Uitspraak Nº C/09/521069 / HA RK 16-558. Rechtbank Den Haag, 2017-11-24

ECLIECLI:NL:RBDHA:2017:16301
Date24 Noviembre 2017
Docket NumberC/09/521069 / HA RK 16-558
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)

Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige kamer

Rekestnummer: HA RK 16-558

Zaaknummer: C/09/521069

Datum beschikking: 23 november 2017

Beschikking op het op 21 november 2016 ingekomen verzoek van:
[verzoeker] ,

verzoeker,

wonende te [woonplaats]

advocaat: mr. M. Timmer te ’s-Gravenhage.

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

DE STAAT DER NEDERLANDEN,

(Ministerie van Veiligheid en Justitie, Immigratie- en Naturalisatiedienst,

verder te noemen “de IND”),

zetelende te ’s-Gravenhage,

vertegenwoordigd door R.Y. Reckers.

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken waaronder:

- het verzoekschrift;

- de brief van 20 januari 2017, van de zijde van de IND;

- de brief van 27 maart 2017, van de zijde van verzoeker, met bijlagen;

- de brief van 16 juni 2017, van de zijde van de IND, met bijlagen.

Op 26 oktober 2017 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: verzoeker met zijn advocaat alsmede de heer R.Y. Reckers namens de IND. Van de zijde van verzoeker is een pleitnotitie overgelegd.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot het vaststellen van het Nederlanderschap van verzoeker.

De IND stelt zich op het standpunt dat verzoeker vanaf 23 november 1989 niet meer in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit.

Feiten

- Verzoeker heeft zich op 22 augustus 1986 ingeschreven in de gemeente [woonplaats] , komende uit Egypte. Hij had toen de Egyptische nationaliteit.

- Verzoeker is van [datum] tot [datum] getrouwd geweest met [naam] .

- Op 30 augustus 1988 heeft verzoeker een verzoek om naturalisatie tot Nederlander ingediend. Op 17 augustus 1989 ondertekende verzoeker in dat verband een verklaring met als aanhef “Verklaring tot verlies van de tegenwoordige nationaliteit in verband met het verzoek tot het verkrijgen van het Nederlanderschap”. In die verklaring verklaart verzoeker zich in verband met zijn verzoek tot het verkrijgen van het Nederlanderschap bereid stappen te nemen tot verlies van zijn Egyptische nationaliteit (hierna: de intentieverklaring).

- Op 17 augustus 1989 verzocht de man bij de Egyptische ambassade te ’s-Gravenhage toestemming om de Nederlandse nationaliteit te verkrijgen.

- Bij Koninklijk besluit van 11 oktober 1989 verkreeg verzoeker de Nederlandse nationaliteit.

- In een verklaring van de Egyptische ambassade te ’s-Gravenhage van 6 november 1989

is opgenomen “This is to certify that has lost his Egyptian nationality based on Egyptian minister of interiors decree nr. [nr.] dated [datum] .

Embassy received Egyptian passport nr. 235396 of on 6-11-1989

- In een (vertaalde) verklaring van het Ministerie van Binnenlandse Zaken van Egypte van 3 november 2015 is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:

“Refererend aan uw verzoek om een officiële verklaring te ontvangen van uw wettelijke status met betrekking tot de Egyptische nationaliteit, berichten wij u dat op 22/10/1989 ministerieel besluit nr. [nr.] is uitgevaardigd, waarin u werd toegestaan de Nederlandse nationaliteit aan te nemen zonder behoud van de Egyptische nationaliteit.

Gezien uw verzoek van 23/11/1989 om de Egyptische nationaliteit te mogen behouden, dat werd ontvangen binnen de wettelijke bepaalde tijd van een jaar en ingevolge van artikel 10 van de nationaliteitswet 26 van het jaar 1975- heeft u met ingang van deze datum [opnieuw] de Egyptische nationaliteit en wordt u tegemoetgetreden als houder van een dubbele nationaliteit (Egyptenaar/Nederlander).”

- Bij besluit van 8 augustus 2016 heeft het college van Burgemeester en Wethouders van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT