Uitspraak Nº C/09/491649 / HA RK 15-275. Rechtbank Den Haag, 2016-02-25

ECLIECLI:NL:RBDHA:2016:2303
Date25 Febrero 2016
Docket NumberC/09/491649 / HA RK 15-275
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)

beschikking

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel

zaaknummer / rekestnummer: C/09/491649 / HA RK 15-275

Beschikking van 25 februari 2016

in de zaak van

[verzoekster],

wonende te Iran,

verzoekster,

advocaat mr. C.F. Roza te Zwolle,

tegen

DE STAAT DER NEDERLANDEN

(Ministerie van Veiligheid en Justitie,

Immigratie- en Naturalisatiedienst),

verder te noemen ‘de IND’,

zetelende te Den Haag,

belanghebbende,

vertegenwoordigd door mr. drs. C.J. Cappon.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het op 1 juli 2015 ingekomen verzoekschrift,

  • -

    de brief van de IND van 2 november 2015,

  • -

    de brief van de officier van justitie van 7 december 2015.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 17 december 2015. Verzoekster is verschenen, vergezeld van mr. Roza. Namens de IND is mr. Cappon verschenen. De officier van justitie heeft schriftelijk te kennen gegeven geen prijs te stellen op een mondelinge behandeling.

2 De feiten
2.1.

Verzoekster is op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats] (Iran) geboren als dochter van Iraanse ouders. Zij verkreeg bij haar geboorte de Iraanse nationaliteit. Op 8 november 1992 is verzoekster met haar ouders naar Nederland gekomen.

2.2.

Op 6 november 1995 is het huwelijk van de ouders van verzoekster ontbonden. Op 18 april 1997 verkreeg de moeder van verzoekster door naturalisatie de Nederlandse nationaliteit. Verzoekster is daarbij als minderjarige meegenaturaliseerd. Zij behield daarbij haar oorspronkelijke Iraanse nationaliteit. Op 16 mei 2002 is aan verzoekster in Zwolle een Nederlands paspoort verstrekt, geldig tot 16 mei 2007. Op 17 maart 2003 is aan verzoekster in Den Haag een Iraans paspoort verstrekt, geldig tot 16 maart 2008.

2.3.

Op 30 maart 2003 is verzoekster met haar latere (huidige) echtgenoot naar Iran vertrokken. De vertrekdatum blijkt uit een stempel in haar Iraanse paspoort. Sindsdien heeft verzoekster onafgebroken haar hoofdverblijf gehad in Iran. Op 9 februari 2004 is verzoekster in Amol (Iran) in het huwelijk getreden met de heer [X] . Op [geboortedatum 2] is [minderjarige] , dochter van verzoekster, geboren.

2.4.

In de periode 9 februari 2008 tot 8 februari 2013 was verzoekster bijgeschreven in het Iraanse paspoort van haar echtgenoot. Vanaf 24 december 2013 is zij zelf weer in het bezit van een Iraans paspoort.

3 Het verzoek
3.1.

Verzoekster vraagt de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, vast te stellen dat zij in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit, kosten rechtens. Zij voert daartoe, verkort weergegeven, het volgende aan.

3.2.

Door haar onafgebroken verblijf van meer dan tien jaar in Iran zou zij volgens de IND, gelet op de bepalingen van de Rijkswet op het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT