Uitspraak Nº C/13/656859. Rechtbank Amsterdam, 2018-12-21

ECLIECLI:NL:RBAMS:2018:9362
Docket NumberC/13/656859
Date21 Diciembre 2018
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

zaaknummer / rolnummer: C/13/656859 / KG ZA 18-1205 FB/MB

Vonnis in kort geding van 21 december 2018

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

PVH EUROPE B.V.,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

TOMMY HILFIGER LICENSING B.V.,

3. de besloten vennootschap

TOMMY HILFIGER EUROPE B.V.

alle gevestigd te Amsterdam,

eiseressen bij dagvaarding op verkorte termijn van 15 november 2018,

advocaat mr. Chr.A. Alberdingk Thijm te Amsterdam,

tegen

1. de vennootschap naar buitenlands recht

FACEBOOK IRELAND LIMITED,

gevestigd te Dublin (Ierland),

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

FACEBOOK NETHERLANDS B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagden,

advocaat mr. A.P. Groen te Amsterdam.

1 De procedure

Ter zitting van 7 december 2018 hebben eiseressen, hierna gezamenlijk PVH en afzonderlijk PVH Europe, Tommy Hilfiger Licensing en Tommy Hilfiger Europe, gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding en akte wijziging van eis. Gedaagden, hierna gezamenlijk ook Facebook en afzonderlijk Facebook Ierland en Facebook Nederland, hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. PVH heeft nog voor de zitting naar aanleiding van de wijziging eis per brief verzocht om aanhouding van de behandeling. Dit verzoek is afgewezen, aangezien de gewijzigde eis zodanig aansloot bij de inleidende dagvaarding dat Facebook door de behandeling daarvan op 7 december 2018 niet in haar processuele belangen is geschaad. Ook aan het verzoek van Facebook om een deel van de door PVH in het geding gebrachte producties buiten beschouwing te laten is om die reden – dat zij door toelating ervan niet in haar processuele belangen is geschaad – niet voldaan. De producties zijn ten dele wel op een laat tijdstip ingediend, maar dat lijkt geen bewuste actie van PVH ten nadele van Facebookte zijn en bovendien heeft de indiening plaatsgevonden nog voor de in het rolreglement gestelde termijn van 24 uur voorafgaand aan de zitting.
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.

Ter zitting waren aanwezig, voor zover hier van belang:

- aan de zijde van PVH: [naam] , [functie] , [naam] , [functie] , [naam] , [functie] , met mr. Alberdingk Thijm en zijn kantoorgenoot mr. S.C. van Velze;

- aan de zijde van Facebook: mr. Groen.

2 De feiten
2.1.

PVH Europe is een groot kledingbedrijf en exploiteert verschillende merken, waaronder Tommy Hilfiger.

2.2.

Facebook is een internetplatform dat is te bestempelen als een social medium. Facebook exploiteert ook het platform Instagram waarop gebruikers onder meer foto’s kunnen uitwisselen. Adverteerders kunnen tegen betaling advertenties plaatsen op Facebook en Instagram.

2.3.

Tommy Hilfiger Europe is onderdeel van PVH en heeft met Facebook een advertentieovereenkomst gesloten voor het merk Tommy Hilfiger op de platforms van Facebook.

2.4.

Tommy Hilfiger Licensing is ook onderdeel van PVH. Haar activiteiten zijn in een uittreksel van de Kamer van Koophandel (gedateerd 2 oktober 2018) onder meer aldus omschreven:

het exploiteren van rechten van intellectuele en/of industriële eigendom, waaronder mede begrepen (…) auteursrechtelijk beschermde zaken.’

2.5.

Tommy Hilfiger Licensing heeft een aantal Uniemerken laten registreren (onder meer het woordmerk TOMMY HILFIGER). Daarnaast is zij houdster van het Benelux woordmerk TOMMY HILFIGER, voor waren en diensten in (onder meer) klasse 24 (weefsels en textielproducten voor zover niet begrepen in andere klassen) en 25 (kledingstukken, schoeisel en hoofddeksels).

2.6.

Kleding van het merk Tommy Hilfiger wordt aangeboden in duizenden winkels wereldwijd en via een aantal webshops, waaronder www.tommy.com.

2.7.

Voor het plaatsen van advertenties op haar platforms hanteert Facebook een gepubliceerd advertentiebeleid. Volgens dit beleid worden advertenties voorafgaand aan plaatsing gecontroleerd. In Hoofdstuk 2 van het Advertentiebeleid is vermeld dat de advertentie kan worden afgekeurd als deze niet volledig voldoet aan de advertentierichtlijnen. Verder is in het gepubliceerde beleid onder meer opgenomen dat advertenties geen inhoud mogen bevatten die inbreuk maakt op rechten van derden, waaronder auteurs- merken- en privacyrechten. Ook mogen advertenties niet misleidend en/of onjuist zijn.

2.8.

Als productie 5 heeft PVH afbeeldingen van een aantal advertenties in het geding gebracht voor kleding en schoeisel met de naam ‘Tommy Hilfiger’, die niet van haar afkomstig zijn en die zijn aangetroffen op Facebook of op Instagram. In de advertenties werd verwezen naar de websites www.jances.site en www.librie.top, waar men de artikelen kon kopen, veelal door het aanklikken van de button ‘Shop Now’. Soms stonden dergelijke advertenties direct boven of onder die van PVH (of aan haar gelieerde bedrijven).

2.9.

In een proces-verbaal van 17 mei 2018 heeft R.M.P. van den Bogert, gerechtsdeurwaarder te Utrecht (hierna: de deurwaarder), vermeld in opdracht van PVH Europe een aantal testaankopen te hebben gedaan via voornoemde websites. In het proces-verbaal is ook vermeld dat ING-bank op de dag van betaling van één van de bestellingen contact heeft opgenomen met het kantoor van de deurwaarder wegens het vermoeden dat fraude werd gepleegd met de daarbij gebruikte creditcard van het kantoor. ING heeft een onderzoek gestart en verdere betalingen zijn geblokkeerd. In een proces-verbaal van 30 mei 2018 heeft de deurwaarder vermeld een aantal artikelen te hebben ontvangen en daarvan foto’s bijgevoegd. Ook is vermeld dat de bestelde artikelen bij www.jances.site en www.librie.top niet zijn geleverd.

2.10.

PVH heeft Facebook gewezen op honderden advertenties waarin inbreuk wordt gemaakt op intellectuele eigendomsrechten van PVH. Op verzoek heeft Facebook aan PVH zogenoemde ‘Identifiers’ verstrekt (‘Ad Account ID, Page ID en UID of Admin’). Naar aanleiding van meldingen van PVH heeft Facebook de inbreukmakende advertenties verwijderd.

2.11.

Bij brief van 28 augustus 2018 heeft PVH Facebook Ierland verzocht/gesommeerd om gegevens (onder meer NAW - gegevens en betaalgegevens) aan haar te verstrekken van de adverteerders die advertenties hebben geplaatst waarmee inbreuk werd gemaakt op intellectuele eigendomsrechten van PVH. Voorbeelden van die advertenties zijn bij die brief gevoegd. Facebook heeft aan deze sommatie niet voldaan.

3 Het geschil
3.1.

PVH vordert:

I. gedaagden ieder afzonderlijk te bevelen de inbreuken op de auteurs- en merkrechten van PVH, in het bijzonder de auteursrechten op het beeld- en advertentiemateriaal van Tommy Hilfiger en de Unie- en Benelux woord- en beeldmerken van het teken 'Tommy Hilfiger’, en/of ieder (ander) onrechtmatig handelen jegens PVH, zoals in de dagvaarding nader omschreven, te staken en gestaakt te houden. Dit betreft meer in het bijzonder het via haar diensten, waaronder de platforms Facebook en Instagram, (laten) plaatsen van de litigieuze advertenties van haar gebruikers, zoals ter zitting nader gepreciseerd;

II. Facebook te gebieden binnen vijf dagen na betekening van het te wijzen vonnis aan de raadsman van PVH al hetgeen Facebook bekend is omtrent de herkomst en de distributiekanalen van de inbreukmakende advertenties en alle daarop betrekking hebbende gegevens te verstrekken, in het bijzonder door beschikbare gegevens te verschaffen van de adverteerders en/of makers van de advertenties, "Ad Accounts" en/of pagina's zoals omschreven in het lichaam van de dagvaarding en nader gespecificeerd in Productie 8, 9 en 30, in het bijzonder de naam, het adres en de woonplaats, het e-mailadres en het telefoonnummer waarmee de [des]betreffende accounts zijn aangemaakt; de datum van registratie; de datum, tijd en IP-adressen gebruikt voor het in- en uitloggen en voor het aanmaken van de advertentie; de betaalmethode en betaalgegevens van elk account;

III. Facebook te gebieden binnen vijf dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis:

a. primair: doeltreffende maatregelen te nemen om de toegang tot de platforms van Facebook voor de onder II bedoelde adverteerders te ontzeggen en te voorkomen dat de onder II bedoelde adverteerders opnieuw op de platforms van Facebook inbreuk kunnen maken op de intellectuele eigendomsrechten van PVH;

b. subsidiair: de overeenkomsten met de onder II bedoelde adverteerders te beëindigen en hen de toegang tot het platform in de toekomst te ontzeggen, in het bijzonder door voorkoming van gebruik van dezelfde identificerende gegevens, waaronder de naam, het adres en de woonplaats, het e-mailadres, het telefoonnummer...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT