Uitspraak Nº C/09/466028 / FA RK 14-3674. Rechtbank Den Haag, 2015-11-24

ECLIECLI:NL:RBDHA:2015:16252
Docket NumberC/09/466028 / FA RK 14-3674
Date24 Noviembre 2015
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)

Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige Kamer

Rekestnummer: FA RK 14-3674 (echtscheiding) en FA RK 15-1061 (verdeling)

Zaaknummer: C/09/466028 (echtscheiding) en C/09/482798 (verdeling)

Datum beschikking: 24 november 2015

Scheiding
Beschikking op het op 12 mei 2014 ingekomen verzoek van:
[de vrouw] ,

de vrouw,

wonende te [plaats 1] ,

advocaat: mr. R. de Falco te Amsterdam.

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de man] ,

de man,

wonende te [plaats 2] , Italië,

advocaat: mr. F.C. de Wit-Facchetti te Rotterdam.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:

  • -

    het verzoekschrift;

  • -

    het bericht d.d. 4 juni 2014, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;

  • -

    het verweerschrift tevens verzoekschrift;

- het verweer tegen het zelfstandig verzoek;

- het bericht d.d. 30 januari 2015, met bijlage, van de zijde van de man

- het bericht d.d. 2 oktober 2015, bij de rechtbank binnengekomen d.d. 5 oktober 2015, met bijlagen, van de zijde van de man;

- het bericht d.d. 5 oktober 2015 van de zijde van de man, tevens zijnde een aanvullend verzoekschrift;

- bericht 6 oktober 2015, met bijlagen, van de zijde van de man;

- de faxberichten d.d. 7 oktober 2015 en 8 oktober 2015, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;

- het faxbericht d.d. 9 oktober 2015, met bijlagen, van de zijde van de man.

Op 13 oktober 2015 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: partijen met hun advocaten en mevrouw [naam] als tolk voor de man. Van de zijde van de vrouw zijn pleitnotities overgelegd.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot echtscheiding met nevenvoorzieningen tot:

- vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen van partijen bij de vrouw;

- vaststelling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken over de minderjarige kinderen van partijen, conform het voorstel van de vrouw, dan wel een zodanige regeling te bepalen als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren, zulks met onmiddellijke ingang, althans vanaf een door de rechtbank te bepalen datum;

- vaststelling van kinderalimentatie van € 1.865,-- per maand, met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift, althans zodanig bedrag en met ingang van zodanige datum als de rechtbank zal vermenen te behoren;

- vaststelling van door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie van € 9.941,15 per maand, met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift, bij vooruitbetaling te voldoen, althans zodanig bedrag en met ingang van zodanige datum als de rechtbank zal vernemen te behoren;

- verklaring dat de aan kinder- en partneralimentatie verschuldigde bedragen geïndexeerd dienen te worden conform artikel 1:402a van het Burgerlijk Wetboek (BW), voor het eerst op 1 januari 2015, althans met ingang van zodanige datum als de rechtbank zal vermenen te behoren;

- vaststelling van de verdeling van de huwelijksgemeenschap, conform

het voorstel van de vrouw, met veroordeling van de man tot betaling aan de vrouw, wegens overbedeling, een bedrag ad € 2.603.527,32 althans zodanig bedrag als de rechtbank vermenen te behoren;

en kosten rechtens.

De man voert – behoudens ten aanzien van het verzoek tot echtscheiding en de hoofverblijfplaats – verweer tegen het verzochte, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Tevens heeft de man thans nog zelfstandig verzocht om de echtscheiding met nevenvoorzieningen tot:

- vaststelling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken over de minderjarige kinderen van partijen, conform het voorstel van de man;

- bepaling dat de minderjarigen de Italiaanse les van 45 minuten per week zullen hervatten en blijven volgen;

- vaststelling van kinderalimentatie van € 465,-- per maand per kind;

- bepaling dat Italiaans recht van toepassing is op het huwelijksgoederenregime waarin partijen zijn getrouwd en dat de man toegelaten wordt te bewijzen welke beni personali hij gebruikt heeft om de goederen die tijdens het huwelijk zijn gekocht te financieren en daarna vast te stellen welke goederen voor verdeling in aanmerking komen;

- vaststelling dat als peildatum voor de verdeling geldt de datum van indiening van het inleidende verzoekschrift tot echtscheiding,

een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad en kosten rechtens.

De vrouw voert verweer tegen het verzochte, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Feiten

- Partijen zijn gehuwd op [datum huwelijk] te [plaats huwelijk] , Italië.

- Zij zijn de ouders van de volgende thans nog minderjarige kinderen:

- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Italië,

- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Italië.

- De minderjarigen verblijven thans bij de vrouw.

- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over de minderjarigen uit.

- Deze rechtbank heeft op 22 december 2014 voorlopige voorzieningen getroffen, voor zover thans van belang inhoudende dat:

de vrouw bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning te [plaats 1] ;

de minderjarigen aan de vrouw zullen worden toevertrouwd;

de man voorlopig gerechtigd is om de minderjarigen bij zich te hebben:

in een periode van vier weken: drie van de vier weekenden, van vrijdagmiddag tot maandagochtend;

de helft van de vakanties en feestdagen, in onderling overleg tussen partijen te bepalen;

de som welke de man met ingang van 19 november 2014 voorlopig zal verstrekken tot levensonderhoud van de vrouw op € 9.507,55 is bepaald en tot verzorging en opvoeding van de minderjarigen op € 465,-- per maand per kind, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.

Beoordeling

Echtscheiding

Rechtsmacht

Blijkens overgelegde bewijsstukken van de gemeente [plaats 1] heeft de vrouw de Nederlandse nationaliteit. Volgens een door de vrouw overgelegd certificaat van de Comune di Colverde (Italië) heeft de man de Italiaanse nationaliteit.

Vaststaat dat de gewone verblijfplaats van de vrouw sedert ten minste zes maanden onmiddellijk voorafgaand aan het verzoek, in Nederland is.

De Nederlandse rechter komt daarom met betrekking tot het verzoek tot echtscheiding rechtsmacht toe.

Ouderschapsplan

Door partijen is geen ouderschapsplan overgelegd overeenkomstig artikel 815 tweede lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Nu het ouderschapsplan in de wet geformuleerd is als een processuele eis bij een verzoek tot echtscheiding heeft de rechtbank de bevoegdheid het verzoek niet-ontvankelijk te verklaren, tenzij er redenen zijn om aan te nemen dat het ouderschapsplan redelijkerwijs niet kan worden overgelegd (artikel 815, zesde lid, Rv).

Het is de rechtbank gelet op de overgelegde stukken en het verhandelde ter terechtzitting voldoende gebleken dat het op dit moment niet mogelijk is een door beide partijen akkoord bevonden ouderschapsplan over te leggen. Nu de rechtbank het in belang van de minderjarigen acht dat de behandeling van de verzoeken wordt voortgezet, zal de rechtbank de partijen ontvangen in de over en weer gedane verzoeken tot echtscheiding.

Aan de overige wettelijke formaliteiten is voldaan.

Toepasselijk recht

De rechtbank zal krachtens artikel 10:56, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek Nederlands recht op het verzoek tot echtscheiding toepassen.

Inhoudelijke beoordeling

De gestelde duurzame ontwrichting van het huwelijk is niet bestreden en staat dus in rechte vast, zodat het daarop steunende niet weersproken verzoek tot echtscheiding als op de wet gegrond voor toewijzing vatbaar is.

Hoofdverblijfplaats

Rechtsmacht en toepasselijk recht

Nu de gewone verblijfplaats van de minderjarigen in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om naar Nederlands recht te beslissen op het verzoek tot vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen.

Inhoudelijke beoordeling

De door de vrouw verzochte voorziening kan als niet weersproken en op de wet gegrond worden toegewezen.

Zorgregeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht

Nu de gewone verblijfplaats van de minderjarigen in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om naar Nederlands recht te beslissen op verzoeken tot vaststelling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en verzoeken ten aanzien van de ouderlijke verantwoordelijkheid. Gelet hierop is de rechtbank ook bevoegd te beslissen op het verzoek van de man met betrekking tot de Italiaanse les.

Inhoudelijke beoordeling

- Reguliere zorgregeling

Tussen partijen staat vast dat de man thans – overeenkomstig de bij voorlopige voorziening getroffen regeling - tijdens drie van de vier weekenden in de woning te [plaats 3] , verblijft en gedurende die weekenden de zorg heeft voor de minderjarigen. De vrouw wenst wijziging van deze regeling in die zin dat zij verzoekt te bepalen dat de man gedurende twee weekenden per maand contact heeft met de minderjarigen, waarbij één van de weekenden langer kan duren dan thans het geval is, bijvoorbeeld tot dinsdag- of woensdagavond.

De vrouw voert hiertoe aan dat ook zij tijd in het weekend en daarmee “quality time” met de minderjarigen wenst door te brengen en dat de man op deze wijze ook doordeweekse tijd – met bijbehorende verplichtingen en activiteiten - met de minderjarigen heeft. Op die manier kan de man evenveel tijd met de minderjarigen doorbrengen als hij op basis van de huidige regeling doet. Daarnaast heeft de vrouw aangegeven dat de kinderen merkbaar vermoeid zijn na de weekenden bij de man. De kinderen worden bovendien ouder en hebben vaker in het weekend eigen activiteiten in [plaats 1] en omgeving.

De man heeft aangegeven dat als de kinderen eigen activiteiten in [plaats 1] hebben, hij ze daar naar toe brengt. Partijen zijn het er over eens dat met het oog op de belasting...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT