Uitspraak Nº C/13/521958 / HA ZA 12-870. Rechtbank Amsterdam, 2014-03-05

ECLIECLI:NL:RBAMS:2014:1128
Date05 Marzo 2014
Docket NumberC/13/521958 / HA ZA 12-870
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 5 maart 2014

in de hoofdzaak met zaaknummer / rolnummer: C/13/521958 / HA ZA 12-870 van

de naamloze vennootschap

LIANDER N.V.,

gevestigd te Arnhem,

eiseres,

advocaat mr. F.J. van Velsen te Haarlem,

tegen

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[onderaannemer][onderaannemer]

gevestigd te [plaats],

gedaagde,

advocaat mr. A. Knigge te Amsterdam,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[hoofdaannemer],

gevestigd te [plaats],

gedaagde,

advocaat mr. P. van den Broek te Amsterdam,

en in de vrijwaringszaak met zaaknummer / rolnummer C/13/529947 / HA ZA 12-1345 van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[onderaannemer],

gevestigd te [plaats],

eiseres,

advocaat mr. A. Knigge te Amsterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[hoofdaannemer],

gevestigd te [plaats],

gedaagde,

advocaat mr. P. van den Broek te Amsterdam.

Partijen worden hierna Liander, [onderaannemer] en [hoofdaannemer] genoemd.

1 De procedure in de hoofdzaak
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de gelijkluidende dagvaardingen van 26 en 27 juni 2012, met producties,

  • -

    de akte houdende overlegging en toelichting producties van Liander, met producties,

  • -

    de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van [onderaannemer] van 5 september 2012, met één productie,

  • -

    de conclusie van antwoord in het incident van 19 september 2012,

  • -

    het extract uit de minuten berustende ter griffie van deze rechtbank van 3 oktober 2012 waarbij het [onderaannemer] is vergund om [hoofdaannemer] in vrijwaring te doen dagvaarden,

  • -

    de conclusie van antwoord van [onderaannemer], met producties,

  • -

    de rolbeslissing van 13 december 2012, waarbij de zaak in de toenmalige stand is verwezen naar de parkeerrol in afwachting van de vrijwaringszaak,

  • -

    de conclusie van antwoord van [hoofdaannemer] van 17 april 2013, met producties,

  • -

    het tussenvonnis van 15 mei 2013 waarbij een comparitie van partijen is bepaald,

  • -

    het proces-verbaal van de op 5 september 2013 gehouden comparitie met de daarin genoemde stukken en proceshandelingen,

  • -

    de akte aan de zijde van [hoofdaannemer] van 30 oktober 2013,

  • -

    de antwoordakte aan de zijde van [onderaannemer].

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De procedure in de vrijwaring
2.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 31 oktober 2012 en het herstelexploot van 4 december 2012,

  • -

    de conclusie van antwoord in vrijwaring van 20 februari 2013, met producties,

  • -

    het tussenvonnis van 15 mei 2013 waarbij een comparitie van partijen is bepaald,

  • -

    het proces-verbaal van de op 5 september 2013 gehouden comparitie met de daarin genoemde stukken en proceshandelingen,

  • -

    de akte aan de zijde van [hoofdaannemer] van 30 oktober 2013,

  • -

    de antwoordakte aan de zijde van [onderaannemer].

2.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

3 De feiten in de hoofdzaak en de vrijwaring
3.1.

Liander is beheerder in de zin van de Elektriciteitswet 1998 van de netten in het oorspronkelijke verzorgingsgebied van energiebedrijf Nuon. In 2008 is de naam van (de rechtsvoorgangster van) Liander in verband met de afsplitsing van het netwerkbedrijf uit het voormalige energiebedrijf gewijzigd. Alle voor het onderhavige geschil relevante rechtspersonen (veelal nog de naam ‘Nuon’ in meerdere samenstellingen) en bedrijfsunits vallen inmiddels onder Liander (zijnde de nieuwe naam van N.V. Continuon Netbeheer). De juridische eigendom van de netwerken berust bij een volle dochtermaatschappij van Liander voor wie zij mede als gemachtigde optreedt en met wie zij is te identificeren.

3.2.

[hoofdaannemer] is de rechtsopvolger van [bedrijf] (verder [bedrijf]). In het kader van voorgenomen werkzaamheden waarbij [bedrijf] als hoofdaannemer en [onderaannemer] als onderaannemer zou optreden, is door de opdrachtgever ING Real Estate een Klic-melding gedaan.

Bij brief van 8 mei 2007 heeft Nuon aan [bedrijf] kabel- en/of leiding-informatie gestuurd over het terrein waar de werkzaamheden aan de [adres] zouden plaatsvinden. Als bijlagen zijn bij de brief een overzicht en tekeningen van de situatie ter plaatse gevoegd waarop is te zien dat zich in en nabij het graaftracé hoogspanningskabels bevinden.

In de brief staat, voor zover hier van belang:

“Bij werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van onder- of bovengrondse hoogspanningsverbindingen (50 kV en hoger) dient u altijd nader contact met ons op te nemen via telefoonnummer ([telefoonnummer]).

(…)

In een bij de brief gevoegde bijlage staat, voor zover hier van belang:

Hoogspanningskabels en hoogspanningslijnen (masten):

  • -

    Bij werkzaamheden in de nabijheid van hoogspanningsmasten of hoogspanningslijnen dient u (vooraf, 3 tot 5 werkdagen) contact op te nemen met Nuon. De contact persoon staat vermeld in de Nuon KLIC brief.

  • -

    (…)”

3.3.

[onderaannemer] en [hoofdaannemer] hebben een op 22 mei 2007 gedateerde overeenkomst van onderaanneming ondertekend. Bij de handtekening van [onderaannemer] staat met de hand bijgeschreven “met inachtneming van bijgevoegd schrijven 30/01/08”.

In de overeenkomst van onderaanneming staat, voor zover hier van belang:

Algemene voorwaarden

Op deze opdracht zijn tevens de Algemene Voorwaarden van [bedrijf] (…) van toepassing, (…). In geval van tegenstrijdigheid prevaleren de bepalingen van deze opdracht. Toepasselijkheid van uw eigen algemene verkoop- of leveringsvoorwaarden of andere algemene voorwaarden die door u van toepassing zijn of plegen te worden verklaard, wijzen wij van de hand, (…).

(…)”

3.4.

De Algemene Voorwaarden [bedrijf] luiden, voor zover hier van belang:

Artikel 13 Aansprakelijkheid; Verzekering

1. Wij hebben aanspraak op vergoeding van alle schade, (…) die het gevolg is van gebreken in de door u geleverde materialen of uitgevoerde werkzaamheden of van enige andere tekortkoming die aan u kan worden toegerekend.

2. Voorts bent u aansprakelijk voor alle schade die het gevolg is van fouten van uw werknemers of van andere personen van wie u gebruik maakt voor de uitvoering van onze opdracht. Voor alle vorderingen van derden die tegen ons mochten worden ingesteld, waaronder die van de opdrachtgever van het werk, zullen wij door u worden gevrijwaard.

(…)”

3.5.

Op 30 januari 2008 heeft [onderaannemer] aan [bedrijf] een opdrachtbevestiging met nummer [nummer] gestuurd met betrekking tot de door [onderaannemer] in onderaanneming voor [bedrijf] uit te voeren werkzaamheden aan de [adres]. Daarin is opgenomen, voor zover hier van belang:

“6 Voor de start van het werk dient u [onderaannemer] op de hoogte te stellen van de ligging van kabels en leidingen en deze vrij te graven. In geval van schade aan kabels en leidingen waarvan de ligging NIET bij ons bekend was zijn wij NIET aansprakelijk voor de kosten die zijn gemoeid met de reparatie.

7 [onderaannemer] is NIET aansprakelijk voor schade aan installaties, gebouwen, kabels leidingen en/of wegen als gevolg van het heien/trillen/drukken/trekken van stalen damwand.

(…)”

3.6.

Bij brief van 1 februari 2008 heeft [bedrijf] aan [onderaannemer] geschreven, voor zover hier van belang:

“Hiermee deel ik u mede dat de door u gestuurde opdrachtbevestiging [nummer], d.d.22-01-2007 door [bedrijf] als niet van toepassing wordt beschouwd. (…)”

3.7.

In een op 24 april 2008 opgemaakt verslag van een op 28 februari 2008 gehouden bespreking waarbij van de zijde van Nuon [naam] aanwezig was en van [bedrijf] [naam 2] en [naam 3], staat, voor zover hier van belang:

“3. Stand van zaken op dit moment:

3.1

Terrein:

In het terrein liggen diverse kabels en leidingen welke nog afgekapt of omgelegd moeten worden. Met name de 10 kV en gasleiding moeten voordat de damwanden worden geslagen omgelegd of afgekapt worden. Verder liggen er diverse leidingen van telecombedrijven en rioleringen.

[bedrijf] heeft door middel van het maken van proefsleuven, tot grondwaterniveau (+/- 1,50 m1 diep) in het tracé van de toekomstige damwanden e.e.a. inzichtelijk gemaakt.

(…)”

3.8.

Op 12 maart 2008 heeft [bedrijf] een “verklaring kabel- en leidingvrij werktracé” ondertekend en aan [onderaannemer] geretourneerd. Daarin staat voor zover hier van belang:

“OPDRACHTGEVER: [bedrijf] (…)

(…)

Verklaart hierbij op 14-3-08, door een personeelslid van [onderaannemer], [naam 4] te zijn gevraagd of er in het werkgebied kabels en leidingen aanwezig zijn.

en hierbij te hebben meegedeeld dat : (aankruisen wat van toepassing is)

(…)

X Er wel een of meerdere kabels en leidingen aanwezig zijn welke op blad 2 nader zijn aangegeven , en dat deze op een deugdelijke wijze zijn beschermd en opgezocht en gemarkeerd.

(…)

OMSCHRIJVING VAN DE AANWEZIGE EN AANGEGEVEN KABELS EN LEIDINGEN

De opdrachtgever kan niet volstaan met het verwijzen naar KLIC tekeningen

Alle kabels en leidingen dienen door de opdrachtgever te zijn opgezocht en gemarkeerd

(…)

  • -

    Diverse kabels en leidingen (niet in tracé damwanden) langs de oostgevel [adres], zullen worden afgedekt met stalen rijplaten, (…)

  • -

    Alle overige kabels en leidingen welke de damwanden kruisen zullen worden verwijderd of omgelegd.

(…)”

3.9.

Op 4 april 2008 heeft [onderaannemer] als onderaannemer van [bedrijf] bij het intrillen van damwandplanken aan de [adres] thans de [adres] vier hoogspanningskabels doorkliefd.

3.10.

Bij brieven van 6 mei 2008 heeft Liander [onderaannemer] en [bedrijf] aansprakelijk gesteld voor de schade door het doorklieven van de hoogspanningskabels.

3.11.

Middels een factuur van 8 oktober 2008 heeft Liander een schadebedrag van € 262.522,61 bij [onderaannemer] inzake de schade aan de hoogspanningskabels in rekening gebracht.

4 Het geschil In de hoofdzaak
4.1.

Liander vordert – samengevat – hoofdelijke veroordeling van [onderaannemer] en [hoofdaannemer] tot betaling van € 313.079,82, vermeerderd met rente en kosten.

4.2.

Daartoe stelt zij, samengevat, dat [onderaannemer] en [hoofdaannemer] hebben nagelaten de hoogspanningskabels te lokaliseren en dus hun jegens Liander bestaande zorgplicht hebben geschonden. De grondroerder heeft tegenover de netbeheerder een onderzoeksplicht en een plicht tot zorgvuldig...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT