Uitspraak Nº C/13/590101 / HA ZA 15-614. Rechtbank Amsterdam, 2016-06-15

ECLIECLI:NL:RBAMS:2016:3464
Docket NumberC/13/590101 / HA ZA 15-614
Date15 Junio 2016
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer / rolnummer: C/13/590101 / HA ZA 15-614

Vonnis van 15 juni 2016

in de zaak van

1 [eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,

2. [eiser sub 2],

wonende te [woonplaats] ,

eisers,

advocaat mr. F.E. Boonstra te 's-Gravenhage,

tegen

naamloze vennootschap

ING BANK N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde,

advocaat mr. J.M. Atema te Amsterdam.

Eisers worden afzonderlijk [eiser sub 1] en [eiser sub 2] genoemd en gezamenlijk [eisers gezamenlijk] . Gedaagde wordt ING genoemd.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 21 oktober 2015 waarbij een comparitie van partijen is bepaald,

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 17 maart 2016 met de daarin genoemde stukken en proceshandelingen.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

[eisers gezamenlijk] heeft op 28 juli 2005 een aflossingsvrije hypothecaire geldlening met een looptijd van 30 jaar afgesloten met (de rechtsvoorganger van) ING voor een bedrag van € 221.650,= ten behoeve van de aankoop van een nog te bouwen appartement in Eindhoven (hierna het appartement) voor € 208.564,09. Uit ten behoeve van de hypotheekverstrekking afgegeven werkgeversverklaringen en salarisstroken volgt dat [eiser sub 2] in 2005 een bruto jaarsalaris had van € 16.160,16 en [eiser sub 1] in mei 2005 een bruto (maand)salaris had van € 1.700,=.

2.2.

Na realisatie is het appartement op 24 november 2006 getaxeerd op een marktwaarde van € 223.000,= waarna [eisers gezamenlijk] op 21 december 2006 een additionele aflossingsvrije hypothecaire geldlening met een looptijd van 20 jaar afsloot met ING voor een bedrag van € 20.000,=. Aan deze tweede hypothecaire geldlening is gekoppeld een maatwerkpolis en een overlijdensrisicoverzekering.

2.3.

Bij de hypotheekverstrekking ten behoeve van de financiering van het appartement is [eisers gezamenlijk] geadviseerd door [naam 1] (hierna [naam 1] ), toentertijd werkzaam bij (de rechtsvoorganger van) ING.

2.4.

Een op 18 januari 2007 gedateerde werkgeversverklaring vermeldt dat [eiser sub 1] op [datum] in dienst is getreden van [bedrijf 1] en op 18 januari 2007 op jaarbasis € 24.624,= bruto verdiende. Een eveneens op 18 januari 2007 gedateerde werkgeversverklaring van [bedrijf 2] vermeldt dat [eiser sub 2] toentertijd een bruto jaarsalaris had van € 20.269,56.

2.5.

Een salarisspecificatie van [eiser sub 1] van november 2008 vermeldt dat hij werkzaam was bij [bedrijf 3] en daar een bruto maandsalaris verdiende van € 2.500,=. Een op 5 november 2008 gedateerde werkgeversverklaring van [bedrijf 2] vermeldt dat [eiser sub 2] toentertijd een bruto jaarsalaris had van € 20.907,=.

2.6.

In 2008 benaderde [eisers gezamenlijk] ING voor advies omtrent de financiering van een woning in St. Oedenrode die hij op het oog had. Op 11 november 2008 heeft in dat kader een adviesgesprek plaatsgevonden tussen [eiser sub 1] en [naam 1] . Op basis daarvan is een klantprofiel opgesteld waarin melding wordt gemaakt van de hiervoor in 2.2 genoemde hypothekecaire geldleningen. Daarnaast is vermeld dat [eiser sub 1] volledig bekend is met de algemene hypotheekvormen en verder, voor zover hier van belang:

Risicobereidheid - Restschuldrisico

Hoe hoger uw hypotheek is in verhouding tot de Ja

waarde van de woning, des te groter is het risico

dat u bij (voortijdige) verkoop een restschuld

overhoudt. Bent u zich bewust van dit risico?

Wilt u dit risico aanvaarden? Ja

(…)

Wat is uw uitgangspunt voor het deel van de Ik ga ervan uit dat ik het huis verkoop

hypotheek dat u niet aflost op een van deze twee en met de opbrengst (het restant van)

manieren? de hypotheek kan aflossen (ik ben me ervan bewust dat ik aan het einde van de looptijd een restschuld kan overhouden).

(…)”

`

2.7.

In een op 12 november 2008 door ING opgemaakte berekening van het gezamenlijke inkomen van [eisers gezamenlijk] op jaarbasis is vermeld dat hij een totaal toetsinkomen had van € 58.019,=.

2.8.

Een op 2 december 2008 gedateerde en op 8 december 2008 door [eisers gezamenlijk] ondertekende offerte van ING voor een “meeneemhypotheek” luidt, voor zover hier van belang:

“De in deze offerte aangeboden financiering is hoger dan de marktwaarde van het te financieren onderpand. Hierdoor loopt u een verhoogd risico dat u bij een eventuele (gedwongen) verkoop van uw woning een restschuld overhoudt. Voor deze –eventuele- restschuld na verkoop van de woning, blijft u aansprakelijk tegenover de bank.

(…)

Bij de aanbieding van deze financiering is sprake van overschrijding van de verstrekkingsnormen zoals vastgelegd in de Gedragscode Hypothecaire Financieringen. De adviseur heeft u geattendeerd op het feit dat de lasten die verbonden zijn aan deze financiering hoger zijn dan op basis van deze normen mogelijk is. De adviseur heeft u gewezen op de risico’s die daaraan zijn verbonden. U verklaart jegens de bank dat u deze risico’s begrijpt en aanvaardbaar acht.

(…)

Uw huidige hypotheken met nummers (…) lost u zo snel mogelijk af, maar uiterlijk 8 maanden na passeerdatum van deze hypotheek. (…)”

2.9.

Op 27 februari 2009 heeft [eisers gezamenlijk] een aflossingsvrije hypothecaire geldlening met een looptijd van 30 jaar gesloten met ING voor een bedrag van € 300.000,= ten behoeve van de aankoop van de woning in Sint-Oedenrode (hierna de woning) voor € 270.000,=. Ook bij deze hypotheekverstrekking is [eisers gezamenlijk] bijgestaan door [naam 1] . [eisers gezamenlijk] heeft na aankoop van de woning het appartement niet verkocht, maar heeft dit verhuurd.

2.10.

Bij brief van 28 januari 2014 heeft ING aan [eisers gezamenlijk] geschreven, voor zover hier van belang:

“U heeft ons laten weten dat u uw woning (…) te St. Oedenrode wilt verkopen voor een koopsom van EUR 250.000. De ING geeft u hierbij toestemming voor deze verkoop. Helaas is dit bedrag niet voldoende om uw hypotheek geheel af te lossen. Dat betekent dat u na de verkoop nog een restschuld overhoudt. Dit bedrag moet u in principe binnen 2 maanden aan ons terugbetalen. In plaats daarvan is het misschien mogelijk om een (gedeelte van) dit bedrag op te nemen in de hypotheek van uw andere woning. Als u dat wilt, kunnen wij voor u beoordelen in hoeverre herfinanciering mogelijk is. (…)”

2.11.

Op 29 januari 2014 is de woning voor een bedrag van € 250.000,= verkocht en op 1 mei 2014 is zij geleverd.

2.12.

Bij brief van 8 september 2014 heeft ING [eisers gezamenlijk] gesommeerd om de restschuld van € 46.269,66 voor 22 september 2014 te betalen.

3 Het geschil
3.1.

[eisers gezamenlijk] vordert dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT