Uitspraak Nº C/15/222812 / HA ZA 15-127. Rechtbank Noord-Holland, 2016-08-03

ECLIECLI:NL:RBNHO:2016:6710
Docket NumberC/15/222812 / HA ZA 15-127
Date03 Agosto 2016
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling privaatrecht

Zittingsplaats Alkmaar

zaaknummer / rolnummer: C/15/222812 / HA ZA 15-127

Vonnis van 3 augustus 2016

in de zaak van

[Voornamen eiseres] [Achternaam Eiseres],

wonende te [Woonplaats 1] ,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. H.A. van Hapert te Amsterdam,

tegen

[Voornaam gedaagde] [Achternaam gedaagde],

wonende te [Woonplaats 2] ,

gedaagde in conventie,

eiser in reconventie,

advocaat mr. M.L. Molenaar te Noord-Scharwoude.

Partijen zullen hierna de vrouw en de man genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 19 februari 2015 met 14 producties;

  • -

    de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met 8 producties;

  • -

    het tussenvonnis van 29 april 2015;

  • -

    de conclusie van antwoord in reconventie met 6 producties;

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 7 september 2015 met de daarin genoemde stukken;

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 9 juni 2016 met de daarin genoemde stukken, waaronder een akte vermeerdering van eis van de vrouw en de akte eisvermeerdering van de man.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

Partijen zijn ex-partners. Zij hebben samengewoond en zij hebben de afspraken over hun samenwoning vastgelegd in een notarieel vastgelegde samenlevingsovereenkomst d.d. 24 november 1995 (hierna: de samenlevingsovereenkomst).

2.2.

De samenlevingsovereenkomst bevat, voor zover hier van belang, de volgende bepalingen:

GEMEENSCHAP EN VERGOEDINSRECHTEN

Artikel 1.

1. Hoewel tussen hen geen wettelijke gemeenschap van goederen bestaat, kunnen goederen krachtens erfstelling, legaat, schenking of een rechtshandeling gezamenlijk worden verkregen en tot een tussen hen bestaande gemeenschap gaan behoren.

2. Verkrijgt één van hen een goed tegen een contraprestatie, welke geheel of gedeeltelijk door de ander is betaald, dan heeft die ander een recht op vergoeding voor het nominale bedrag, dat ten laste van zijn vermogen is gekomen. Het bedrag van de vergoeding is eerst opeisbaar indien en zodra deze overeenkomst eindigt en is niet rente dragend.

VASTSTELLINGSOVEREENKOMST

Artikel 2.

1. Tenzij uitdrukkelijk anders schriftelijk is overeengekomen, zijn gemeenschappelijk eigendom van partijen:

A. de tot de inboedel behorende zaken als bedoeld in artikel 3:5 van het Burgerlijk Wetboek met uitzondering

van:

a. voorwerpen van persoonlijke aard;

b. voorwerpen, welke op grond van verknochtheid of anderszins in redelijkheid niet bedoeld kunnen zijn aan hen samen te zullen gaan toebehoren;

c. voorwerpen welke staan vermeld op een door hen bijgehouden lijst waarop voor elk door beiden voor akkoord dient te worden getekend;

d. de kleding de sieraden en de accessoires welke bij één van hen in gebruik zijn of tot uitsluitend gebruik door één van hen bestemd zijn.

B. al hetgeen gezamenlijk in eigendom is verkregen of zal worden verkregen waaronder met name ook gezamenlijk in eigendom verkregen registergoederen;

C. de gelden, bestemd voor de gemeenschappelijke huishouding als hierna bedoeld;

D. de saldi van giro- of bankrekeningen, voorzover deze op naam beiden zijn gesteld;

E. ongeacht hun formele tenaamstelling de auto( s), motorfiets(en), (brom)fiets(en), caravan(s) boot of boten en dergelijke vervoermiddelen en/of vaartuigen.

2. Tot de gemeenschap behoren niet die goederen, welke geen registergoederen zijn en behoren tot het bedrijfs- of beroepsvermogen van één van hen.

3. Partijen stellen zich bij deze uitdrukkelijk op het standpunt dat uit hun rechtsverhouding tot elkaar voortvloeit dat ieder van hen slechts met toestemming van de ander bevoegd is Over zijn/haar aandeel in de gemeenschap of haar onderdelen te beschikken, tenzij uit deze akte anders blijkt

GEMEENSCHAPPELIJKE HUISHOUDING

Artikel 4

1. Over en weer wordt volmacht verleend tot het verrichten van rechtshandelingen ten behoeve van de gewone gang van de gemeenschappelijke huishouding

2. De kosten van de huishouding in een kalenderjaar komen naar evenredigheid ten laste van de inkomens van partijen in dat jaar.

Onder inkomens worden hier verstaan het ‘onzuiver inkomen’ in de zin van de Wet op de Inkomstenbelasting 1964.

3. Zodra een jaar is verlopen sedert het kalenderjaar waarover één van de partijen deze bijdrage in de kosten van de huishouding was verschuldigd doch niet of niet geheel heeft voldaan, vervalt het recht van de ander om de bijdrage alsnog te vorderen

4. Hetgeen op grond van het vorenstaande moet worden bijgedragen wordt gestort op een gemeenschappelijke bank- of girorekening of gestort in een gemeenschappelijke kas. Deze rekening wordt op naam van beiden gezet en ieder is daarin voor de helft gerechtigd. Ieder van hen is zelfstandig bevoegd te beschikken over het tegoed op de gemeenschappelijke rekening en de gelden in de gemeenschappelijke kas.

5. Tot de kosten van de gewone gang van de huishouding worden voor zover hierna niet anders is bepaald ondermeer gerekend: de eventuele huurpenningen de uit het gebruik van de gemeenschappelijke woning voortvloeiende lasten en kosten, de premies voor schade- en/of ziektekostenverzekeringen, de kosten van geneeskundige behandeling en verpleging, de kosten van gezamenlijke vakanties, de auto- en andere kosten van vervoer, de kosten ter voorziening in het dagelijks levensonderhoud alsmede de kosten van klein onderhoud van de gezamenlijk bewoonde woning en de meubilering en stoffering daarvan.

6. Is er een geldlening aangegaan ter financiering van zaken aangeschaft voor de gewone gang van de gemeenschappelijke huishouding, dan behoort ook de rente van deze lening tot de kosten van de gewone gang van de gemeenschappelijke huishouding.

AANSCHAF MEUBILERING, AUTO EN DERGELIJK

Artikel 5.

1. De kosten van aanschaf van meubilering, stoffering, huishoudelijke apparaten, geluids- en beeldapparatuur of een auto en dergelijke roerende zaken behoren niet tot de kosten van de gewone gang van de gemeenschappelijke huishouding en worden tezamen ieder voor de helft gedragen en betaald.

Mocht betaling via de hiervoor vermelde huishoudrekening worden voldaan dan zal eventueel verrekening tussen partijen dienen plaats te vinden.

2. Partijen zien er op toe, dat de nota van dergelijke aankopen op naam van hen beiden wordt gesteld.

3. De in dit artikel bedoelde zaken zullen partijen ieder voor de onverdeelde helft toebehoren. Voor zover nodig leveren partijen over en weer aan elkaar de onverdeelde helft in bovenbedoelde toekomstige zaken en aanvaarden zij die levering reeds nu voor alsdan.

4. Het vorens taande is niet van toepassing voor zover de desbetreffende zaken worden vermeld op een lijst als in artikel 2 bedoeld.

AANBRENGSTEN EN GEMEENSCHAP

Artikel 16.

Partijen hebben met elkaar geruild en aan elkaar overgedragen de onverdeelde helft in ieders tot de inboedel behorende zaken en vervoermiddelen voor zover hiervoor niet uitgezonderd en privé eigendom gebleven.

De geruilde zaken zijn niet evenveel waard doch partijen stellen geen prijs op enige specificatie daarvan.

Als gevolg van deze ongelijke inbreng, mede in verband met het feit dat de comparante sub 2 meer uit eigen middelen heeft voldaan bij de aankoop van het pand aan de [Adres 1] , verklaarde de comparante sub 2 een bedrag groot vierenvijftigduizend gulden (f. 54.000) te vorderen te hebben van de wederpartij die dit bedrag derhalve aan de ander schuldig erkent. Op deze vordering is het gestelde in artikel 1 lid 2 van deze akte van toepassing.

…”

2.3.

Op 9 oktober 2014 heeft de man de gezamenlijke woning verlaten. Op 17 oktober 2014 heeft de vrouw de samenlevingsovereenkomst opgezegd.

3 Het geschil in conventie en in reconventie
3.1.

Na haar eis gewijzigd te hebben, vordert de vrouw in conventie, bij vonnis, één en ander voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

I. partijen te bevelen tot afwikkeling van de samenlevingsovereenkomst over te gaan;

II. de man te verplichten uitvoering te geven aan het beding ex artikel 1 lid 2 (vergoedingsrecht) van de samenlevingsovereenkomst, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag of dagdeel dat de man niet aan dit bevel voldoet met een maximum van € 25.000,-;

III. de man te gebieden om binnen vijf dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis een afschrift te verstrekken aan de vrouw van de navolgende bescheiden dan wel afschriften van door de rechtbank te bepalen bescheiden, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag of dagdeel dat de man niet aan dit bevel voldoet met een maximum van € 25.000,-:

• de stukken (onder meer koopovereenkomsten , leveringsakten, eventuele hypotheekakten, bankafschriften en nota’s van afrekening van de aangekochte woningen) ter zake van de financiering van de navolgende onroerende zaken:

- een woonhuis gelegen te [postcode, woonplaats, adres en kadastergegevens 2] ;

- een woonhuis met bedrijfspand gelegen te [postcode, woonplaats, adres en kadastergegevens 3] ;

- een bedrijfspand gelegen te [postcode, woonplaats, adres en kadastergegevens 4] ;

- een bedrijfspand gelegen te [postcode, woonplaats, adres en kadastergegevens 5] ;

- een bedrijfspand gelegen te [postcode, woonplaats, adres en kadastergegevens 6] ;

- een bedrijfspand gelegen te [postcode, woonplaats, adres en kadastergegevens 7] ;

- een ligplaats voor een boot gelegen te [Woonplaats, adres en kadastergegevens 8] ;

- een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT