Uitspraak Nº C/10/552017 / HA ZA 18-562. Rechtbank Rotterdam, 2019-06-05

ECLIECLI:NL:RBROT:2019:4502
Date05 Junio 2019
Docket NumberC/10/552017 / HA ZA 18-562

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/552017 / HA ZA 18-562

Vonnis van 5 juni 2019

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiseres] ,

gevestigd te [vestigingsplaats eiseres] ,

eiseres,

advocaten mr. P.J. de Waal en mr. S. Palm te Rotterdam,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats gedaagde] ,

gedaagde,

advocaten mr. R.P. Gasseling en mr. B.S. Nijmeijer te Rotterdam.

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 23 mei 2018;

  • -

    de algemene producties 1 t/m 77 van [eiseres] ;

  • -

    de onderzoeksproducties (hierna: OP) 1 t/m 172 van [eiseres] ;

  • -

    de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring zijdens [gedaagde] ;

  • -

    de conclusie van antwoord in het vrijwaringsincident zijdens [eiseres] ;

  • -

    het tussenvonnis in het incident van 19 december 2018;

  • -

    de conclusie van antwoord;

  • -

    de producties 1 t/m 57 van [gedaagde] ;

  • -

    het proces-verbaal van de mondelinge behandeling c.q. comparitie van partijen op

11 februari 2019 in de onderhavige zaak welke gelijktijdig doch niet gevoegd plaats vond met die inzake:

  • -

    het verzoekschrift met zaaknummer C/10/550855 / HA RK 18-521, met [gedaagde] als verzoeker tevens verweerder in het zelfstandig tegenverzoek en [eiseres] als verweerster tevens verzoekster in het zelfstandig tegenverzoek;

  • -

    de bodemzaak met zaaknummer C/10/560008 / HA ZA 18-957, met [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1] ) als eiseres en [bedrijf 2] (hierna: [bedrijf 2] ) als gedaagde;

  • -

    de pleitnota van [gedaagde] ;

  • -

    de pleitnota van [eiseres] ;

  • -

    de ter zitting overgelegde aanvullende productie van [gedaagde] ;

  • -

    de schriftelijke reactie van [eiseres] van 13 maart 2019 op het proces-verbaal;

  • -

    de schriftelijke reactie van [gedaagde] (en [bedrijf 2] ) van 20 maart 2019 op het proces-verbaal;

  • -

    de brief van [eiseres] van 27 maart 2019.

1.2.

De uitspraak in de drie procedures is nader bepaald op 5 juni 2019.

2 De feiten
2.1.

[eiseres] is de houdstermaatschappij van ondernemingen in Nederland, België en Duitsland, waaronder [bedrijf 1] , [bedrijf 3] (hierna: [bedrijf 3] ) en [bedrijf 4] (hierna: [bedrijf 4] ). [bedrijf 4] houdt op haar beurt alle aandelen in [bedrijf 5] en [bedrijf 6] (hierna: [bedrijf 6] ). [eiseres] en de groepsmaatschappijen worden hierna gezamenlijk aangeduid als het [naam concern] . Het [naam concern] richt zich op de wereldwijde verkoop en levering van stalen buizen, flenzen en fittingen aan afnemers in (onder andere) de (petro)chemische industrie, de voedingsmiddelen- en zuivelindustrie en de scheepsbouw.

2.2.

De enig aandeelhouder van [eiseres] is de Zwitserse vennootschap [bedrijf 7] (hierna: [bedrijf 7] ). [bedrijf 7] is een trust-holding. De ultimate beneficial owners (hierna: de UBO’s) van [bedrijf 7] zijn de erven van de oprichter van het [naam concern] , [naam 1] . Het bestuur van [bedrijf 7] is opgedragen aan externe bestuurders. Sinds 2012 wordt [bedrijf 7] bestuurd door [naam 2] (hierna: [naam 2] ). Van 1991 tot en met 2011 was [naam 3] (hierna: [naam 3] ) bestuurder. [naam 3] was verbonden aan [bedrijf 8] , een te Zurich gevestigde zakelijke dienstverlener. [naam 4] (hierna: [naam 4] ) trad op als bestuurder van [bedrijf 8] en de Zwitserse vennootschap [bedrijf 9] (hierna: [bedrijf 9] ).

2.3.

[gedaagde] , geboren op [geboortedatum gedaagde] , is op 1 januari 1986 in dienst getreden bij [bedrijf 10] (hierna: [bedrijf 10] ), waar hij met ingang van 29 december 1998 als statutair bestuurder fungeerde. In 2002 zijn de bedrijfsactiviteiten van [bedrijf 10] overgegaan op [bedrijf 1] en is [bedrijf 10] gewijzigd in [eiseres] . Met ingang van 1 januari 2002 is [gedaagde] (met terugwerkende kracht) benoemd tot statutair bestuurder van [eiseres] . Daarnaast was [gedaagde] statutair bestuurder van [bedrijf 3] en Geschaftsführer van [bedrijf 6] en hij was (via [eiseres] ) indirect bestuurder van [bedrijf 1] en [bedrijf 5] Het salaris van [gedaagde] bij [eiseres] bedroeg laatstelijk € 25.862,91 bruto per maand (volgens [eiseres] ) dan wel

€ 27.414,68 bruto per maand (volgens [gedaagde] ).

2.4.

De overige twee directieleden van [eiseres] zijn [naam 5] en

[naam 6] (hierna: [naam 5] respectievelijk [naam 6] ), die fungeren als bestuurder op basis van een beperkte volmacht. [naam 7] (hierna: [naam 7] ) is de financial controller van het [naam concern] .

2.5.

Op 23 augustus 2002 heeft [gedaagde] met [eiseres] , vertegenwoordigd door [naam 3] , een arbeidsovereenkomst gesloten. In de arbeidsovereenkomst is voor zover relevant het volgende vermeld:

“(…)

2.5

De directeur heeft jaarlijks recht op een tantième ter hoogte van een percentage van de geconsolideerde winst voor aftrek van de vennootschapsbelasting van de consoliderende vennootschap ( [eiseres] ), exclusief buitengewone lasten en bijdragen over het betreffende boekjaar, zoals vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders met een gegarandeerd minimum van EUR 20.000,00. Dit percentage wordt vastgesteld aan de hand van de onderstaande tabel:

Tot EUR 439.000,00 10%

vanaf EUR 500.000,00 11%

vanaf EUR 600.000,00 12%

vanaf EUR 700.000,00 13%

vanaf EUR 800.000,00 14%

vanaf EUR 900.000,00 15%

2.6

De vennootschap stelt de directeur voor de uitoefening van zijn functie een auto ter beschikking, waarvan de aanschafwaarde maximaal EUR 60.000,00 inclusief BTW bedraagt. Wanneer de auto drie jaar oud is of 120.000 km heeft gereden, zal de vennootschap deze vervangen door een gelijkwaardige auto.

De directeur heeft het recht de auto voor privé-doeleinden te gebruiken. Alle aan het gebruik van de auto verbonden kosten komen voor rekening van de vennootschap.

2.7

Alle noodzakelijke kosten welke de directeur in de uitoefening van zijn functie maakt zullen hem door de vennootschap maandelijks tegen overlegging van een gespecificeerde declaratie met bewijsstukken worden vergoed.

2.8

De vennootschap vergoedt aan de directeur met betrekking tot de telefoonaansluiting in zijn woonhuis de abonnements- en gesprekskosten tegen overlegging van de daarop betrekking hebbende nota’s, met dien verstande dat EUR 45,00 per maand voor de rekening van de directeur blijft, daar dit bedrag beschouwd wordt te zijn veroorzaakt door privé-gebruik van de telefoon.

2.9

Daarnaast betaalt de vennootschap maandelijks, tegelijk met de salarisbetaling aan de directeur, een bedrag van EUR 250,00 ter vergoeding van onkosten die zich niet voor declaratie lenen.

2.10

De vennootschap betaalt maandelijks aan de directeur een bedrag ter grootte van de fiscaal maximaal toelaatbare bijdrage in de ziektekostenverzekering tegelijk met de maandelijkse salarisbetaling. Daarboven ontvangt de directeur een onbelaste bijdrage ziektekostenverzekering van EUR 75,00 per maand.

2.11

De bestaande pensioenregeling neergelegd in een zogeheten C-polis, waarvan een kopie als bijlage aan deze overeenkomst is gehecht, zal worden gecontinueerd waarbij de premie volledig door de vennootschap zal worden betaald. De C-polis zal jaarlijks worden aangepast aan het nieuwe salaris.

(…)”

2.6.

Op 19 december 2006 zijn [gedaagde] en [eiseres] , vertegenwoordigd door [naam 3] , in een addendum op de arbeidsovereenkomst (hierna: het addendum 2006) het volgende overeengekomen:

“(…)

1. De in artikel 2.4 van de arbeidsovereenkomst opgenomen jaarlijkse percentuele

verhoging van het bruto salaris van de directeur is overeengekomen tot 31 december 2007. Nu reeds voor alsdan komen partijen overeen dat in de periode met ingang van 1 januari 2008 t/m 31 december 2012 de jaarlijkse salarisverhoging een percentage van 6% zal bedragen.

2. Als wijziging op artikel 2.6 lid 1 uit de arbeidsovereenkomst geldt met ingang van ondertekening van deze overeenkomst dat de vennootschap de directeur ter uitoefening van zijn functie een auto ter beschikking zal stellen waarvan de aanschafwaarde niet contractueel is gelimiteerd. Uit hoofde van zijn functie en positie binnen de vennootschap heeft de directeur zelfstandige verantwoordelijkheid om bij het aanschaffen van de auto een goede inschatting te maken van de hoogte van de kosten, waaronder bijvoorbeeld de afweging gedurende welke periode na de aanschaf hij de auto zal berijden.

3. Artikel 2.10 uit de arbeidsovereenkomst komt te vervallen.

(…)

5. Aanvullend op artikel 4 van de arbeidsovereenkomst geldt dat de directeur besluiten van de vennootschap die een belang vertegenwoordigen van meer dan € 200.000,00 ter voorafgaande goedkeuring aan de algemene vergadering van aandeelhouders dient voor te leggen.

(…)”

2.7.

Op 25 juli 2014 zijn [gedaagde] en [eiseres] , vertegenwoordigd door [naam 2] , in een addendum op de arbeidsovereenkomst (hierna: het addendum 2014) het volgende overeengekomen:

“(…)

Overwegende dat:

(…)

  • -

    Werkgever (en diens rechtsvoorganger) werknemer pensioen heeft toegezegd.

  • -

    Partijen de pensioentoezegging hebben vastgelegd in een pensioenovereenkomst en de pensioenregeling laatstelijk wordt uitgevoerd door ASR Verzekeringen.

  • -

    De pensioenregeling een zogeheten eindloonregeling betreft en partijen bij elkaar te rade zijn gegaan over eventuele voortzetting, wijziging of beëindiging van de pensioenregeling als gevolg van de op 1 januari 2015 te wijzigen pensioenwetgeving, gezien de fiscale en financiële gevolgen van onverkorte voortzetting voor beide partijen.

  • -

    (…)

Zijn overeengekomen als volgt

1. De bestaande pensioenregeling wordt met ingang van 1 november 2013 beëindigd, in die zin dat werknemer niet langer deelnemer aan deze regeling zal zijn....

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT