Uitspraak Nº C/16/430112 / HA ZA 17-68. Rechtbank Midden-Nederland, 2017-10-25

ECLIECLI:NL:RBMNE:2017:6780
Docket NumberC/16/430112 / HA ZA 17-68
Date25 Octubre 2017
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht

handelskamer

locatie Utrecht

zaaknummer / rolnummer: C/16/430112 / HA ZA 17-68

Vonnis van 25 oktober 2017

in de zaak van

1 [eiser sub 1] ,

2. [eiseres sub 2],

beiden wonende in het Verenigd Koninkrijk,

eisers,

advocaat mr. J.M. Bossers te Rotterdam,

tegen

de stichting

STICHTING SAMEN VEILIG MIDDEN-NEDERLAND,

gevestigd te Utrecht,

gedaagde,

advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer,

behandelend advocaat mr. E. Lam te Amsterdam.

Partijen zullen hierna [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] en Samen Veilig genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 23 december 2016, met de producties 1 t/m 14;

  • -

    de conclusie van antwoord, met de producties 1 en 2;

  • -

    het tussenvonnis van 19 april 2017;

  • -

    de brief van de zijde van [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] van 9 augustus 2017, met bijlagen;

  • -

    de akte indiening productie van Samen Veilig, met productie 3;

  • -

    het proces-verbaal van de comparitie van 30 augustus 2017, met daaraan gehecht de brief van de zijde van Samen Veilig, ingekomen op 13 september 2017 en de brief van [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] , ingekomen 14 september 2017.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

[eiser sub 1] en [eiseres sub 2] , die de Roemeense nationaliteit hebben, verbleven gedurende de zwangerschap van [eiseres sub 2] (zonder vast of officieel woonadres) in Nederland.

2.2.

[eiseres sub 2] is op [2011] in het Diakonessenhuis in [geboorteplaats] bevallen van hun zoon [minderjarige] (hierna aangeduid onder zijn roepnaam: [minderjarige] ).

2.3.

Op basis van een melding van de betrokken verloskundige bij het Meldpunt Kindermishandeling (AMK) is [eiseres sub 2] vlak na de geboorte bezocht door een medewerker van het AMK en een medewerker van Spoedeisende Zorg (SEZ). Zowel AMK als SEZ waren afdelingen van het toenmalige Bureau Jeugdzorg (BJZ), nu Samen Veilig.

2.4.

Via de Raad voor de Kinderbescherming is vervolgens een verzoek tot voorlopige ondertoezichtstelling ingediend bij de rechtbank. Bij beschikking van [2011] is [minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld van BJZ voor de duur van drie maanden. Op dezelfde dag heeft BJZ (verder te noemen Samen Veilig) een verzoek om een onmiddellijke machtiging uithuisplaatsing ingediend. Bij beschikking van [2011] is de machtiging verleend tot 29 november 2011.

2.5.

Dezelfde dag is [minderjarige] door Samen Veilig naar een pleeggezin gebracht.

2.6.

Op 9 november 2011 heeft de kinderrechter tijdens een mondelinge behandeling Samen Veilig en de belanghebbenden gehoord en een machtiging tot uithuisplaatsing bij pleegouders verleend van 29 november 2011 tot 31 januari 2012.

2.7.

Nadat [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] de wens en het voornemen hadden geuit met [minderjarige] te willen terugkeren naar Roemenië, heeft de Raad voor de Kinderbescherming contact gelegd met de kinderbeschermingsautoriteiten in Roemenië, die hebben gerapporteerd dat [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] daar bij familie huisvesting konden krijgen.

2.8.

Op 9 december 2011 hebben medewerkers van Samen Veilig en de Raad voor de Kinderbescherming [minderjarige] samen met [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] op het vliegtuig naar Roemenië gezet.

2.9.

In 2014 hebben [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] drie klachten ingediend bij de klachtencommissie van Samen Veilig. De klacht (1) dat Samen Veilig bij hun beslissingen en gedragingen [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] heeft gediscrimineerd op grond van hun Roma-afkomst is door de klachtencommissie ongegrond geacht. De klacht (2) dat medewerkers van BJZ zich ten onrechte niet hadden gelegitimeerd met daarvoor bedoelde documenten en de klacht (3) dat de handelwijze van Samen Veilig ten aanzien van [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] op [2011] niet transparant, onzorgvuldig en onprofessioneel was, zijn door de klachtencommissie gegrond geacht.

2.10.

In november 2015 hebben [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] en Samen Veilig een bemiddelingsgesprek gevoerd bij de Nationale ombudsman.

2.11.

Bij brief van 18 oktober 2016 hebben [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] Samen Veilig aansprakelijk gesteld voor de schade die zij door het handelen van BJZ stellen te hebben geleden. Samen Veilig heeft de aansprakelijkheid van de hand gewezen.

3 Het geschil
3.1.

[eiser sub 1] en [eiseres sub 2] vorderen – naar de rechtbank begrijpt – een verklaring voor recht dat Samen Veilig aansprakelijk is voor de schade als gevolg van haar (onrechtmatig) handelen ten aanzien van de gegrond verklaarde klachten 2 en 3, alsmede een verklaring voor recht dat klacht 1 gegrond is en Samen Veilig ook op grond van dit (onrechtmatig) handelen aansprakelijk is, en voorts veroordeling van Samen Veilig tot vergoeding van de daardoor geleden schade, op te maken bij staat en veroordeling van Samen Veilig in de proceskosten.

3.2.

Samen Veilig voert verweer...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT