator] , in hoedanigheid van:
1. curator in het faillissement van de vennootschap onder firma [de VOF] V.O.F ., handelend onder de naam [handelsnaam VOF] (hierna: [de VOF] ),

2. bewindvoerder in de wettelijke schuldsaneringsregeling van [A] (hierna: [A] ), vennoot van de [de VOF] ,
3. bewindvoerder in de wettelijke schuldsaneringsregeling van [B] (hierna: [B] ), vennoot van de [de VOF] ,

wonende te [woonplaats] ,

eiser,

advocaat mr. F.J. Hordijk te Naaldwijk,

tegen

de coöperatie

COÖPERATIEVE RABOBANK U.A.,
rechtsopvolgster onder algemene titel van de Coöperatieve Rabobank Westland U.A.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde,

advocaat mr. J.A. Dullaart te Naaldwijk.

Partijen worden hierna de curator en Rabobank genoemd.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 22 april 2016, met 14 producties;

  • -

    de conclusie van antwoord, met 17 producties;

  • -

    het tussenvonnis van 10 augustus 2016, waarbij een comparitie van partijen is bevolen;

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 29 november 2016;

  • -

    de akte houdende uitlaten inzake opzegging lidmaatschap en besluiten ten aanzien van ledenlening en participatiereserve, met producties 15 tot en met 18, van de curator.

  • -

    de antwoordakte na comparitie van Rabobank.

1.2.

Het proces-verbaal van de comparitie van partijen is met instemming van partijen buiten hun aanwezigheid opgemaakt. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om opmerkingen te maken over het proces-verbaal voor zover het feitelijke onjuistheden betreft. Rabobank heeft daarvan gebruik gemaakt bij brief van 15 december 2016 en de curator bij brief van eveneens 15 december 2016. Die brieven zijn aan het proces-verbaal gehecht en maken onderdeel uit van het procesdossier.

1.3.

Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

Op 10 december 2013 zijn de [de VOF] alsmede haar vennoten [A] en [B] (hierna tezamen in vrouwelijk enkelvoud: [de V.O.F. c.s.] ) in staat van faillissement verklaard, onder gelijktijdige intrekking van de op 29 november 2013 aan de [de VOF] voorlopig verleende surseance van betaling, met de aanstelling van de curator als zodanig.

2.2.

Bij beschikkingen van 8 mei 2015 van deze rechtbank zijn de faillissementen van [A] en [B] opgeheven onder gelijktijdig van toepassing verklaren van de wettelijke schuldsaneringsregeling, met de aanstelling de curator als bewindvoerder.

2.3.

[de V.O.F. c.s.] was lid van de coöperatie Coöperatieve Bloemenveiling FloraHolland U.A. (hierna: FloraHolland). FloraHolland is per 1 januari 2008 ontstaan door een juridische fusie van de te Naaldwijk, gemeente Westland, gevestigde Coöperatieve Bloemenveiling FloraHolland U.A. (oud) en de te Aalsmeer gevestigde Coöperatie Bloemenveiling Aalsmeer U.A. FloraHolland heeft bij deze fusie onder algemene titel alle vermogensbestanddelen verkregen van de twee coöperaties die door de fusie zijn opgehouden te bestaan.

2.4.

De geldende statuten van FloraHolland (per 2013) luiden, voor zover relevant:

“(…) Verkrijging van het (gewone) lidmaatschap.
Artikel 6.
1. Lid van de coöperatie kunnen zijn:
a. Natuurlijke personen en rechtspersonen die niet in staat van faillissement verkeren en één of meer bedrijven uitoefenen, waarin sierteeltproducten worden geteeld.
b. Rechtspersonen die niet in staat van faillissement verkeren en van welke de

deelgenoten (leden of vennoten) één of meer bedrijven uitoefenen als onder a. bedoeld.

(…)
7.Het lidmaatschap is persoonlijk en derhalve niet vatbaar voor overdracht of overgang. Niettemin kan het bestuur in daarvoor naar zijn oordeel in aanmerking komende gevallen, zoals bijvoorbeeld overlijden, juridische fusie of splitsing en wijziging van rechtsvorm, na overleg met betrokkenen regelingen treffen ertoe strekkend dat een rechtverkrijgende geheel of gedeeltelijk voor de toepassing van daarvoor in aanmerking komende bepalingen, zoals die met betrekking tot de ledenlening of de participatierekening, in de plaats treedt van zijn rechtsvoorganger.’

(…)
Einde van het lidmaatschap.
Artikel 8.
1. Het lidmaatschap eindigt:
(…)
c. door opzegging door het bestuur volgens artikel 11;
(…)

Lidmaatschap. Opzegging door het bestuur.
Artikel 11.
1. Het bestuur kan aan een lid het lidmaatschap – met ingang van het eerstvolgende boekjaar en zonder inachtneming van een opzeggingstermijn – opzeggen:
a. indien het lid een of meer vereisten voor het lidmaatschap heeft verloren;

(…)
Geldmiddelen.
Artikel 15.
De ter bereiking van het doel van de coöperatie benodigde gelden kunnen onder meer worden verkregen door:
(….)
d. het aangaan van geldleningen en kredieten, onder meer door het instellen van een ledenlening;

(…)

Ledenlening.
Artikel 17.
1. Ieder lid neemt deel in de ledenlening aan de coöperatie door eventuele inhouding voor dit doel (…)

Ten name van elk lid zal in de boeken van de coöperatie een afzonderlijke rekening betreffende zijn tegoed in de ledenlening worden bijgehouden.
2. Over het tegoed in de ledenlening vergoedt de coöperatie een jaarlijkse rente. Het rentepercentage wordt vastgesteld door het bestuur. De rente wordt jaarlijks op een door het bestuur vast te stellen tijdstip aan de leden betaalbaar gesteld.
3. De bedragen die op grond van het bepaalde in lid 1 van dit artikel worden bijgeschreven op de ledenlening, zullen telkens in de eerste maand van het negende boekjaar, volgend op dat waarin de eerdergenoemde bijschrijvingen plaatsvond, worden afgelost. De algemene ledenvergadering kan, op voorstel van het bestuur, besluiten alle in een of meer jaren bijgeschreven bedragen (“jaarlagen”) op de ledenleningen van de leden eerder of later af te lossen.
4. Na het eindigen van het lidmaatschap wordt het tegoed op de ledenlening aan het oud-lid dan wel diens rechtverkrijgende(n) voldaan als volgt.
Gedurende de drie kalenderjaren na het jaar waarin het lidmaatschap eindigde, blijft het voorgaande lid van toepassing.
Het alsdan nog niet terugbetaalde wordt voldaan binnen drie maanden na de vaststelling van de jaarrekening over het laatste boekjaar van de driejaarsperiode.

(…)
Participatiereserve.
Artikel 34.
1. De participatiereserve is de som van de ten name van de afzonderlijke leden in de boeken van de coöperatie geadministreerde participatierekeningen. De participatiereserve behoort tot het eigen vermogen van de coöperatie.
2. Bijschrijvingen op de participatierekeningen vinden plaats als bepaald in artikel 33 leden 1 en 2.
3. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering besluiten, dat de in een boekjaar op de participatierekeningen bijgeschreven bedragen (…) aan de leden of hun rechtverkrijgende betaalbaar worden gesteld uiterlijk in het eenentwintigste boekjaar na het boekjaar waarin de toevoeging geschiedde.
(…)
5. (…)
b. Voorts kan het bestuur besluiten dat de contante waarde van het saldo van de participatierekening van een lid of oud-lid dat onherroepelijk in staat van faillissement is verklaard, wordt uitgekeerd binnen drie maanden na de vaststelling van de jaarrekening van de coöperatie over het boekjaar waarin het vonnis tot faillietverklaring onherroepelijk is geworden.
(…)
7. Een participatierekening...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT