Uitspraak Nº C/10/518930 / HA ZA 17-76. Rechtbank Rotterdam, 2019-12-18

ECLIECLI:NL:RBROT:2019:9903
Docket NumberC/10/518930 / HA ZA 17-76
Date18 Diciembre 2019

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/518930 / HA ZA 17-76

Vonnis van 18 december 2019

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

HOOGVLIET BEHEER B.V.,

gevestigd te Rijnwoude,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

HOOGVLIET B.V.,

gevestigd te Alphen aan den Rijn,

eiseressen,

advocaat mr. B.M. Stroetinga te Rotterdam,

tegen

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

KEWODAK B.V.,

gevestigd te Alphen aan den Rijn,

2.

[gedaagde]

handelend onder de naam [handelsnaam],

zaak doende te [vestigingspalats] ,

gedaagden,

advocaat mr. B.M. Stroetinga te Eindhoven.

Partijen zullen hierna Hoogvliet c.s. en Kewodak c.s. genoemd worden. Afzonderlijk zullen partijen Hoogvliet Beheer, Hoogvliet, Kewodak en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding,

- de conclusie van antwoord,

  • -

    de overgelegde producties,

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van partijen op van 19 juni 2016, inclusief de daarin genoemde processtukken, tevens houdende een ter comparitie gewezen mondeling vonnis tot het verstrekken van een bewijsopdracht aan Hoogvliet c.s.,

  • -

    het proces-verbaal van getuigenverhoor van 31 oktober 2017 (enquête),

  • -

    het proces-verbaal van getuigenverhoor van 2 november 2017 (enquête),

  • -

    het proces-verbaal van getuigenverhoor van 6 maart 2018 (enquête),

  • -

    het proces-verbaal van getuigenverhoor van 26 september 2018 (contra- enquête)

  • -

    het proces-verbaal van getuigenverhoor van 16 november 2018 (contra- enquête),

  • -

    het proces-verbaal van getuigenverhoor van 29 april 2019 (contra- enquête),

  • -

    het proces-verbaal van getuigenverhoor van 27 mei 2019 (contra- enquête),

  • -

    de conclusie na enquête van Hoogvliet c.s., tevens houdende akte eisvermeerdering, van Hoogvliet c.s.,

  • -

    de conclusie na enquête van Kewodak c.s.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De vaststaande feiten
2.1.

Hoogvliet Beheer is eigenaar van een winkelgebouwencomplex aan de Klaverweide in Voorburg. Een deel daarvan verhuurt zij aan haar dochteronderneming Hoogvliet Vastgoed, die het gehuurde in gebruik heeft gegeven aan haar zusteronderneming Hoogvliet.

2.2.

Kewodak heeft op 15 juli 2016 een offerte aan Hoogvlietbeheer uitgebracht voor het verrichten van aannemingswerkzaamheden aan het dak van het winkelgebouwen-complex, met een prijs van € 186.408,99. De dakwerkzaamheden bestonden uit het verwijderen van de bestaande dakbedekking en isolatieplaten (polystyreen) en het afvoeren ervan, het schoonborstelen van de onderconstructie, het plaatsen van een isolatielaag en het uiteindelijk plaatsen van tweelaagse bitumineuze dakbedekking. Hoogvliet Beheer heeft deze offerte aanvaard.

2.3.

Kewodak heeft haar algemene voorwaarden toepasselijk verklaard op de overeenkomst met Hoogvliet Beheer. In de offerte staat in dit verband:

Voorwaarden

Op al onze aanbiedingen, leveringen en diensten zijn onze Algemene Voorwaarden voor de Zakelijke Markt Vebidak van toepassing. Deze voorwaarden worden u kosteloos ter beschikking gesteld en zijn tevens te vinden op onze website vwvw.kewodak.nl. De toepasselijkheid van andere voorwaarden wijzen wij uitdrukkelijk van de hand.”

2.4.

Artikel 19 lid 4 van deze algemene voorwaarden bevat een exoneratiebeding, dat luidt:

“4. De ondernemer sluit - behoudens de verplichting tot herstel van gebreken die onder garantie vallen - elke aansprakelijkheid uit, waaronder ook die voor letsel- en bedrijfsschade, behoudens voor schade die het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid bij directieleden en/of leidinggevenden en ondergeschikten van de ondernemer.”

2.5.

Kewodak heeft [gedaagde] ingeschakeld als onderaannemer voor uitvoering van een deel van het werk. Het was de taak van [gedaagde] om de bestaande dakbedekking en isolatieplaten te verwijderen en van Kewodak om de nieuwe, bitumen dakbedekking te plaatsen.

2.6.

Kewodak en [gedaagde] hebben beide hun aansprakelijkheid verzekerd bij Interpolis.

2.7.

De werkzaamheden aan het dak van het winkelgebouwencomplex zijn aangevangen op of omstreeks 29 augustus 2016.

2.8.

Op 31 augustus 2016 is brand ontstaan op het dak van het winkelgebouwen-complex. De brandweer is er aan te pas gekomen om de brand te blussen.

2.9.

Diverse onderzoeksbureaus hebben gerapporteerd over de oorzaak van de brand en de omvang van de schade.

2.10.

Op 23 september 2016 zijn Kewodak c.s. aansprakelijk gesteld voor het ontstaan van de brand en voor de daaruit voortvloeiende schade. Kewodak c.s. hebben niet gereageerd op deze aansprakelijkstelling.

2.11.

Hoogvliet c.s. hebben, na verkrijging van verlof daartoe van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam, conservatoir verhaalsbeslag laten leggen ten laste van Kewodak c.s., waaronder derdenbeslag onder Interpolis.

2.12.

Kewodak c.s. hebben een kort gedingprocedure aanhangig gemaakt ter opheffing van dit beslag. In die procedure is geen vonnis gewezen. In onderling overleg tussen partijen is dit beslag deels opgeheven na zekerheidstelling door Kewodak c.s. Het beslag dat was gelegd onder Interpolis is niet opgeheven.

3 De verdere beoordeling
3.1.

De rechtbank acht de eisvermeerdering van Hoogvliet c.s. niet in strijd met de goede procesorde, zodat deze wordt toegestaan. Deze eisvermeerdering is weliswaar vrij laat ingesteld (pas bij conclusie na enquête) maar hierna zal blijken dat de zaak toch al zal worden verwezen naar de schadestaatprocedure. Er bestaat dus nog steeds voldoende mogelijkheid voor toepassing van hoor en wederhoor.

3.2.

In geding is, kort gezegd, de vraag of Kewodak c.s. aansprakelijk zijn te houden voor de schade als gevolg van een brand op het winkelgebouwencomplex.

3.3.

Het verweer van Kewodak c.s. laat zich als volgt samenvatten:

- betwist wordt dat Kewodak c.s. de brand hebben veroorzaakt.

- Kewodak heeft haar algemene voorwaarden van toepassing verklaard op de overeenkomst. Deze algemene voorwaarden bevatten een exoneratiebeding, waar Kewodak een beroep op doet.

- ook aan [gedaagde] komt op het exoneratiebeding uit deze algemene voorwaarden een beroep toe.

- de algemene voorwaarden van Kewodak hebben derdenwerking. Zij gelden niet alleen tegenover haar contractuele wederpartij Hoogvliet Beheer maar ook tegen Hoogvliet, die immers onderdeel uitmaken van hetzelfde concern.

- de hoogte van de schade wordt betwist.

- nu geen sprake is van een te late betaling van hetgeen verschuldigd is uit hoofde van een handelsovereenkomst, is wettelijke handelsrente in ieder geval niet toewijsbaar.

- betwist wordt dat buitengerechtelijke kosten zijn gemaakt en dat zij voor vergoeding in aanmerking komen.

3.4.

De rechtbank heeft ter comparitie van 19 juni 2016 de navolgende bewijsopdracht gegeven aan Hoogvliet c.s.:

“stelt Hoogvliet c.s. in de gelegenheid te bewijzen dat bij de uitvoering op 31 augustus 2016 van de sloopwerkzaamheden op het dak door [gedaagde] gebruik is gemaakt van gasbrander en/of van een motorzaag en/of een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT