Uitspraak Nº C/09/479726. Rechtbank Den Haag, 2015-09-07
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2015:10766 |
Date | 07 Septiembre 2015 |
Docket Number | C/09/479726 |
Court | Rechtbank Den Haag (Neederland) |
Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 14-10034
Zaaknummer: C/09/479726
Datum beschikking: 7 september 2015
P- nummer: [nummer]
de officier van justitie in het arrondissement Den Haag, met betrekking tot:
de betrokkene,
geboren op [geboortedatum] ,
wonende te [adres] ,
doch thans verblijvende in het psychiatrisch ziekenhuis Parnassia Groep, afdeling CIB te Den Haag,
advocaat: mr. E. Huineman-Lindt te Den Haag.
De enkelvoudige kamer van deze rechtbank heeft deze zaak op de voet van artikel 15, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering verwezen naar de meervoudige kamer.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende stukken – voor zover van belang – overgelegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Den Haag waarbij op 18 december 2014 de inbewaringstelling van de betrokkene is gelast;
- een geneeskundige verklaring als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz).
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van:
- de beschikking van de rechtbank te Den Haag d.d. 30 december 2014, waarbij de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling in een psychiatrisch ziekenhuis met betrekking tot de betrokkene is verleend uiterlijk tot en met 19 januari 2015;
- de beschikking van de rechtbank te Den Haag d.d. 30 januari 2015, waarbij de voorlopige machtiging is verleend uiterlijk tot en met 30 juli 2015;
- het cassatierekest van mr. G.E.M. Later d.d. 30 maart 2015;
- de beschikking van de Hoge Raad der Nederlanden d.d. 26 juni 2015, waarbij de Hoge Raad de beschikking van de rechtbank d.d. 30 december 2014 heeft vernietigd en het geding naar die rechtbank ter verdere behandeling en beslissing verwijst;
- de beschikking van de rechtbank te Den Haag d.d. 3 augustus 2015, waarbij de machtiging tot voortgezet verblijf is verleend uiterlijk tot en met 30 juli 2016.
De rechtbank heeft de betrokkene naar aanleiding van bovenvermelde op 24 augustus 2015 gehoord. De betrokkene werd bijgestaan door haar advocaat.
De rechtbank heeft zich in aanwezigheid van de betrokkene en haar advocaat laten voorlichten door [naam] , de geneesheer-directeur, en [naam] , afdelingshoofd.
Het verzoek d.d. 22 december 2014 strekte tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling in...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT