Uitspraak Nº C-09-519042-KG ZA 16-1182. Rechtbank Den Haag, 2016-11-30

ECLIECLI:NL:RBDHA:2016:14795
Docket NumberC-09-519042-KG ZA 16-1182
Date30 Noviembre 2016
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
Rechtbank den haag

Team Handel - voorzieningenrechter

zaak- / rolnummer: C/09/519042 / KG ZA 16/1182

Vonnis in kort geding van 30 november 2016

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Sweco Nederland B.V.,

statutair gevestigd te De Bilt,

eiseres,

advocaten mr. T. van Wijk en mr. F.J.J. Cornelissen te Nijmegen,

tegen:

de Staat der Nederlanden (het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat),

zetelend te Den Haag,

gedaagde,

advocaat mr. D. Wolters Rückert te Den Haag.

Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘Sweco’ en ‘de Staat’.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding met producties;

- de bij de mondelinge behandeling door beide partijen overgelegde pleitnotities.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 15 november 2016. Ter zitting is vonnis bepaald op heden.

2 De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

2.1.

Rijkswaterstaat heeft een aanbesteding gehouden volgens de openbare procedure overeenkomstig het Aanbestedingsreglement Werken 2012 (ARW 2012) voor het sluiten van een raamovereenkomst met meerdere partijen, te weten Samenwerkingsovereenkomst Ingenieursdiensten 3 (SO3, hierna: de aanbesteding). De aanbesteding is verdeeld in drie percelen.

2.2.

Rijkswaterstaat heeft ten behoeve van de aanbesteding een inschrijvings- en beoordelingsdocument gepubliceerd. Dit document, met inbegrip van de daarbij behorende bijlagen, heeft in de loop van de procedure enkele wijzigingen ondergaan. In het definitieve document met bijlagen staat, voor zover thans relevant, het volgende vermeld:

4 Beoordeling en opdrachtverlening

4.1

Algemeen

(…)

De beoordeling vindt plaats aan de hand van de criteria als vermeld in Bijlage C bij dit inschrijvings- en beoordelingsdocument. De uitwerking van deze criteria is weergegeven in de ‘Tabel Beoordelingscriteria’ in die Bijlage C. De beoordeling vindt plaats door een beoordelingsteam samengesteld uit ter zake kundige beoordelaars op de te onderscheiden (deel)vakgebieden.

Indien bij de hierna genoemde situaties het toegekende beoordelingscijfer lager is dan de hierna vermelde minimum waarde, dan wordt dit gezien als een onaanvaardbaar risico ten aanzien van het bereiken van de ter zake geformuleerde doelstelling van de aanbesteder. Dit leidt dan tot afwijzing van de inschrijving en de inschrijver komt niet in aanmerking voor het sluiten van een Overeenkomst:

Minimumwaarde beoordelingscriteria (Knock out’s)

De kwaliteitswaarde van het Contractmanagementplan moet een 6,0 of hoger zijn. Een kwaliteitswaarde lager dan een 6,0 leidt tot een “Knock out”.

Een beoordelingscijfer van een 4 of lager op het subcriterium Verificatie en Validatie leidt tot een “Knock out”.

Van de overige subcriteria mag er maximaal 1 een lager beoordelingscijfer dan een 6 hebben. Meer dan 1 onvoldoende leidt tot een “Knock out”.

(…)

Toelichting op het rekenblad

Behaalde kwaliteitswaarde

Voor elk (sub)criterium waarop de maximale kwaliteitswaarde zichtbaar gemaakt is, wordt een beoordelingscijfer gegeven. Bij het beoordelingscijfer 10 wordt de maximale kwaliteitswaarde toegekend. De waarde is het beoordelingscijfer maal de procentuele weging. De totale kwaliteitswaarde is de optelling van deze waardes. Onderstaande tabel bevat het overzicht van de beoordelingscijfers.

Beoordelingscijfer

Waardering

10

Uitmuntend (maximaal denkbare meerwaarde)

8

Goed (aanzienlijke meerwaarde)

6

Neutraal (niet of nauwelijks meerwaarde)

4

Ruim onvoldoende

2

Zeer slecht

Beoordelingscijfer beneden 6

Indien een criterium niet voortbouwt op een eis en ook niet expliciet is bepaald dat op dit criterium een “Knock out” van toepassing is, zijn beoordelingscijfers lager dan 6 mogelijk. Toekennen van een beoordelingscijfer lager dan 6 kan gerechtvaardigd zijn als:

  • -

    een door de inschrijvers aangeboden werkwijze moeilijk te beheersen risico’s met zich meebrengt;

  • -

    niet of onvoldoende wordt ingegaan op hetgeen gevraagd wordt in het kader van de beoordeling.”

2.3.

Bij het sluiten van de inschrijftermijn op 28 oktober 2015 waren, verdeeld over de drie percelen, 45 inschrijvingen ingediend. Sweco (voorheen: Grontmij Nederland B.V.) heeft op alle drie de percelen een inschrijving ingediend.

2.4.

Rijkswaterstaat heeft zijn gunningsbeslissingen aan Sweco meegedeeld bij brieven van 20 november 2015. De gunningsbeslissingen luidden voor alle drie de percelen dat de inschrijving van Sweco ongeldig was.

2.5.

Sweco heeft Rijkswaterstaat vervolgens gedagvaard in kort geding. Een van de andere inschrijvers, Antea Nederland B.V. (hierna: Antea) heeft Rijkswaterstaat eveneens gedagvaard in kort geding. In het vonnis van 11 februari 2016 van de voorzieningenrechter van deze rechtbank in die zaak staat onder meer vermeld:

“4.8. Het vorenstaande leidt tot het oordeel dat de primaire vordering tot herbeoordeling van de inschrijvingen van Antea toewijsbaar is, althans voor zover Rijkswaterstaat de opdracht nog wenst te gunnen. De voorzieningenrechter merkt hierbij voor de volledigheid op dat hij geen beslissing kan nemen over een herbeoordeling van de andere inschrijvingen, nu daar geen vordering op is gericht. Indien de CMP’s van de andere inschrijvers echter ook niet integraal zijn beoordeeld, hetgeen wel voor de hand ligt, is een herbeoordeling daarvan eveneens en op dezelfde gronden op zijn plaats.

(...)

5.1.

gebiedt Rijkswaterstaat om, voor zover zij de opdracht nog wenst te gunnen, de inschrijving van Antea opnieuw te beoordelen, met inachtneming van hetgeen in de aanbestedingsdocumenten staat vermeld en in dit vonnis daaromtrent is overwogen;

2.6.

Bij brief van 9 maart 2016 heeft Rijkswaterstaat aan Sweco bericht dat hij naar aanleiding van voormeld vonnis alle inschrijvingen opnieuw zou beoordelen. Sweco heeft daarop meermaals om aanhouding van het door haar aanhangig gemaakte kort geding verzocht.

2.7.

Bij brieven van 9 september 2016, houdende nieuwe gunningsbeslissingen ten aanzien van de drie percelen, zijn de inschrijvingen van Sweco wederom door Rijkswaterstaat ongeldig verklaard. In die brieven staat vermeld:

“U komt niet in aanmerking voor de gunning van de opdracht om de volgende reden.

Een knock-out criterium is van toepassing; ik verwijs naar paragraaf 4.1 van het Inschrijvings- en beoordelingsdocument. U heeft op het criterium Kwaliteitsmanagement, subcriterium Aanbestedings- en Planningsmanagement en Verificatie en Validatie...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT