Uitspraak Nº C/16/470358 / KG ZA 18-714. Rechtbank Midden-Nederland, 2019-01-30

ECLIECLI:NL:RBMNE:2019:312
Docket NumberC/16/470358 / KG ZA 18-714
Date30 Enero 2019
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht

handelskamer

locatie Utrecht

zaaknummer / rolnummer: C/16/470358 / KG ZA 18-714

Vonnis in kort geding van 30 januari 2019

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

HET PUBLIEKE DOMEIN BV,

gevestigd te Zeist,

eiseres,

advocaat mr. J.H.C.A. Muller te 's-Gravenhage,

tegen

de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE UTRECHT,

zetelend te Utrecht,

gedaagde,

advocaat mr. W.J.W. Engelhart en mr. A.C.M. Kusters te Utrecht.

Partijen zullen hierna Het Publieke Domein en Gemeente Utrecht genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding met producties (11),

  • -

    de mondelinge behandeling op 15 januari 2019,

  • -

    de pleitnota van Het Publieke Domein,

  • -

    de pleitnota van Gemeente Utrecht.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

Op 13 augustus 2018 heeft Gemeente Utrecht de Europese openbare aanbesteding “Overname arbeidsmobiliteitscontracten” (kenmerk 1100124930) aangekondigd voor de inkoop van arbeidsmobiliteitsdiensten.

2.2.

In de aankondiging staat dat Gemeente Utrecht voornemens is om aan drie inschrijvers de opdracht te gunnen en met ieder van hen een raamovereenkomst af te sluiten met betrekking tot de overname van arbeidsmobiliteitscontracten. Gemeente Utrecht gunt de opdracht aan de inschrijvers met de laagste prijs.

2.3.

In de inschrijvingsleidraad van 13 augustus 2018 wordt de volgende achtergrondinformatie bij de opdracht gegeven:

“De gemeente biedt medewerkers de mogelijkheid om gebruik te maken van de dienstverlening waarbij hun dienstverband wordt overgenomen door een externe partij. Het doel van de overname van het dienstverband (contractovername) is om mogelijkheden te creëren, waardoor de medewerker van de gemeente door begeleiding en bemiddeling kan uitstromen naar een nieuwe functie op de arbeidsmarkt (duurzame arbeid, zijnde een indiensttreding van minimaal 6 maanden) buiten de gemeentelijke organisatie. Als er binnen de gestelde contractovernametermijn geen succesvolle afronding is, treedt de medewerker niet terug in dienst bij de gemeente. De gemeente beschouwt een afronding als succesvol op het moment dat een nieuw dienstverband wordt aangegaan met een minimale looptijd van twaalf maanden. Het gaat in deze opdracht om de uitvoering van de overname van arbeidsmobiliteitscontracten met ABP-pensioenopbouw en/of van arbeidsmobiliteitscontracten zonder ABP-pensioenopbouw.

De doelgroep bestaat uit medewerkers die geen perspectief meer hebben op behoud van hun dienstverband, dan wel geen verder loopbaanperspectief. Het kan gaan om verschillende functies binnen de gemeente. Medewerkers met een vaste en met een tijdelijke aanstelling komen in aanmerking voor de dienstverlening. De scholingsgraad, leeftijd en werkervaring van de doelgroep is zeer divers. De betreffende medewerkers hebben aangegeven hierin geïnteresseerd te zijn en hebben zich juridisch laten bijstaan om dit besluit te toetsen.

Het aangaan van een mobiliteitsdienstverband is een bijzondere overeenkomst tussen werkgever, medewerker en de opdrachtnemer. Of een mobiliteitsdienstverband wordt aangegaan, is altijd afhankelijk van de specifieke situatie waarvoor een oplossing wordt gezocht en de bereidheid van de medewerker om de overstap vrijwillig naar de opdrachtnemer te maken. De duur van het mobiliteitsverband is een uitkomst van de onderhandelingen over de beëindiging van het dienstverband tussen de gemeente en de medewerker. De omvang van de opdracht kan daarom niet van tevoren worden vastgesteld. Aan wie van de opdrachtnemers een specifiek mobiliteitsdienstverband wordt gegund, is afhankelijk van de keuze van de medewerker. Aan de beschreven aantallen in de aanbestedingsdocumenten kunnen daarom geen rechten worden ontleend.

Als de medewerker instemt met het mobiliteitsverband en beëindiging van het dienstverband bij de gemeente, zal de gemeente de aanvraag voor contractovername en begeleiding doen bij de geselecteerde bureaus (zie bijlage ‘Document concept-nadere overeenkomst’) Vanuit het bureau wordt contact opgenomen met de medewerker. De medewerker voert een intakegesprek met alle drie de geselecteerde bureaus en maakt op basis van de gevoerde gesprekken een keuze. Onderwerpen die hier aan bod komen zijn de voorgestelde aanpak, de beschikbare instrumenten en faciliteiten, de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden. Op verzoek van de medewerker, het bureau of de gemeente kan een vervolggesprek worden ingepland.

De aanpak voorziet in een begeleide, intensieve persoonlijke analyse. De gemeente zoekt voor deze opdracht gekwalificeerd personeel en verwacht dat opdrachtnemer maatwerk biedt in de begeleiding van de individuele medewerker.

(…)”

2.4.

Volgens het programma van eisen werden aanvankelijk onder meer de volgende eisen aan de opdracht gesteld:

Eis 25 De overnamekandidaat verricht werk dat volgens het UWV valt onder de definitie van werk om in aanmerking te komen voor een uitkering, indien het vinden van een nieuwe functie binnen de overeengekomen arbeidscontractduur niet lukt.

Eis 26 Op het moment dat UWV een uitkering toekent, wordt de gemeente vrijgesteld van alle WW-lasten voor de overgenomen medewerker.

2.5.

Uit de Nota van Inlichtingen blijkt dat de procedure op 10 september 2018 ‘on hold’ is gezet, voor een periode van ongeveer vier weken. In de Nota van Inlichtingen staat onder meer het volgende:

Nr:

1. Vraag

Wordt de Nota van Inlichtingen conform de planning woensdag 12 september a.s. gepubliceerd?

Antwoord

Nee, aanbestedende dienst heeft in de aanbestedingsstukken onjuistheden geconstateerd doordat tijdens de Nota van Inlichtingen-fase enkele vragen zijn gesteld m.b.t. inhoudelijke eisen en de gunningsprocedure en intern onderzoek hiernaar.

De aanbestedende dienst heeft daarom besloten om de lopende aanbesteding tijdelijk “on hold” te zetten voor een periode van ca. vier weken.

Gedurende deze termijn zullen in ieder geval de onjuistheden worden hersteld en zal worden gekeken welke gevolgen dit heeft voor de inhoud van de opdracht zoals deze nu is geformuleerd.

Mocht na deze termijn blijken dat het herstel zodanig wijzigingen tot gevolg heeft dat de opdracht wezenlijk wijzigt, dan zal de lopende aanbesteding weer worden voorgezet.

(…)

Betreft Eisen aan de opdracht, eis 25

43. Vraag

Het is inschrijver onduidelijk hoe zij deze eis dient te lezen. Stel dat een medewerker niet wordt geplaatst binnen de looptijd van 6 tot 8 maanden. Nu hij in die periode geen werkzaamheden heeft verricht, voldoet inschrijver dan wel aan de eisen van het UWV om voor deze persoon een WW uitkering aan te vragen?

Antwoord

Dit moet de inschrijver zelf bepalen. Wij willen dat de medewerker na een niet succesvol traject wel recht heeft op WW. De looptijd is aangepast van 6-18 maanden.

(…)

46. Vraag

‘Aan wie van de opdrachtnemers een specifiek mobiliteitsdienstverband wordt gegund, is afhankelijk van de keuze van de medewerker’. Hoe wordt de medewerker gefaciliteerd in deze keuze?

Antwoord

Medewerker mag kennis maken met alle gegunde partijen door middel van een klick-gesprek.

(…)

66. Vraag

Bij Eis 25 vraagt u om een aanpak, u kent daar geen waarde aan toe in de beoordeling van de inschrijving: prijs gaat voor kwaliteit: wij geven u ter overweging om wél waarde toe kennen aan de kwaliteit van dienstverlening.

Antwoord

Het is een bewust keus om de kwaliteit in de eisen op te nemen.

(…)

Betreft Eis 25, pagina 5

69. Vraag

Bent u zich bewust van het feit dat, als het werkgeverschap door het bureau onvoldoende invulling krijgt, de werknemer in kwestie aansluitend niet voor een WW uitkering in aanmerking komt? Doordat u de beoordeling voor 100% laat afhangen van de laagste prijs, loopt uw ex werknemer dit risico. In het belang van uw ex werknemer adviseren wij u in de beoordeling ruimte te maken voor onderscheid op basis van kwaliteit (aanpak).

Antwoord

Wij eisen van de inlenende partij dat zij (zich als goed werkgever) aan alle verplichtingen voldoet die het UWV stelt aan een goed werkgever. Dit om een werknemer bij een niet succesvol traject recht te laten hebben op een aansluitende WW uitkering.

(…)”

2.6.

Op 25 oktober 2018 is medegedeeld dat de aanbesteding zal worden voortgezet. Inschrijvers is verzocht om hun inschrijving op 6 november 2018 in te dienen.

2.7.

In de brief van 31 oktober 2018 heeft Het Publieke Domein Gemeente Utrecht verzocht om de inschrijftermijn met vier weken uit te stellen. Het Publieke Domein schrijft het volgende:

“(…)

De gemeente heeft niet willen instemmen met een tweede Nota van Inlichtingenfase (dat moet althans uit het antwoord op vraag 38 NvI worden afgeleid), ondanks het feit dat in de eerste fase principiële bezwaren tegen de aanbestedingsprocedure naar voren zijn gebracht op basis waarvan een intern onderzoek heeft plaatsgevonden. Er is door de gemeente in het kader van de NvI slechts op een enkel onderdeel wijziging aangebracht in de gestelde eisen. Het gunningscriterium laagste prijs is niet aangepast. Daarnaast is door de gemeente in de Nota van Inlichtingen niet inhoudelijk gereageerd op een aantal wezenlijke vragen van (potentiële) inschrijvers. Zo is in het antwoord op vraag 66 niet toegelicht waarom inschrijvers zich in de aanbestedingsprocedure niet op de kwaliteitsaspecten van het mobiliteitstraject kunnen onderscheiden, terwijl deze aspecten van cruciaal belang zijn voor het welslagen van het aangeboden traject en de met de aanbesteding te behalen doelstellingen.

(…)

Evenmin is de gemeente in de Nota van Inlichtingen ingegaan op de kritische vragen over eis 25 (vraag 43 en 69). Uit de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (zie bijv. uitspraak van 15 april 2011,...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT