Uitspraak Nº C-09-488142 - FA RK 15-3475. Rechtbank Den Haag, 2015-07-06

ECLIECLI:NL:RBDHA:2015:7647
Date06 Julio 2015
Docket NumberC-09-488142 - FA RK 15-3475
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
Rechtbank Den HAAG

Meervoudige Kamer

Rekestnummer: FA RK 15-3475

Zaaknummer: C/09/488142

Datum beschikking: 6 juli 2015

Internationale kinderontvoering
Beschikking op het op 8 mei 2015 ingekomen verzoek van:
[de vader] ,

de vader,

wonende te [woonplaats] (India),

advocaat: mr. W.A. van der Stroom-Willemsen te Rotterdam.

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,

wonende te [woonplaats] ,

advocaat: mr. C.C.B. Boshouwers te Amsterdam.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:

  • -

    het verzoekschrift;

  • -

    het verweerschrift;

  • -

    de brief d.d. 21 mei 2015, met bijlagen, van de zijde van de vader;

- de brief d.d. 21 mei 2015 van de zijde van de vader, houdende een wijziging van

het verzoek;

- de brief d.d. 1 juni 2015 van de zijde van de moeder;

- de brief d.d. 9 juni 2015 van de zijde van de vader;

- de brief d.d. 16 juni 2015, met bijlagen, van de zijde van de vader;

- het f-formulier d.d. 19 juni 2015, met bijlagen, van de zijde van de moeder;

- het aanvullend verweerschrift tevens zelfstandig verzoek van de zijde van de moeder;

- de brief d.d. 19 juni 2015, met bijlagen, van de zijde van de vader;

- het f-formulier d.d. 22 juni 2015, met bijlagen, van de zijde van de vader.

Op 21 mei 2015 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de vader, bijgestaan door zijn advocaat en vergezeld van de tolk mevrouw [naam] , alsmede de moeder, bijgestaan door haar advocaat. Het betrof hier een regiezitting met het oog op crossborder-mediation in internationale kinderontvoeringszaken met als behandelend rechter, tevens kinderrechter, mr. A.C. Olland. De behandeling ter terechtzitting is aangehouden.

Na genoemde regiezitting hebben de vader en de moeder getracht door middel van crossborder-mediation, gefaciliteerd door het Mediation Bureau van het Centrum Internationale Kinderontvoering, tot een minnelijke regeling te komen. Op 1 juni 2015 heeft het Mediation Bureau de rechtbank bericht dat de mediation tussen partijen niet is geslaagd.

Door de moeder is verzocht om het horen van haar dochter uit een eerdere relatie, [de minderjarige 2] , door de meervoudige kamer. De vader heeft zich tegen dit verzoek verzet. De meervoudige kamer heeft het verzoek van de moeder afgewezen. De griffier heeft dit telefonisch aan de advocaten van partijen bericht.

Op 22 juni 2015 is de behandeling ter terechtzitting van de meervoudige kamer voortgezet. Hierbij zijn verschenen: de vader, bijgestaan door zijn advocaat en vergezeld van de tolk mevrouw [naam] , de moeder, bijgestaan door haar advocaat, alsmede de Raad voor de Kinderbescherming in de persoon van mevrouw [naam] .

Verzoek en verweer

Het verzoek van de vader luidt – na wijziging waartegen de moeder zich niet heeft verzet – thans:

 de onmiddellijke terugkeer van na te melden minderjarige [de minderjarige 1] naar India te bevelen, althans op een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, waarbij de rechtbank zal bepalen op welke datum de moeder de minderjarige [de minderjarige 1] met de benodigde geldige reisdocumenten aan de vader zal afgeven, zodat hij de minderjarige [de minderjarige 1] zelf mee terug kan nemen naar India, dan wel (subsidiair) te bepalen dat de moeder de minderjarige [de minderjarige 1] dient terug te brengen naar India;

 te bepalen dat het paspoort van de minderjarige [de minderjarige 1] aan de vader wordt afgegeven bij toewijzing van het teruggeleidingsverzoek, zodat hij het benodigde visum voor de minderjarige [de minderjarige 1] kan regelen (PIO kaart), waarbij het paspoort van de moeder aan haar zal worden geretourneerd en bij afwijzing van het teruggeleidingsverzoek te bepalen dat de paspoorten van zowel de moeder als de minderjarige [de minderjarige 1] in beheer blijven tot in de onderhavige HKOV-procedure onherroepelijk is beslist en alsdan bij toewijzing, idem als hiervoor verzocht;

 te bepalen dat de moeder wordt veroordeeld in de kosten van de door de vader in verband met de ontvoering en teruggeleiding gemaakte kosten ingevolge artikel 26 lid 4 HKOV en artikel 13 lid 5 van de Uitvoeringswet, tot dusver begroot (en nog nader aan te vullen) als volgt:

- griffierechten ad € 285,--;

- kosten tolk € 245,-- + PM;

- kosten vertaling € 2.030,-- + PM;

- reiskosten vader € 3.100,-- + PM;

- kosten verblijf NL hotel en autohuur € 1.300,-- + PM;

- kosten crossborder mediation PM;

- kosten SmeetsGijbels € 9.010,-- (30 uur + kantoorkosten) + PM;

€ 15.970,-- in totaal (nog exclusief PM posten).

De moeder heeft verweer gevoerd tegen de verzoeken van de vader, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Tevens heeft de moeder zelfstandig verzocht te bepalen dat:

 de paspoorten van de minderjarige [de minderjarige 1] en van de moeder, zoals deze zich bevinden ten kantore van Smeets Gijbels BV aan de Westersingel 84 te Rotterdam aan de moeder worden afgegeven vanaf de datum van de te wijzen beschikking;

 de vader uit hoofde van misbruik van procesrecht wordt veroordeeld in de proceskosten van de moeder , tot dusver begroot op € 285,-- ter zake van griffierechten, € 1.197,-- ter zake van crossborder mediation en € 6.483,18 (28 uur inclusief btw) en PM aan advocaatkosten;

een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Feiten

- Partijen zijn gehuwd op [datum huwelijk] te [plaats huwelijk] (India).

- Zij zijn de ouders van het volgende thans nog minderjarige kind:

- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .

- De moeder is voorts ouder van het volgende nog minderjarige kind uit een eerder huwelijk:

- [de minderjarige 2] , geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats] .

- Op 7 december 2014 is de moeder met de minderjarigen [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] vanuit [plaats] (India) naar Nederland vertrokken.

- De vader heeft de Indiase nationaliteit, de moeder heeft de Nederlandse en de Pakistaanse nationaliteit en de minderjarige [de minderjarige 1] heeft de Nederlandse nationaliteit.

- De vader heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT