Uitspraak Nº C/10/563825 / JE RK 18-3802. Rechtbank Rotterdam, 2019-01-31

ECLIECLI:NL:RBROT:2019:894
Date31 Enero 2019
Docket NumberC/10/563825 / JE RK 18-3802

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd

zaakgegevens: C/10/563825 / JE RK 18-3802

datum uitspraak: 31 januari 2019

beslissing

in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

(de GI), gevestigd te Rotterdam,

welke zaak gaat over

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2008 in [geboorteplaats minderjarige] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam vader] ,

de vader, die in Spijkenisse woont,

[naam moeder] ,

de moeder, die woont op een adres dat bekend is bij de rechtbank.

De ouders hebben samen het gezag over [naam minderjarige] . Dat betekent dat de ouders samen de belangrijke beslissingen over [naam minderjarige] moeten nemen.

[naam minderjarige] woont bij de vader.

Waar gaat het om?

[naam minderjarige] is sinds 29 januari 2018 onder toezicht gesteld van de GI en heeft daarom een jeugdbeschermer. Dat is mw. [naam 1] .

De GI heeft in een brief van 6 december 2018 aan de kinderrechter gevraagd of mw. [naam 1] nog negen maanden jeugdbeschermer van [naam minderjarige] mag blijven. De GI ziet dat het thuis en op school goed gaat met [naam minderjarige] , maar maakt zich zorgen over haar, nu ze geen contact met haar moeder heeft. De GI wil daar bij helpen en heeft [naam minderjarige] daarom aangemeld bij het Rotterdams Omgangshuis. De GI hoopt dat [naam minderjarige] daar nu ook naar toe gaat.

Hoe is het tot nu toe gegaan?

De kinderrechter heeft op 14 januari 2019 gesproken met de ouders, de advocaat van de vader, mr. V.S. Waterval, en mevrouw [naam 2] van de GI (die in plaats van mevrouw [naam 1] op de zitting was). Mr. Waterval heeft toen een kopie van een brief, die [naam minderjarige] aan het omgangshuis heeft geschreven, aan de kinderrechter gegeven. De kinderrechter heeft op 14 januari 2019 gezegd dat hij nog met [naam minderjarige] zelf wilde praten en dan pas zou beslissen of mevrouw [naam 1] de jeugdbeschermer van [naam minderjarige] zou blijven. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling toen kort verlengd, tot 28 februari 2019, zodat hij in die periode met [naam minderjarige] zou kunnen praten. Tenslotte is toen afgesproken dat als de kinderrechter daarna nog een keer met de ouders en de GI zou willen spreken, hij ze dat zou laten weten.

Wat vindt de kinderrechter?

De kinderrechter heeft wat er op 14 januari 2019 allemaal is gezegd al...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT