Uitspraak Nº C/13/681133 / KG ZA 20-251. Rechtbank Amsterdam, 2020-04-21

ECLIECLI:NL:RBAMS:2020:2335
Date21 Abril 2020
Docket NumberC/13/681133 / KG ZA 20-251
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

zaaknummer / rolnummer: C/13/681133 / KG ZA 20-251 MDvH/MvG

Vonnis in kort geding van 21 april 2020

in de zaak van

de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE AMSTERDAM (STADSDEEL NOORD),

zetelend te Amsterdam,

eiseres bij dagvaarding van 20 maart 2020,

advocaat mr. N.E.V. van Nispen tot Sevenaer-Berger te Amsterdam,

tegen

de stichting

STICHTING KENNISOEVER DUURZAAMHEID,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde,

advocaat mr. B.P. van Overeem te Amsterdam,

Partijen zullen hierna Gemeente Amsterdam en Stichting Kennisoever worden genoemd.

1 De procedure
1.1.

Deze procedure is schriftelijk gevoerd overeenkomstig de Tijdelijk afwijkende regeling voor kort gedingen rechtbanken handel/familie vanwege de bijzondere omstandigheden door de Corona-crisis. Gemeente Amsterdam heeft bij dagvaarding van 20 maart 2020 gevorderd als onder 3.1 vermeld. Op 30 maart 2020 heeft Stichting Kennisoever een conclusie van antwoord ingediend. Beide partijen hebben producties ingediend.

1.2.

Op 30 maart 2020 heeft mr. S. Wondergem (jurist werkzaam bij Omnius Juristen) namens Rolling Rock Kitchen B.V. een incidentele conclusie tot tussenkomst ingediend. Bij e-mail van 31 maart 2020 is het verzoek tot tussenkomst afgewezen, omdat, kort gezegd, het verzoek niet conform artikel 7.1 Procesreglement kort gedingen rechtbanken handel/familie (hierna: Procesreglement) is ingediend door een advocaat. Verder is in deze e-mail beslist, omdat deze procedure schriftelijk wordt gevoerd, dat de datum – 30 maart 2020 – voor het indienen van de conclusie van antwoord onder de Tijdelijk afwijkende regeling wordt beschouwd als de zittingsdatum in de zin van artikel 7.2 en 7.3 Procesreglement en dat dit voor Rolling Rock Kitchen betekent dat het niet meer mogelijk is om alsnog (op een later moment in de procedure) bij advocaat een incidentele conclusie tot tussenkomst in te dienen.

1.3.

Na een schriftelijke instructie van de voorzieningenrechter hebben partijen bij e-mails van 3 en 7 april 2020 hun opmerkingen in re- en dupliek ingediend. Vonnis is bepaald op heden.

2 De feiten
2.1.

In 2008 hebben verschillende partijen uit de hoek van overheid, wetenschap en bedrijfsleven Stichting Kennisoever opgericht met als doel de samenwerking op het gebied van duurzaamheid en innovatieve bedrijvigheid te stimuleren. Stichting Kennisoever biedt ondersteuning aan startende ondernemers in de vorm van juridische kennis, secretariële ondersteuning en een kennisnetwerk voor duurzame bedrijvigheid.

2.2.

Stichting Kennisoever heeft van Gemeente Amsterdam een bedrijfsruimte gehuurd in transformatiegebied Buiksloterham in Amsterdam. Omdat deze locatie te klein werd voor Stichting Kennisoever, zijn partijen gaan zoeken naar een nieuwe locatie. Die werd gevonden in een gebouw met omliggende grond en een Romneyloods aan de [adres] , in eigendom van [bedrijf] (hierna: [bedrijf] ).

2.3.

Met het oog op financiële zekerheid wilde [bedrijf] dat Gemeente Amsterdam haar huurder werd, waarbij het Gemeente Amsterdam werd toegestaan dat zij [adres] (hierna: het gehuurde) op haar beurt zou onderverhuren aan Stichting Kennisoever. Voor de huisvesting van Stichting Kennisoever was het noodzakelijk om het gehuurde te herinrichten. Gemeente Amsterdam heeft daartoe een bedrag van € 250.000,00 geïnvesteerd en [bedrijf] een bedrag van

€ 200.000,00.

2.4.

Met ingang van 1 mei 2012 is Gemeente Amsterdam het gehuurde gaan huren van [bedrijf] Zij hebben daartoe een huurovereenkomst kantoorruimte in de zin van artikel 7:230a Burgerlijk Wetboek (BW) gesloten. Op grond van artikel 1.2 en 1.3 van de huurovereenkomst is het gehuurde uitsluitend bestemd om te worden gebruikt als kantoor- en bedrijfsverzamelgebouw en is het Gemeente Amsterdam niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van [bedrijf] een andere bestemming aan het gehuurde te geven. Op grond van artikel 8.3 van de huurovereenkomst is onderverhuur toegestaan. De huurovereenkomst is aangegaan voor de duur van 10 jaar (artikel 3.1) met de mogelijkheid voor [bedrijf] de huurovereenkomst op grond van artikel 8.5 tussentijds op te zeggen tegen het einde van het vierde of tegen het einde van het achtste huurjaar. In verband met de onder 2.3. genoemde investering door Gemeente Amsterdam dient [bedrijf] haar bij een tussentijdse opzegging na vier jaar of acht jaar € 150.000,00 respectievelijk

€ 50.000,00 te vergoeden.

2.5.

Gemeente Amsterdam heeft het gehuurde per 1 mei 2012 aan Stichting Kennisoever onderverhuurd, eveneens op basis van een huurovereenkomst kantoorruimte in de zin...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT