Uitspraak Nº C/09/477160 / HA ZA 15-1. Rechtbank Den Haag, 2016-04-20
Court | Rechtbank Den Haag (Neederland) |
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2016:4229 |
Docket Number | C/09/477160 / HA ZA 15-1 |
Date | 20 Abril 2016 |
vonnis
RECHTBANK DEN HAAG
Team handel
zaaknummer / rolnummer
Vonnis van 20 april 2016
in de navolgende gevoegde zaken:
I. de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/09/477160 / HA ZA 15-1 (hierna: zaak I) van
DE RUSSISCHE FEDERATIE,
zetelend te Moskou, de Russische Federatie,
eiseres,
advocaat mr. L.Ph.J. baron van Utenhove te Den Haag,
tegen
de vennootschap opgericht naar en onderworpen aan het recht van Cyprus
VETERAN PETROLEUM LIMITED,
gevestigd te Nicosia, Cyprus,
gedaagde,
advocaat mr. M.A. Leijten te Amsterdam;
II. de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/09/477162 / HA ZA 15-2 (hierna: zaak II) van
DE RUSSISCHE FEDERATIE,
zetelend te Moskou, de Russische Federatie,
eiseres,
advocaat mr. L.Ph.J. baron van Utenhove te Den Haag,
tegen
de vennootschap opgericht naar en onderworpen aan het recht van Cyprus
YUKOS UNIVERSAL LIMITED,
gevestigd te Douglas, Isle of Man,
gedaagde,
advocaat mr. M.A. Leijten te Amsterdam;
III. de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/09/481619 / HA ZA 15-112 (hierna: zaak III) van
DE RUSSISCHE FEDERATIE,
zetelend te Moskou, de Russische Federatie,
eiseres,
advocaat mr. L.Ph.J. baron van Utenhove te Den Haag,
tegen
de vennootschap opgericht naar en onderworpen aan het recht van Cyprus
HULLEY ENTERPRISES LIMITED,
gevestigd te Nicosia, Cyprus,
gedaagde,
advocaat mr. M.A. Leijten te Amsterdam.
Partijen worden hierna respectievelijk de Russische Federatie, VPL, YUL en Hulley genoemd. De rechtbank duidt de drie gedaagden tezamen ook aan als “gedaagden”.
Inhoudsopgave
in zaak I 1.1
in zaak II 1.1
in zaak III 1.1
in alle zaken 1.1–1.3
in alle zaken 2.1-2.13
The Energy Charter Treaty (“ECT”) 3.1
The Vienna Convention on the Law of Treaties (“VLCT”) 3.2
De Russische Grondwet 3.3
De Russische Federal Law on International Treaties (“FLIT”) 3.4
De Russische Grondbeginselenwet 3.5
The Law on Foreign Investments (Wet inzake de Buitenlandse Investeringen) 3.6
in alle zaken 4.1–4.4
in alle zaken 5.1–5.100
Inleiding 5.1–5.3
Authentieke teksten of vertaling? 5.1–5.2
De bevoegdheid van de rechtbank in deze procedure 5.3
De bevoegdheid van het Scheidsgerecht 5.4–5.96
Inleiding 5.4–5.5
Artikel 45 ECT 5.6–5.31
Algemeen 5.6
Artikel 45 lid 1 5.7–5.13
Artikel 45 lid 2 5.14–5.17
Voorlopige conclusie over artikel 45 lid 1 5.18
Voorwerp en doel van de ECT en de aard van het internationale recht 5.19
Oordeel ander scheidsgerecht 5.20
De statenpraktijk 5.21
De travaux preparatoires 5.22
Conclusie over de uitleg van artikel 45 5.23
Voorafgaande verklaring nodig? 5.24–5.31
Artikel 26 ECT 5.32–5.34
De Wet inzake de Buitenlandse Investeringen 5.35–5.58
Algemeen 5.35–5.42
Artikel 9 Wet inzake de Buitenlandse Investeringen 1991 5.43–5.51
Artikel 10 Wet inzake de Buitenlandse Investeringen 1991 5.52–5.58
De memorie van toelichting bij de ratificatiewet 5.59–5.63
Tussenconclusie over artikel 26 ECT 5.65
Gebondenheid door ondertekening of ratificatie? 5.66–5.74
Algemeen 5.66
De artikelen 2, 6 en 23 FLIT 5.67–5.71
Artikel 39 ECT 5.72
Voorlopige conclusie ten aanzien van de gebondenheid
door ondertekening en ratificatie 5.73
Het beginsel van de machtenscheiding 5.74–5.95
Algemeen 5.74
De Russische Grondwet 5.75–5.93
Artikel 23 FLIT 5.94
Eindconclusie ten aanzien van de betekenis van artikel 45
in verbinding met artikel 26 ECT 5.95
Eindconclusie ten aanzien van de bevoegdheid van het Scheidsgerecht 5.96
De gevolgen van het oordeel over de bevoegdheid 5.97–5.98
van het Scheidsgerecht
De proceskosten 5.99–5.100
in zaak I 6.1–6.3
in zaak II 6.4–6.6
in zaak III 6.7–6.9
Het verloop van de procedures blijkt uit:
in zaak I
- de aan VPL betekende dagvaarding van 10 november 2014, met de producties RF-1 tot en met RF-95;
- de stukken in het door de Russische Federatie opgeworpen incident tot voeging, resulterend in het incidenteel vonnis van 11 maart 2015, waarbij de rechtbank deze zaak heeft gevoegd met de zaken II en III;
in zaak II
- de aan YUL betekende dagvaarding van 10 november 2014, met de producties RF-1 tot en met RF-95;
- de stukken in het door de Russische Federatie opgeworpen incident tot voeging, resulterend in het incidenteel vonnis van 11 maart 2015, waarbij de rechtbank deze zaak heeft gevoegd met de zaken I en III;
in zaak III
- de aan Hulley betekende dagvaarding van 10 november 2014, met de producties RF-1 tot en met RF-95;
- de stukken in het door de Russische Federatie opgeworpen incident tot voeging, resulterend in het incidenteel vonnis van 11 maart 2015, waarbij de rechtbank deze zaak heeft gevoegd met de zaken I en II;
in alle zaken
- de gezamenlijke conclusie van antwoord van 20 mei 2015 van gedaagden, met bijlagen die zijn genummerd als 1-7, waarvan bijlage 1 de producties HVY-1 tot en met HVY-107 omvat;
- de brief van 22 juni 2015 van de rechtbank aan partijen met de daarin vermelde correspondentie van partijen aan de rechtbank (de brieven van 18 en 25 mei 2015 en 2 juni 2015 van de Russische Federatie en de brieven van 21 mei 2015 en 3 juni 2015 van gedaagden) met betrekking tot het verdere verloop van de procedure;
- de brief van 2 juli 2015 van de zijde van de Russische Federatie, met een opgave van verhinderdata en termijnen voor de conclusies van re- en dupliek;
- het tussenvonnis van 8 juli 2015, waarin de rechtbank de zaak heeft verwezen naar de zitting van 9 februari 2016 van een meervoudige kamer voor de pleidooien;
- het e-mailbericht van 8 juli 2015 van de griffier van de rechtbank aan de advocaten, met de data voor het nemen van de conclusies van re- en dupliek;
- de gezamenlijke conclusie van repliek van 16 september 2015 van de zijde van de Russische Federatie, met de producties RF-96 tot en met RF-198;
- de brief van 16 november 2015 van de zijde van de Russische Federatie, met betrekking tot enkele faciliteiten in de zittingzaal;
- de brief van 30 november 2015 van de zijde van de Russische Federatie, met de producties RF-199;
- de brief van 10 december 2015 van de griffier van de rechtbank aan partijen, met een reactie op de brief van 16 november 2015;
- de brief van 15 december 2015 van de zijde van de Russische Federatie, met bijlage 1, een vertaling in de Nederlandse taal van de Interim Awards en de Final Awards, bijlage 2, een overzicht van de mappenstructuur op de bij de brief gevoegde usb-stick, en bijlage 3, een usb-stick die alle processtukken bevat en alle bestanden die partijen eerder hebben ingediend;
- de gezamenlijke conclusie van dupliek van gedaagden van 15 december 2015, met de producties HVY-108 tot en met HVY-126;
- de brief van 11 januari 2016 van de zijde van de Russische Federatie, over de gang van zaken tijdens zitting (spreektijd en geluidsopname);
- de brief van 13 januari 2016 van de zijde van gedaagden, met een reactie op de brief van 11 januari 2016;
- de brief van 19 januari 2016 van de griffier van de rechtbank aan de advocaten van partijen, met beslissingen van de rechtbank over de procedurele vragen in de brieven van 11 en 13 januari 2016;
- de brief van de Russische Federatie van 22 januari 2016 met de akte overlegging producties (RF-200 tot en met RF-222) van diezelfde datum;
- de brief van de Russische Federatie van 25 januari 2016 met daarbij gevoegd de aanvullende akte overlegging producties (met de producties RF-223 tot en met RF-225), die is gedagtekend op 25 januari 2016;
- de brief van 26 januari 2016 van de advocaat van de Russische Federatie, met de opgave van de personen die aan de zijde van de Russische Federatie de zitting zullen bijwonen;
- de brief van 26 januari 2016 van de advocaat van gedaagden, met de opgave van de personen die aan de zijde van gedaagden de zitting zullen bijwonen;
- de brief van 27 januari 2016 van de advocaat van de Russische Federatie, met daarbij gevoegd de aanvullende akte overlegging producties (met de productie RF-226 en een usb-stick met bijlagen bij de eerder ingezonden producties RF-200 tot en met RF-202 en, nogmaals, de productie RF-225), die is gedagtekend op 27 januari 2016;
- de brief van 27 januari 2016 van de zijde van de Russische Federatie, met daarbij gevoegd de productie R-282 in een papieren versie (eerder overgelegd als document op een usb-stick);
- de brief van 28 januari 2016 van de advocaat van gedaagden, met bezwaar tegen de aanvullende producties van de Russische Federatie;
- het proces-verbaal van zitting van 9 februari 2016, voor de pleidooien in deze zaak, en de daarin vermelde pleitaantekeningen en verdere stukken van de behandelende advocaat van de Russische Federatie, prof. mr. A.J. van den Berg, en van de advocaat van gedaagden en diens kantoorgenoot mr. M. Ynzonides;
- de toezending op 16 februari 2016 van dit proces-verbaal aan de advocaten, met de mededeling dat eventuele opmerkingen daarover binnen twee weken na ontvangst ervan ter kennis van de rechtbank kunnen worden gebracht;
- de brief van 22 februari 2016 van de behandelende advocaat van de Russische Federatie, met een reactie op het proces-verbaal;
- de brief van...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT