Uitspraak Nº C/13/640159 / HA ZA 17-1344 en C/13/647812 / HA ZA 18-489. Rechtbank Amsterdam, 2019-01-30

ECLIECLI:NL:RBAMS:2019:625
Docket NumberC/13/640159 / HA ZA 17-1344 en C/13/647812 / HA ZA 18-489
Date30 Enero 2019
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 30 januari 2019

in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/13/640159 / HA ZA 17-1344 van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

MODALFA B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres,

advocaat mr. M. van Weeren LLM. te Amsterdam,

tegen

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

LAUNDRY BEHEER B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

2. [gedaagde in hoofdzaak/eiser in vrijwaring sub 2],

wonende te [woonplaats] ,

gedaagden,

advocaat mr. Y. Benjamins te Amsterdam,

en in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/13/647812 / HA ZA 18-489 van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

LAUNDRY BEHEER B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

2. [gedaagde in hoofdzaak/eiser in vrijwaring sub 2],

wonende te [woonplaats] ,

eisers,

advocaat mr. Y. Benjamins te Amsterdam,

tegen

[gedaagde in vrijwaring] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde,

advocaat mr. J.F.A. de Voldere te Amsterdam.

Partijen worden hierna Modalfa, Laundry c.s. en [gedaagde in vrijwaring] genoemd. Laundry c.s. worden afzonderlijk ook Laundry en [gedaagde in hoofdzaak/eiser in vrijwaring sub 2] genoemd.

1 De procedure in de hoofdzaak
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 22 augustus 2018 waarbij een comparitie van partijen is bepaald,

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 5 december 2018, met de daarin weergegeven processtukken,

  • -

    de brief van 14 december 2018 van de raadsman van Laundry c.s. met opmerkingen over het proces-verbaal.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De procedure in de vrijwaringszaak
2.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 22 augustus 2018, waarbij een comparitie van partijen is bepaald,

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 5 december 2018, met de daarin weergegeven processtukken,

  • -

    de brief van 14 december 2018 van de raadsman van Laundry c.s. met opmerkingen over het proces-verbaal.

2.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

3 De feiten
3.1.

Modalfa is een financiële holding. Zelfstandig bevoegd bestuurder van Modalfa is [bestuurder] .

3.2.

Ook Laundry is een financiële holding. [gedaagde in hoofdzaak/eiser in vrijwaring sub 2] is zelfstandig bevoegd bestuurder van Laundry.

3.3.

[gedaagde in vrijwaring] is vastgoedadviseur en belegger.

3.4.

Op 14 juli 2008 hebben partijen een overeenkomst van geldlening gesloten waarbij Modalfa (in de overeenkomst aangeduid als Schuldeiser) aan Laundry (in de overeenkomst aangeduid als Schuldenaar) € 400.000 heeft geleend. De overeenkomst is ondertekend door [bestuurder] namens Modalfa, [gedaagde in hoofdzaak/eiser in vrijwaring sub 2] (mede namens Laundry), [gedaagde in vrijwaring] (hierna [gedaagde in vrijwaring] ) en de echtgenotes van [gedaagde in hoofdzaak/eiser in vrijwaring sub 2] en [gedaagde in vrijwaring] waarbij is vermeld “goedkeuring echtgenote (…) conform 1:88 BW”. Het voorblad van de overeenkomst vermeldt:

“Overeenkomst van geldlening

tussen

Modalfa B.V.

en

Laundry Beheer B.V.”

De overeenkomst luidt verder, voor zover hier van belang:

“Schuldenaar verklaart uit hoofde van geldlening schuldig te zijn aan Schuldeiser een som van vierhonderdduizend euro (…)

(…)

Schuldenaar is over de hoofdsom van de geldlening of over het niet-afgeloste gedeelte daarvan een rente verschuldigd van 10% per jaar.

De rente wordt per maand op het eind van elke maand betaald. Voor het eerst op 31 juli 2008.

De geldlening wordt afgelost op 14 april 2009.

(…)

Voorts dient als onderpand het pand [adres] (…)

De heer [gedaagde in hoofdzaak/eiser in vrijwaring sub 2] en de heer [gedaagde in vrijwaring] stellen zich hierbij hoofdelijk aansprakelijk voor de gehele geldlening.

(…)”

3.5.

Bij e-mail van 2 november 2012 met als onderwerp “Aanvullende overeenkomst Modalfa” heeft [gedaagde in hoofdzaak/eiser in vrijwaring sub 2] aan [gedaagde in vrijwaring] geschreven, voor zover hier van belang:

“om misverstanden te voorkomen zijn naar aanleiding van eerdere berichtgeving aan jou via sms in 2011 en ook aangegeven tijdens de besprekingen met dhr [bestuurder] de volgende uitgangspunten altijd door mij gehanteerd en nog steeds:

1. Over het kalenderjaar 2012 kon en kan door Laundry Beheer vanaf eind april € 10.000 per maand betaald worden als rente en/of aflossing wat resulteert in een totaal bedrag te hebben kunnen betalen aan Modalfa op jaarbasis uiterlijk 31 december 2012 van € 105.000.

Gaarne dus conform bovenstaande aanpassing in de aanvullende overeenkomst

(…)

De rest van de voorwaarden zijn akkoord,met dien verstande dat wij in geval van niet nakoming van of gebreke op de overeenkomst ieder voor de helft het alsdan verschuldigde totaalbedrag voor onze rekening nemen. (…)”

3.6.

Bij e-mail van 14 december 2012 om 2:50 PM heeft [gedaagde in hoofdzaak/eiser in vrijwaring sub 2] aan [gedaagde in vrijwaring] geschreven, voor zover hier van belang:

“in opvolging op de aangepaste aanvullende overeenkomst,waarvoor dan,zal ik deze volgorde aanhouden:”

(…)
Tenslotte en wellicht ten overvloede wijs ik op de afspraak gemaakt tussen jou en ons dat,om bij een niet nakoming van of gebreke op deze aanvullende overeenkomst,als ook met betrekking tot de oorspronkelijke overeenkomst ,ieder voor 50% de verplichting op zich neemt om hoofdelijk het alsdan verschuldigde bedrag te voldoen (…)”

3.7.

Bij e-mail van 14 december 2012 om 15:06 uur heeft [gedaagde in hoofdzaak/eiser in vrijwaring sub 2] aan [gedaagde in vrijwaring] geschreven, voor zover hier van belang:

“ter voorkoming van eventuele misverstanden,de niet nakoming zoals genoemd in de slotzin “Tenslotte en wellicht etc tm te voldoen” betreft de niet nakoming door Laundry Beheer b.v. en Laundry Beheer b.v. alleen, verder niemand. (…)

3.8.

Bij e-mail van 16 december 2012 heeft [gedaagde in vrijwaring] aan [gedaagde in hoofdzaak/eiser in vrijwaring sub 2] geschreven, voor zover hier van belang:

“Natuurlijk totaal niet mee eens dat ik ook nog eens hoofdelijk aansprakelijk moet zijn voor een lening aan Laundry die via mij geregeld is,wanneer ga je rente over mijn geld betalen? Wil wel eens goed op de hoogte gebracht willen worden over...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT