Uitspraak Nº C/09/590428 / KG ZA 20-265. Rechtbank Den Haag, 2020-04-29

ECLIECLI:NL:RBDHA:2020:3876
Docket NumberC/09/590428 / KG ZA 20-265
Date29 Abril 2020
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter

zaak- / rolnummer: C/09/590428 / KG ZA 20-265

Vonnis in kort geding van 29 april 2020

in de zaak van

[eiseres] te [plaats 1] ,

eiseres,

advocaat mr. M. Heere - Helmink te Rotterdam,

tegen:

[gedaagde] te [plaats 2] (feitelijk verblijvend te [plaats 3] ),

gedaagde,

advocaat mr. J.I. Dierkx te Rotterdam.

Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘de moeder’ en ‘de vader’.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 27 maart 2020, met producties 1 tot en met 4;

- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 5;

- de conclusie van repliek, met producties 5 en 6;

- de conclusie van dupliek, met producties 6 en 7;

- de akte uitlating producties.

1.2.

De vier laatstgenoemde stukken zijn ingediend naar aanleiding van het bericht van de voorzieningenrechter dat i) vanwege de uitbraak van het coronavirus de rechtbank grotendeels is gesloten, ii) alle zittingen in beginsel – met uitzondering van zeer urgente zaken – zijn verdaagd, iii) dit kort geding door de voorzieningenrechter is aangemerkt als zeer urgent, zodat hierin kan worden voortgeprocedeerd, iv) uitgangspunt is dat de procedure schriftelijk wordt gevoerd.

1.3.

Ten slotte is vonnis bepaald op 29 april 2020.

2 De feiten

Op grond van de stukken wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

2.1.

Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad en zijn samen de ouders van de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2013 te [plaats 4] (hierna: [minderjarige] ). Partijen zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .

2.2.

Bij beschikking van deze rechtbank van 18 oktober 2019 is [minderjarige] voor de duur van een jaar onder toezicht gesteld van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland (hierna: de GI).

2.3.

[minderjarige] heeft haar hoofdverblijfplaats bij de moeder. Bij beschikking van deze rechtbank van 16 december 2019 is een zorgregeling vastgesteld, die – samengevat – inhoudt dat [minderjarige] bij de vader is:

  • -

    drie van de vier weekenden van vrijdag uit school tot zondag 18:30 uur,

  • -

    eenmaal per vier weken op woensdag uit school tot 18:30 uur,

  • -

    de helft van de vakanties en feestdagen.

Ook is in deze beschikking bepaald dat het aan de GI is te bepalen wanneer de zorgregeling kan worden uitgebreid, in die zin dat [minderjarige] in plaats van tot zondagavond tot maandagochtend bij de vader blijft en in plaats van tot woensdagavond tot...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT