Uitspraak Nº C/10/499499 / HA ZA 16-370. Rechtbank Rotterdam, 2017-04-12

ECLIECLI:NL:RBROT:2017:4163
Date12 Abril 2017
Docket NumberC/10/499499 / HA ZA 16-370

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel

zaaknummer / rolnummer: C/10/499499 / HA ZA 16-370

Vonnis in de hoofdzaak en in incident van 12 april 2017

in de zaak van

de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE ROTTERDAM,

zetelend te Rotterdam,

eiseres in de hoofdzaak,

verweerster in het incident,

advocaat mr. M.F. Mesu-Abbekerk,

tegen

1 [gedaagde sub1 (overleden)] ,

laatstelijk wonende te [woonplaats] ,

gedaagde in de hoofdzaak,

eiser in het incident,

advocaat mr. I. Correljé,

2. [gedaagde sub2],

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde,

niet verschenen.

Partijen zullen hierna de gemeente en [gedaagden] genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 31 maart 2016, met producties 1 tot en met 48,

  • -

    de incidentele conclusie van eis van [gedaagden] , met productie 1,

  • -

    de conclusie van antwoord in het incident,

  • -

    de brief van de rechtbank van 29 juni 2016, waarin is beslist dat op de incidentele vordering niet eerst en vooraf zal worden beslist en waarbij de zaak naar de rol is verwezen voor conclusie van antwoord in de hoofdzaak,

  • -

    de conclusie van antwoord, met productie 1,

  • -

    de brief van de rechtbank van 19 oktober 2016, waarbij een comparitie van partijen is bepaald,

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 10 februari 2017,

  • -

    de brief van mr. J.P. van der Valk namens de gemeente van 23 februari 2017 met opmerkingen over het proces-verbaal,

  • -

    het faxbericht van mr. Correljé van 28 februari 2017 in reactie op bovenvermelde brief van 23 februari 2017 en met opmerkingen over het proces-verbaal.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

De gemeente is eigenaar en exploitant van Recreatieoord Hoek van Holland (hierna: het recreatieoord). Dit recreatieoord bestaat uit (onder meer) 986 kavels die bestemd zijn om daarop recreatiehuisjes te plaatsen.

2.2.

[gedaagden] huren sinds 1974 de kavel plaatselijk bekend als [perceel] op het recreatieoord, kadastraal bekend als gemeente Hoek van Holland, sectie A nummer [nummer] . De huurovereenkomst is mondeling tot stand gekomen. Op deze kavel staat een recreatiewoning (hierna: de recreatiewoning).

2.3.

Op 4 december 2015 is ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers ingeschreven een afschrift van een notariële akte getiteld “verkrijgende verjaring”. Deze akte luidt voor zover hier van belang:

“(…) Heden (…) verschenen voor mij (…)

a. de heer [gedaagde sub1 (overleden)] (…);

b. mevrouw [gedaagde sub2] (…).

De verschenen personen verklaarden:

Registergoed

Het perceel grond op een recreatieterrein, plaatselijk bekend als [perceel] te Hoek van Holland, kadastraal bekend als gemeente Hoek van Holland, sectie A, nummer [nummer] , groot negen en veertig centiare (49 ca).
(…)

Opstal

(…)

Gelet op ondermeer de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van vijf en twintig oktober tweeduizend elf (…) met betrekking tot een vergelijkbare situatie, beroepen de verschenen personen zich op verkrijgende verjaring van een opstalrecht met betrekking tot de recreatiewoning die zich op het registergoed bevindt nu zij onafgebroken bezit hebben gehad van de betreffende woning gedurende meer dan twintig jaar. De verschenen personen verklaarden vervolgens dat zij door verkrijgende verjaring eigenaar zijn geworden van:

het zelfstandig recht van opstal om op het perceel grond op een recreatieterrein, plaatselijk bekend als [perceel] te Hoek van Holland , kadastraal bekend als gemeente Hoek van Holland, sectie A, nummer [nummer] , groot negen en veertig centiare (49 ca) een gebouw bestaande uit een permanente recreatiewoning in eigendom te hebben.

Deze verjaring werkt tegen de eigenaar van het kadastrale perceel, de gemeente Rotterdam.

(…)”.

2.4.

Op 11 december 2015 is ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers ingeschreven een proces verbaal van verbetering van diezelfde datum, waarbij de kadastrale omschrijving van het perceel [perceel] in voormelde notariële akte is gewijzigd in “(…) sectie A, nummer [nummer] (…)”.

3 De vorderingen in de hoofdzaak
3.1.

De gemeente vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

1) voor recht te verklaren dat [gedaagden] geen recht van opstal of enig ander zakelijk of beperkt recht hebben verkregen (niet door verjaring noch anderszins) met betrekking tot de

recreatiewoning, en dat de gemeente volledig, onbezwaard, onbelast, onbeperkt en onvoorwaardelijk eigenaar is van het perceel grond, plaatselijk bekend als het

adres [perceel], kadastraal bekend als gemeente Hoek van Holland, sectie A, nr. [nummer] , groot 49 centiare (49 ca), en van de daarin, daarop en daarboven gesitueerde gebouwen, werken of

beplantingen,

en:

primair:

2(a) [gedaagden] te veroordelen om – binnen veertien dagen na betekening van het vonnis – en door tussenkomst van een notaris: aan de gemeente af te geven een schriftelijke verklaring van waardeloosheid van de inschrijving van de notariële verklaring/akte van (verkrijgende) verjaring van 3 december 2015, als gewijzigd bij proces-verbaal van verbetering van 11 december 2015, en die verklaring van waardeloosheid in te (doen)

schrijven in de openbare registers, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,00 per dag voor iedere dag (een deel van een dag daaronder begrepen) dat [gedaagden] niet of slechts gedeeltelijk aan deze veroordeling voldoen, en te bepalen dat, bij gebreke van de nakoming door [gedaagden] van het in dit 2 (a) bepaalde binnen een maand na betekening van het vonnis althans binnen een door de rechtbank te bepalen termijn, het vonnis dezelfde kracht heeft als voornoemde verklaring en in de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT