Uitspraak Nº C/10/537301 / HA ZA 17-988. Rechtbank Rotterdam, 2018-06-27

ECLIECLI:NL:RBROT:2018:5135
Date27 Junio 2018
Docket NumberC/10/537301 / HA ZA 17-988

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/537301 / HA ZA 17-988

Vonnis in incident van 27 juni 2018

in de zaak van

de vennootschap naar buitenlandse recht

ECS EUROPEAN CONTAINERS N.V.,

gevestigd te Zeebrugge, België,

eiseres in de hoofdzaak,

verweerster in het incident,

advocaat mr. R.W.J.M. te Pas te Rotterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DISTRI RAIL B.V.,

gevestigd te Rhoon (gemeente Albrandswaard),

gedaagde in de hoofdzaak,

eiseres in het incident,

advocaat mr. A.D. Huisman te Rotterdam.

Partijen zullen hierna ECS en Distri Rail genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 28 september 2017, met elf producties;

  • -

    de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, met vijf producties;

  • -

    de conclusie van antwoord in het incident houdende exceptie van onbevoegdheid, met drie producties;

  • -

    de akte uitlaten producties van Distri Rail.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2 De vordering in de hoofdzaak
2.1.

ECS vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Distri Rail veroordeelt tot betaling aan ECS van:

  1. € 61.802,50 plus de bij akte te specificeren kosten die ECS op grond van het in de dagvaarding genoemde Protokoll van het Landgericht Ulm in Duitsland aan Meyer dient te voldoen, te vermeerderen met 5% CIM-rente per 12 april 2016, althans vanaf een datum die de rechtbank in goede justitie redelijk acht;

  2. € 6.557,80, , te vermeerderen met de wettelijke rente per 12 april 2016, althans vanaf een datum die de rechtbank in goede justitie redelijk acht;

  3. de proceskosten en de nakosten.

2.2.

Hieraan legt ECS – kort en zakelijk weergegeven – ten grondslag dat ECS Distri Rail heeft ingeschakeld voor het vervoer van containers met bacon strips over het spoor van Rotterdam naar Duisburg (Duitsland) en dat Distri Rail voor de tijdens dit vervoer ontstane schade aan de bacon strips contractueel aansprakelijk is jegens ECS.

3 Het geschil in het incident
3.1.

Distri Rail vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart, met veroordeling van ECS in de proceskosten bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis.

3.2.

ECS voert verweer en concludeert tot afwijzing van de incidentele vordering, met veroordeling van Distri Rail in de proceskosten bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis.

3.3.

Op de stellingen van partijen zal hieronder bij de beoordeling worden ingegaan, voor zover zij daarvoor relevant zijn.

4 De beoordeling in het incident
4.1.

Aangezien ECS buiten Nederland woonplaats heeft, is hier sprake van een internationale zaak en dient de rechtbank ambtshalve te beoordelen of zij bevoegd is.

4.2.

Hier is sprake van een handelszaak als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Brussel Ibis-Vo) die aanhangig is gemaakt na 10 januari 2015, het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening (art. 81 Brussel Ibis-Vo). De Brussel Ibis-Vo is derhalve materieel en temporeel van toepassing. Zij is tevens formeel van toepassing, omdat de gedaagde, Distri Rail, woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat, te weten Nederland (art. 4 jo art. 5 Brussel Ibis-Vo).

4.3.

Volgens de hoofdbevoegdheidsregel van Brussel Ibis-Vo, artikel 4 lid 1, hebben de gerechten van die lidstaat rechtsmacht waar de gedaagde zijn woonplaats heeft. De Nederlandse rechter heeft derhalve in deze zaak in beginsel rechtsmacht. Tevens is deze rechtbank in beginsel relatief bevoegd, nu de woonplaats van Distri Rail is gelegen binnen het rechtsgebied van deze rechtbank (art. 99 lid 1 Rv).

4.4.

Distri Rail betwist evenwel dat deze rechtbank bevoegd is. Volgens haar zijn partijen namelijk arbitrage overeengekomen. Dit baseert Distri Rail op haar stelling dat op haar briefpapier en facturen en in haar e-mails de volgende tekst is gedrukt met daarin een beding inzake TAMARA-arbitrage:

“The Dutch Forwarding Conditions (latest version), including the choice for applicability of Dutch law but excluding the...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT