Uitspraak Nº C/10/506784 / HA ZA 16-749. Rechtbank Rotterdam, 2017-05-24

ECLIECLI:NL:RBROT:2017:4440
Date24 Mayo 2017
Docket NumberC/10/506784 / HA ZA 16-749

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel

zaaknummer / rolnummer: C/10/506784 / HA ZA 16-749

Vonnis van 24 mei 2017

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DE LAGE LANDEN TRADE FINANCE B.V.,

gevestigd te Eindhoven,

2. de rechtspersoon naar het recht van Engeland en Wales

AIG EUROPE LIMITED,

gevestigd te Londen,

eiseressen,

advocaat mr. J.R. Hurenkamp te Utrecht,

tegen

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DELOITTE ACCOUNTANTS B.V.,

gevestigd te Rotterdam,

2. [gedaagde 2],

wonende te [woonplaats] ,

3. [gedaagde 3],

wonende te [woonplaats] ,

gedaagden,

advocaat mr. S.A.G. Hoogeveen te Amsterdam.

Partijen zullen hierna DLL c.s. (eisers gezamenlijk) en Deloitte c.s. (gedaagden gezamenlijk) genoemd worden. Waar nodig zullen partijen afzonderlijk worden aangeduid als DLL, AIG, Deloitte, [gedaagde 2] en [gedaagde 3] .

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 15 juli 2016 met producties;

  • -

    de conclusie van antwoord met producties;

  • -

    de brief van de rechtbank van 30 november 2016 waarbij een comparitie van partijen is gelast;

  • -

    de brieven van de rechtbank van 3 februari 2017 en 13 maart 2017 inhoudende een (aanvullende) zittingsagenda;

  • -

    de akte nadere onderbouwing vorderingen en vermindering van eis ex artikel 129 Rv tevens houdende overlegging producties;

  • -

    de pleitaantekeningen namens DLL c.s.;

  • -

    de pleitaantekeningen namens Deloitte c.s.;

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 20 maart 2017.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

DLL houdt zich bezig met factoring. Zij maakt deel uit van de Rabobank-groep.

2.2.

Op basis van factoringovereenkomsten heeft DLL krediet verstrekt aan [cliënt eiser] en [cliënt eiser] (hierna gezamenlijk: [cliënt eiser] ). In de periode van belang voor deze procedure dreef [cliënt eiser] een onderneming in de handel in bloemen en planten.

2.3.

Enig (indirect) bestuurder en aandeelhouder van [cliënt eiser] was (tot 14 oktober 2010) [bestuurder en aandeelhouder] .

2.4.

[cliënt eiser] heeft gedurende een periode van zestien jaar bij Rabobank Westelijke Mijnstreek (hierna: Rabobank) gebankierd. [cliënt eiser] had in die periode een (beperkte) kredietfaciliteit bij Rabobank.

2.5.

Vanaf december 2008 heeft [cliënt eiser] overleg gevoerd met DLL over een factoringovereenkomst. Op 26 augustus 2009 is een eerste factoringovereenkomst tussen [cliënt eiser] en DLL tot stand gekomen. Deze overeenkomst voorzag in een openbaar pandrecht ten behoeve van DLL op de vorderingen van [cliënt eiser] op derden. Van de in deze eerste factoringovereenkomst geboden kredietfaciliteit heeft [cliënt eiser] geen gebruik gemaakt.

2.6.

Vanaf augustus 2009 is [bestuurder en aandeelhouder] namens [cliënt eiser] in overleg met (de rechtsvoorganger van) Deloitte getreden met het oog op een mogelijke samenwerking. Dit overleg heeft geleid tot een offerte van Deloitte aan [cliënt eiser] voor een zogenoemd “controller abonnement”. Dit “abonnement” houdt onder meer in dat Deloitte zorg zou dragen voor de administratie, het opstellen van managementrapportages, het voeren van de loonadministratie en het produceren van de jaarrekening. Op basis van deze offerte is een overeenkomst tussen [cliënt eiser] en Deloitte tot stand gekomen. Per 1 oktober 2009 zijn [gedaagde 2] (RA-accountant bij Deloitte) en [gedaagde 3] (AA-accountant bij Deloitte) namens Deloitte met hun werkzaamheden voor [cliënt eiser] begonnen als respectievelijk accountant-adviseur en controller.

2.7.

In oktober 2009 is tussen [cliënt eiser] en Deloitte tevens een overeenkomst “inzake verantwoordelijkheden debiteurenadministratie/debiteurenbeheer” tot stand gekomen. Op grond van deze overeenkomst heeft Deloitte zich verbonden om voor rekening en risico van [cliënt eiser] zorg te dragen voor het debiteurenbeheer en het aan DLL ter beschikking stellen van debiteurengegevens.

2.8.

Op 4 november 2009 is een tweede factoringovereenkomst tussen [cliënt eiser] en DLL tot stand gekomen. In deze tweede overeenkomst hebben partijen, anders dan in de eerste factoringsovereenkomst, vastgelegd dat de vorderingen van [cliënt eiser] in verband waarmee krediet werd verstrekt niet openbaar maar stil aan DLL verpand zouden worden. De tweede factoringovereenkomst luidt voor zover van belang als volgt:

“Verklaren te zijn overeengekomen als volgt:

1. Factoring

DLL zal aan Klant Factoring beschikbaar stellen tot een maximum bedrag van € 2.500.000,00 […], nader te noemen Factoringlimiet. De Factoring wordt de Klant beschikbaar gesteld door Bevoorschotting van door de Klant aan DLL correct verpande en door DLL acceptabel geachte Debiteurenvorderingen, op basis van een Bevoorschottingspercentage van 80 % en een Concentratiefactor van 25 % en met inachtneming van de Factoringlimiet.

2. Verpanding en overige zekerheden

Tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen DLL blijkens haar administratie van de Klant te vorderen heeft of zal krijgen uit welken hoofde ook, verpandt de Klant hierbij aan DLL die in pand aanneemt:

( i) Alle Vorderingen die de Klant toekomen of zullen toekomen, waarvan de Klant de gegevens door middel van datatransmissie en/of toezending van bescheiden of facturen aan DLL ter kennis heeft gebracht, alsmede alle Vorderingen welke de Klant toekomen of zullen toekomen, waarvan de Klant de gegevens (nog) niet aan DLL ter kennis heeft gebracht zoals deze onder meer blijken uit zijn administratie, correspondentie of andere gegevens van de Klant, hieronder (mede) begrepen: de vorderingen die rechtstreeks voort (zullen) vloeien uit reeds bestaande rechtsverhoudingen met derden, waaronder begrepen intercompany-vorderingen en vorderingen in rekening-courant, alsmede vorderingen op de fiscus en/of bedrijfsvereniging. […]

[…]

e. Klant is gehouden middels vermelding op al diens facturen aan Afnemers betaling door Afnemers uitsluitend toe te staan op bankrekening(en) [rekeningnummer] , [rekeningnummer] , [rekeningnummer] , en WGZ rekeningnummer [WGZ rekeningnummer] , Bank code ( [bankcode] , [rekeningnummer] . DLL is te allen tijde bevoegd van dit stille pandrecht mededeling te doen aan de Afnemer.

Bankrekening [rekeningnummer] zal door DLL middels wijziging tenaamstelling van Klant worden overgenomen, waarbij de juridische tenaamstelling zal worden gewijzigd in "De Lage Landen Trade Finance B.V." en de administratieve naam zal zijn " [cliënt eiser] ". Als gevolg daarvan is uitsluitend DLL als rekeninghouder bevoegd over deze bankrekening(en) te beschikken.

[…]

m. Klant dient binnen 2 tot 3 maanden het banknummer van de Kreissparkasse Heinsberg op de factuur te wijzigen in het door DLL geopende WGZ bankrekeningnummer [WGZ rekeningnummer] .”

Op grond van de tweede factoringovereenkomst beschikte [cliënt eiser] over een krediet van maximaal € 2,5 miljoen. Dit is per 30 december 2009 verhoogd tot € 3 miljoen.

2.9.

[gedaagde 3] heeft per mail van 3 november 2009 de debiteurenlijst aan DLL toegestuurd. Blijkens de mail heeft zij deze lijst samen met [bestuurder en aandeelhouder] samengesteld. Voorts heeft [gedaagde 2] per mail van 4 november 2009 DLL geïnformeerd over de in het kader van de kredietverstrekking verplicht gestelde “debiteurenconfirmatie”. Bij deze mail zitten enkele schriftelijke verklaringen van (ogenschijnlijk) klanten van [cliënt eiser] , waarin zij te kennen geven “einverstanden” te zijn met het vermelde saldo van hun schuld aan [cliënt eiser] . De begeleidende brief luidt als volgt:

“Geehrte Dame/Herr,

Unser Wirtschaftsprüfer, Deloitte Accountants B.V., ist belastet mit der Aufstellung von unserem Jahresabschluss. Im Zusammhang hiermit bitten wir Sie, Deloitte Accountants B.V. zu berichten, ob Sie zustimmen mit dem Saldo am 21. Oktober 2009 von …….. [per klant ingevuld; toevoeging rechtbank] zu unseren Günsten (entsprechend die beigefügte Spezifizierung), durch die Unterzeichnung und Übersendung dieses Schreibens an: Deloitte Accountants B.V., z.H. Paul M.J. [gedaagde 2] , […]

Wenn Sie mit dem angegebenen Betrag nicht einverstanden sind, bitten wir Sie, Deloitte Accountants B.V. über die Verbindlichkeit laut Ihrer Buchhaltung zu informieren, inclusive einem Konto-Auszug.”

Vervolgens heeft DLL het krediet vrijgegeven.

2.10.

In januari 2010 heeft Deloitte in opdracht van [cliënt eiser] de jaarrekening over 2009 opgesteld. In verband met een herstructurering van [cliënt eiser] is in april 2010 tevens een overeenkomst tussen [cliënt eiser] en Deloitte tot stand gekomen met het oog op het tot stand komen van de zogenoemde inbrengbeschrijving en -verklaring ex artikel 2:204a BW (oud). Deze verklaring is op 23 april 2010 door [gedaagde 2] afgegeven en luidt, voor zover van belang, als volgt:

Oordeel

Naar ons oordeel is de waarde van de in de beschrijving weergegeven voorgenomen inbreng, zoals beschreven naar de toestand per 1 januari 2010, bij toepassing van in Nederland in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar beschouwde waarderingsmethoden, welke in de beschrijving zijn vermeld, ten minste gelijk aan het bedrag van de stortingsplicht ad € 18.000 waaraan met de voorgenomen inbreng moet worden voldaan, waarbij in het kader van deze voorgenomen inbreng het agio niet in het bedrag van de stortingsplicht is begrepen.”

2.11.

Wegens die herstructurering van [cliënt eiser] is op 29 april 2010 een derde factoringovereenkomst tussen [cliënt eiser] en DLL tot stand gekomen. Deze is inhoudelijk gelijkluidend aan de tweede overeenkomst, met dien verstande dat het maximale krediet is verhoogd naar € 3,5 miljoen en (op 9 augustus 2010) uiteindelijk tot € 4,5 miljoen.

2.12.

Vanaf maart 2010 hebben de FIOD en de ECD een strafrechtelijk...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT