Uitspraak Nº C/09/505185 / KG ZA 16/163. Rechtbank Den Haag, 2016-02-22

ECLIECLI:NL:RBDHA:2016:6398
Docket NumberC/09/505185 / KG ZA 16/163
Date22 Febrero 2016
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter

zaak- / rolnummer: C/09/505185 / KG ZA 16/163

Vonnis in kort geding van 22 februari 2016

in de zaak van

de vennootschap onder firma

P&P Transport V.O.F.,

gevestigd te Den Haag,

eiseres,

advocaat mr. L.F. Delfgaauw te Delft,

tegen:

de publiekrechtelijke rechtspersoon

de Ontvanger van de Belastingdienst, regiokantoor Den Haag, Midden- en Kleinbedrijf,

kantoorhoudende te Den Haag,

gedaagde,

advocaat mr. E.E. Schipper te Amsterdam.

Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘P&P’ en ‘de Ontvanger’.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding met producties;

- de door de Ontvanger overgelegde producties;

- de op 15 februari 2016 gehouden mondelinge behandeling, waarbij door beide partijen pleitnotities zijn overgelegd.

1.2.

Ter zitting is vonnis bepaald op heden.

2 De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

2.1.

P&P exploiteert volgens de doelomschrijving van haar vennootschapsovereenkomst een koeriersdienst. P&P heeft thans circa vijftig vennoten, waaronder de heer en mevrouw [X] . De heer [X] heeft de dagelijkse leiding over de vennootschap. Mevrouw [X] beschikt over de vakbekwaamheid beroepsgoederenvervoer op basis waarvan de vergunning van het wegvervoer aan P&P is afgegeven. De overige vennoten/chauffeurs verrichten koeriersdiensten. P&P heeft ongeveer 15 personen in dienst.

2.2.

De Inspecteur van de Belastingdienst te Den Haag (hierna: de Inspecteur of de Belastingdienst) heeft een aantal keer onderzocht of de vennoten/chauffeurs van P&P voor de belastingheffing als werknemers of als zelfstandig ondernemers dienen te worden aangemerkt. In 2007 is de Inspecteur na een onderzoek akkoord gegaan met de kwalificatie van de chauffeurs/vennoten als zelfstandig ondernemer.

2.3.

In februari 2012 heeft de Inspecteur aan P&P een boekenonderzoek aangekondigd. Dit onderzoek heeft ertoe geleid dat de Inspecteur heeft geconcludeerd:

“Gezien de manier waarop de chauffeurs participeren in de vennootschap met daarbij het in acht nemen van de wijze en mate waarop zij invloed hebben op de bedrijfsvoering kom ik tot de conclusie dat er geen sprake kan zijn van een vennootschap onder firma. De vennootschap ontleent haar bestaansrecht aan het laten gebruiken van de vereiste vervoersvergunning.

Tevens ben ik van mening dat er geen sprake kan zijn dat de chauffeurs voor het individuele ondernemerschap kwalificeren.

Door het ontbreken van de vereiste vervoersvergunning is het onmogelijk om als zelfstandig ondernemer pakketten te bezorgen.”

Deze conclusie is neergelegd in een brief van 18 januari 2013 van de Inspecteur aan de gemachtigde van P&P (hierna: [Y] ).

2.4.

De Stichting NIWO heeft op 15 maart 2013 de aan P&P verleende vervoersvergunning ingetrokken. Het bezwaar hiertegen van P&P is op 5 november 2014 gegrond verklaard, waarbij de intrekking ongedaan is gemaakt.

2.5.

In een brief van 28 maart 2013 van de Inspecteur aan [Y] refereert de Inspecteur aan een gesprek tussen hen op 23 januari 2013. Daarin heeft hij zijn voorlopige standpunt meegedeeld aangaande de status van de vennoten/chauffeurs, inhoudende dat deze bij P&P in loondienst zijn. In deze brief meldt de Inspecteur de redenen daarvoor, namelijk dat is gebleken dat de firmanten geen zeggenschap hadden in de firma, maar dat ze feitelijk onder gezag stonden van de heer en mevrouw [X] . Dat betekent volgens de Inspecteur dat de verhouding tussen de chauffeurs en de firma (bestaande uit de heer en mevrouw [X] ) als dienstbetrekking wordt gekwalificeerd. De inspecteur stelt in zijn mening te zijn gesterkt naar aanleiding van de resultaten van een gezamenlijke controle op 19 maart 2013 van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW), de Politie Rotterdam en de Belastingdienst Haaglanden. Volgens de Inspecteur is tijdens deze controle gebleken dat de chauffeurs niet of nauwelijks van de situatie op de hoogte waren, onder meer niet wisten dat NIWO de vervoersvergunning had ingetrokken en dat de Belastingdienst van mening was dat ze geen firmant waren. De Inspecteur wijst erop dat dit betekent dat P&P met ingang van 1 april 2013 aangifte loonheffingen moet doen van alle bij P&P werkzame chauffeurs.

2.6.

P&P heeft over april 2013 aangifte gedaan voor vijf vennoten/chauffeurs en vervolgens heeft zij op 31 mei 2013 bezwaar gemaakt tegen de afdracht op deze aangifte. Dit bezwaar is op 20 augustus 2013 door de Belastingdienst gegrond verklaard, met als motivering dat het boekenonderzoek nog niet was afgesloten en hij geen kans zag om voor 22 augustus 2013 een gemotiveerde uitspraak op bezwaar te doen. In de uitspraak wordt er op gewezen dat niet is beoordeeld of de aangifte over april 2013 inhoudelijk juist is en dat aan de toewijzing derhalve geen rechten kunnen worden ontleend met...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT