Uitspraak Nº C/13/654403 / KG ZA 18-988. Rechtbank Amsterdam, 2018-11-08

ECLIECLI:NL:RBAMS:2018:8003
Docket NumberC/13/654403 / KG ZA 18-988
Date08 Noviembre 2018
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

zaaknummer / rolnummer: C/13/654403 / KG ZA 18-988 CdK/MB

Vonnis in kort geding van 8 november 2018

in de zaak van

1 [eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats] , Spanje,

2. [eiser sub 2],

wonende te [woonplaats] , Verenigd Koninkrijk,

3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

JORIS NO SMELL B.V.,

gevestigd te Amsterdam ,

eisers bij dagvaarding op verkorte termijn van 28 september 2018,

advocaat mr. M. Ellens te Amsterdam,

tegen

1 [gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats] , België,

2. de vennootschap onder firma

[gedaagde sub 2] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] en haar vennoten:

3. [gedaagde sub 3],

wonende te [woonplaats] ,

4. [gedaagde sub 4],

wonende te [woonplaats] ,

gedaagden,

advocaat mr. M.A.V. van Aardenne te Dordrecht.

1 De procedure

Ter zitting van 16 oktober 2018 hebben eisers gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagden, hierna gezamenlijk ook [gedaagden] en afzonderlijk [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] , hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Na de behandeling ter zitting is de zaak pro forma aangehouden tot 25 oktober 2018 om partijen in de gelegenheid te stellen een schikking te beproeven. Bij e-mail van 25 oktober 2018 heeft de raadsman van eisers meegedeeld dat een schikking niet is gelukt en (namens beide partijen) verzocht vonnis te wijzen. Vonnis is bepaald op heden.

Ter zitting waren aanwezig:

aan de zijde van eisers: [eiser sub 1] , directeur, en mr. Ellens; tevens was aanwezig mr. T. Vink, advocaat te Amsterdam, die als informant is gehoord.

aan de zijde van gedaagden: [gedaagde sub 1] , [naam] , [gedaagde sub 4] ,

mr. Van Aardenne en zijn kantoorgenote mr. M. Hovanesian.

2 De feiten
2.1.

[gedaagde sub 1] is enige tijd ondernemer geweest in Afrika. In 2012 is hij een samenwerking aangegaan met de onderneming “ [bedrijf ] . ” (hierna: [bedrijf ] ), een groothandel in dierenvoeding en accessoires. Daarbij werd de ervaring en kennis van de Afrikaanse markt van [gedaagde sub 1] ingezet bij het inkopen van grondstoffen en ontwikkelen van bodembedekking voor (hokken van) knaagdieren. De bodembedekking zou ecologisch verantwoord zijn en beschermen tegen stankoverlast ten gevolge van voedsel en uitwerpselen van de dieren. De producten werden op de markt gebracht onder meer met de namen Joris no Smell, Cotton N Cotton, Cotton N Fibre en Exotic Kokos N. De samenwerking tussen [gedaagde sub 1] en [bedrijf ] is enige tijd later beëindigd.

2.2.

[bedrijf ] was houdster van het op 10 augustus 2011 geregistreerd Benelux beeldmerk bevattende het woord COTTON COMFORT. [bedrijf ] heeft in oktober 2012 geconstateerd dat een andere onderneming, Abado Handelsonderneming B.V., waarvan [gedaagde sub 4] directeur was, een identiek product verhandelde onder de naam COTTON COMFORT. [bedrijf ] en [gedaagde sub 4] hebben op 19 januari 2013 een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarin onder meer staat:

Abado erkent dat het merk COTTON COMFORT toekomt aan [bedrijf ] en dat (…) [gedaagde sub 1] de houder is van de auteursrechten op het ontwerp van en de tekst op de verpakking en op het COTTON COMFORT logo;”

2.3.

In 2014 heeft [gedaagde sub 1] in België een onderneming opgericht: Sunshine of Africa BVBA (hierna ook: Sunshine ). [gedaagde sub 1] was daarvan 100% aandeelhouder en zaakvoerder. Doel van Sunshine was:

het op de markt brengen door ontwikkeling, productie en distributie van een bodembedekker voor dieren, welke zowel het dierenwelzijn als het menswelzijn bevorderen.”

2.4.

[gedaagde sub 1] had een Nederlands octrooi voor zijn bodembedekkingsproduct.

2.5.

Op een zeker moment (in 2014/2015) heeft [gedaagde sub 1] een deel van zijn aandelen in Sunshine overgedragen, waardoor (uiteindelijk) [gedaagde sub 1] 40% en eisers sub 1 en 2 (hierna [eisers] ) ieder 30% van de aandelen in bezit hadden.

2.6.

Op 1 maart 2016 is gedaagde sub 2 ( [gedaagde sub 2] ) opgericht, met als activiteiten:

groothandel in textielstoffen en –halffabrikaten; vervaardiging van overige textielproducten en het invoeren en produceren van katoenproducten”. [gedaagde sub 2] verkoopt producten via de website: [website 1] .

2.7.

Per 1 januari 2017 is de commanditaire vennootschap [C.V.] (hierna: de CV) opgericht, waarvan de zoon van [gedaagde sub 1] de stille vennoot was, Sunshine de beherend vennoot en [gedaagde sub 1] de directie voerde en de dagelijkse leiding had. De domeinnaam [domeinnaam] staat op naam van de CV. In het handelsregister van de Kamer van Koophandel is als website van de CV vermeld: [website 2] .

Het logo van de website [domeinnaam] zag er zo uit:

De CV richt zich, zo is in het ondernemingsplan vermeld, op vervaardiging en verkoop van ecologisch verantwoord ontwikkelde bodembedekkers voor verblijven van knaagdieren.

Ook wordt (op Facebook) de volgende afbeelding gebruikt:

De verpakking van de bodembedekker van de CV ziet er als volgt uit.

2.8.

Op 13 juni 2017 heeft [eiser sub 1] Joris No Smell Limited opgericht en op 13 juli 2018 Joris No Smell B.V. (hierna ook: de B.V.).

2.9.

Op 20 juli 2017 hebben [gedaagde sub 1] en [eisers] een ‘user agreement related patents’ getekend, waarbij [gedaagde sub 1] twee octrooien (patenten) in licentie heeft gegeven aan [eisers] en in geval van faillissement van Sunshine of Africa aan hen overgedragen.

2.10.

Op 24 januari 2018 zijn twee vaststellingsovereenkomsten tot stand gekomen tussen Sunshine , de CV (daarin aangeduid met JNS), [eisers] en [gedaagde sub 1] . In de tweede vaststellingsovereenkomst (hierna: de Vaststellingsovereenkomst) staat onder meer:
IN AANMERKING NEMENDE:

C. (…)Recent overleg met [bedrijf ] heeft duidelijk gemaakt dat [bedrijf ] privéschulden van [gedaagde sub 1] heeft voldaan (…). De vordering van [bedrijf ] op [gedaagde sub 1] bedraagt circa

€ 77.000,-.

D. Sunshine en JNS werken samen voor de marketing en verkoop van bodembedekkers voor knaagdieren. [gedaagde sub 1] heeft in het kader van deze samenwerking gesteld dat hij geregistreerde patenten heeft ter exploitatie van deze producten. Navraag bij het Octrooicentrum heeft uitgewezen dat één patent (…) sinds 1 februari 2017 niet meer is geregistreerd en één patent (…) in het systeem niet bekend is. [gedaagde sub 1] heeft hierdoor valsheid in geschrifte gepleegd door een licentieovereenkomst aan te gaan tussen hem en Sunshine (d.d. 20 juli 2017) en hierdoor is sprake van een ernstige vertrouwensbreuk waardoor verdere samenwerking niet meer kan plaatsvinden;

E. Partijen door onderhavige handelingen een aandeelhoudersconflict hebben gekregen en deze op de volgende wijze wensen te beëindigen.

ZIJNDE ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

1.1

[gedaagde sub 1] neemt eenzijdig ontslag als bestuurder van Sunshine en verkoopt 40% van het economische- en juridische eigendom van de aandelen in Sunshine hierbij aan (…) ( [eisers] , vzr.) voor gelijke delen tegen een gezamenlijke koopsom van € 1;

1.2

[gedaagde sub 1] werkt mee aan juridische levering van de aandelen Sunshine . (…)

1.3

JNS zal worden opgeheven

(…)

Artikel 3 Concurrentiebeding

3.1

De heer [gedaagde sub 1] verbindt zich direct of indirect zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Sunshine , JNS, [eiser sub 1] , [eiser sub 2] en [bedrijf ] :

a. a) Gedurende 20 jaar na de ondertekeningsdatum in welke hoedanigheid dan ook concurrerende activiteiten in Europa te verrichten (…), die concurreren met de activiteiten van voornoemde partijen;

b) Gedurende 20 jaar na de ondertekeningsdatum een klant, leverancier of andere persoon die een zakelijke relatie onderhoudt met voornoemde partijen (…) over te halen of trachten over te halen om zijn relatie met (…) deze partijen te beëindigen (of iets te doen waardoor die relatie nadelig beïnvloed zou kunnen worden, dan wel een concurrent van deze partijen bij te staan, bij te doen staan of trachten bij te staan.

Onverminderd het voorgaande onthoudt [gedaagde sub 1] in privé zich er bewust van iets te doen waardoor de partijen nadelig beïnvloed zou kunnen worden.

(…)

4.1

Indien partijen in de toekomst van mening verschillen over de interpretatie van of uitvoering van deze overeenkomst, zullen zij trachten door middel van overleg tot een regeling te komen.

4.2

Voor zover het in lid 1 van dit artikel genoemde overleg niet tot resultaat leidt, zal dat geschil worden beslecht door de bevoegde rechter te Amsterdam.

(…)

5.2

Indien enige bepaling in deze overeenkomst zal worden vernietigd of nietig zal blijken te zijn, verplichten partijen zich nu voor alsdan jegens elkander, om die nietige/vernietigde bepaling te vervangen door een rechtsgeldige bepaling die de bedoeling van partijen zo dicht mogelijk benadert.”

2.11.

Onder de gedingstukken (productie 15 van eisers) bevindt zich een verklaring van 12 februari 2018 van [gedaagde sub 1] dat hij gebruik maakt van zijn ‘wettelijke bedenktermijn’ en zijn handtekening onder de vaststellingsovereenkomst “terugtrekt”.

2.12.

In een e-mail van 23 februari 2018 heeft de raadsman van [eisers] aan [gedaagde sub 1] geschreven dat hij geen beroep kan doen op enige bedenktermijn en dat hij rechtsgeldig ontslag heeft genomen en zijn aandelen in Sunshine heeft overgedragen.

2.13.

Bij beslissing van 20 maart 2018 heeft de Rechtbank van koophandel te Antwerpen Sunshine gerechtelijk ontbonden zonder benoeming van een vereffenaar. Daardoor had de CV geen bevoegde vennoot meer. [gedaagde sub 1] had [eisers] niet van deze zaak op de hoogte gesteld.

2.14.

Op 26 februari...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT