Uitspraak Nº C/15/280969 / HA ZA 18-726. Rechtbank Noord-Holland, 2019-09-25

ECLIECLI:NL:RBNHO:2019:8032
Docket NumberC/15/280969 / HA ZA 18-726
Date25 Septiembre 2019
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind

Zittingsplaats Alkmaar

zaaknummer / rolnummer: C/15/280969 / HA ZA 18-726

Vonnis van 25 september 2019

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [woonplaats 1] ,

eiser,

advocaat mr. R.A.M. Schram te Haarlem,

tegen

1 [gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats 2] ,

2. [gedaagde 2],

wonende te [woonplaats 3] ,

3. [gedaagde 3],

wonende te [woonplaats 4] ,

4. [gedaagde 4],

wonende te [woonplaats 5] ,

5. [gedaagde 5],

wonende te [woonplaats 6] ,

6. de maatschap naar burgerlijk recht

MAATSCHAP [naam maatschap],

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

WINDPARK LIJSBETH TIJS HOLDING B.V.,

gevestigd te Berkhout, gemeente Koggenland,

gedaagden,

advocaat mr. J. Schröder te Nijmegen.

Partijen zullen hierna [eiser] en Lijsbeth Tijs c.s. worden genoemd. Gedaagden sub 1 tot en met 5 zullen hierna worden aangeduid als de overige maten, gedaagde sub 4 als [gedaagde 4] , gedaagde sub 6 als de maatschap en gedaagde sub 7 als de B.V.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 26 oktober 2018 met producties,

  • -

    de conclusie van antwoord met producties,

  • -

    het tussenvonnis van 16 januari 2019 waarin een comparitie van partijen is bepaald,

  • -

    het proces-verbaal van meervoudige comparitie van 4 juni 2019 en de daarin genoemde stukken.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

[eiser] en de overige maten zijn per 30 juni 2003 een samenwerkingsverband aangegaan in de vorm van een maatschap. Deze maatschap (gedaagde sub 6) had tot doel het voor gezamenlijke rekening exploiteren en onderhouden van een windturbinepark van zeven windmolens (type Vestas V52) aan de Lijsbeth Tijsweg te Berkhout. Alle zes maten waren ieder eigenaar van één van deze windmolens. De zevende windmolen was van alle maten gezamenlijk (ieder voor 1/6e deel).

2.2.

In de onderliggende maatschapsovereenkomst van 17 juli 2003 (hierna: de maatschapsovereenkomst) is - voor zover relevant - het volgende bepaald:

DUUR EN OPZEGGING

Artikel 4

1. De maatschap is aangegaan voor onbepaalde tijd.

2. Ieder der maten is verplicht tenminste tien jaren lid van de maatschap te blijven.

3. Na verloop van de in lid 2 bedoelde termijn van tien jaren heeft ieder der maten de bevoegdheid de maatschap per het einde van een kalenderjaar door opzegging te doen eindigen, mits zodanige opzegging geschiedt met inachtneming van een termijn van tenminste zes maanden.

(…)

VERBODEN NEVENACTIVITEITEN/-EXPLOITATIE

Artikel 8

1. Het is ieder der maten tijdens de duur van de maatschap en gedurende vijf jaar na uittreding uit de maatschap verboden zonder schriftelijke toestemming van de andere maten direct of indirect voor eigen rekening of voor rekening van anderen of voor gezamenlijke rekening met anderen buiten de maatschap aan de Lijsbeth Tijsweg te Berkhout, gemeente Wester-Koggenland, windmolens te exploiteren in de meest ruime zin van het woord of deel te nemen aan de oprichting van enige andere onderneming met een soortgelijk karakter, of bij, een andere onderneming met een soortgelijk karakter rechtstreeks of zijdelings betrokken te zijn, daarin of daarvoor werkzaam te zijn, het zij met, hetzij zonder geldelijke vergoeding, of anderen daarin of daarvoor voor hem/haar direct of indirect werkzaam te doen zijn. Het verbod op nevenactiviteiten geldt voor zover deze betrekking heeft op activiteiten die (gaan) plaatsvinden aan of in de nabijheid van de locatie Lijsbeth Tijsweg, Berkhout.

2. De maat die de in het vorige lid genoemde bepaling overtreedt, verbeurt een boete van (…)

€ 250.000) ten behoeve van de andere maten voor elke overtreding, op eerste aanmaning zonder sommatie of ingebrekestelling door hem/haar aan de andere maten te voldoen, onverminderd alle verdere rechten van de andere maten, ingevolge de onderhavige overeenkomst en ingevolge de wet. Deze boete is niet vatbaar voor rechterlijke matiging.

(…)

EINDE MAATSCHAP

Artikel 14

De maatschap eindigt:

a. door opzegging overeenkomstig het bepaalde in artikel 4;

(…)

VOORTZETTINGSBEDING

Artikel 15

Bij beëindiging van de maatschap door een oorzaak gelegen aan de kant van één van de maten hebben de navolgende personen het recht om het aandeel van de uitgetreden maat voort te zetten, en wel in de volgende:

- de natuurlijke personen, die tezamen respectievelijk de maten 3. en 6. vormen, binnen hun eigen onverdeeldheid;

- de echtgenoot van een uitgetreden maat;

- de kinderen van een uitgetreden maat, tezamen;

- de ouders van een uitgetreden maat, tezamen.

De uittredende maat, en ingeval van overlijden van een maat, diens erfgenamen, dienen binnen drie maanden na de uittredingsdatum, schriftelijk aan de overige maten kennis te kennen wie van de hiervoor genoemde personen van het hem/haar/hen toekomende recht gebruik maakt.

Ingeval geen van de hiervoor genoemde personen van zijn recht gebruik maakt, zijn de overige maten, tezamen, verplicht het aandeel van de uittredende maat over te nemen.

De eigendom van de eigen-, alsmede van de gezamenlijke windmolen en de daarbij behorende rechten op de grond, waarop de windmolen(s) staat/staan, zal vervolgens binnen zes maanden, aan de als voortzettende maat optredende persoon/personen (tezamen in mede-eigendom) worden geleverd.

Ingeval een maat deze bepaling overtreedt of niet nakomt zal de boetebepaling zoals verwoord in artikel 8 lid 2. van overeenkomstige toepassing zijn.

(…)

LIQUIDATIE

Artikel 17

1. Wanneer de maatschap eindigt door opzegging als bedoeld in artikel 4 en geen voortzetting door een van de maten plaatsvindt, zal de maatschap worden geliquideerd en wel door de maten tezamen.

(…)

ARBITRAGE

Artikel 19

1. Alle geschillen die voortvloeien uit de onderhavige akte of andere overeenkomsten die hiervan het gevolg zijn of hiermede samenhangen zullen bij uitsluiting worden beslecht door drie arbiters, te benoemen door de voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Noordwest Holland te Alkmaar.

(…)

4. De bepalingen in de voorgaande leden brengen geen wijziging in de bevoegdheid van de maten om de President van de Rechtbank te Alkmaar te verzoeken in kort geding een voorlopige voorziening bij voorraad te geven, in de toepasselijkheid van de daartegen openstaande rechtsmiddelen (…)”

2.3.

In het Intern Reglement van de maatschap van 4 april 2006 is vermeld dat aan [eiser] voor het ter beschikking stellen van kantoorruimte en voor zijn werkzaamheden als financieel gevolmachtigde een vergoeding van € 500 per maand zal worden betaald.

2.4.

De elektriciteit die met het windmolenpark werd opgewekt, is vanaf 2003 door de maatschap verkocht. Daarbij ontving de maatschap een gemaximeerde subsidie per geproduceerde MWh. Deze subsidie is in mei 2013 gestopt. In 2014 hebben [eiser] en de overige maten besloten om de zeven windmolens te vervangen, waarmee de maatschap weer voor subsidie in aanmerking kon komen. De maatschap heeft daartoe op 16 juli 2014 een subsidieaanvraag ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO). Op 1 september 2014 heeft de RVO op naam van de maatschap een (onsplitsbare) subsidiebeschikking afgegeven. In de subsidiebeschikking is onder meer het volgende vermeld:

“(…) Ik heb besloten voor uw project subsidie te verlenen tot een maximum van € 11.805.750,00.

De subsidie wordt uitgekeerd in de vorm van een vergoeding per geproduceerde MWh (…)

Ik wijs u erop dat de in de bijlage van de beschikking onder ‘verplichtingen’ genoemde termijnen voor opdrachtverstrekking en ingebruikname zijn gekoppeld aan de datum waarop de beschikking aan u is verzonden.

Het kan zijn dat de startdatum van de subsidie die u in uw aanvraag heeft vermeld en die in deze beschikking is overgenomen binnenkort verstrijkt. Indien gewenst kunt u uitstel aanvragen. Dit uitstel dient u voorafgaand aan het verstrijken van de startdatum aan te vragen.

(…)

2. Subsidieperiode

De subsidie wordt verleend over de periode:

De subsidieperiode start op: 1 juli 2015

De subsidieperiode eindigt op: 30 juni 2030

(…)”

In de bijlage waarnaar in de subsidiebeschikking wordt verwezen, is - voor zover van belang - het volgende opgenomen:

Verplichtingen

Er zijn een aantal verplichtingen waaraan u moet voldoen om subsidie te krijgen.

  • -

    U verstrekt binnen een jaar na verzending van deze brief opdrachten voor de levering van onderdelen voor de productie-installatie en opdrachten voor de bouw van de productie-installatie en zendt Rijksdienst voor Ondernemend Nederland hiervan een afschrift. (…)

  • -

    U neemt de productie-installatie zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 4 jaar na de datum van de beschikking in gebruik.

  • -

    Voor wijzigingen in bijvoorbeeld locatie, tenaamstelling, vermogen, datum ingebruikname, startdatum subsidie en andere wijzigingen, moet u vooraf toestemming vragen aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (…)”

2.5.

Op 16 mei 2014 heeft de maatschap bij de gemeente Koggenland een omgevingsvergunning aangevraagd voor de vervanging van de zeven Vestas-molens door zeven windmolens van het type Gamesa G52. De verzochte omgevingsvergunning is op

1 juli 2014 aan de maatschap verleend.

2.6.

De onderhandelingen over de vervanging van het windmolenpark door Gamesa-molens en inruil van de oude Vestas-molens heeft de maatschap gevoerd met Windbrokers Holland B.V. (hierna: Windbrokers). Windbrokers was in 2014 exclusief dealer van Gamesa-molens in de Benelux. In een door de maatschap in december 2014 opgestelde intentieverklaring, die door alle maten is ondertekend, heeft de maatschap verklaard een definitieve koop-/verkoopovereenkomst met Windbrokers te willen sluiten, mits aan een aantal voorwaarden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT