Uitspraak Nº C/16/469489 / JL RK 18-667. Rechtbank Midden-Nederland, 2019-01-31
ECLI | ECLI:NL:RBMNE:2019:360 |
Date | 31 Enero 2019 |
Docket Number | C/16/469489 / JL RK 18-667 |
Court | Rechtbank Midden-Nederland (Neederland) |
beschikking
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLANDAfdeling Familierecht
Zittingsplaats: Almere
zaakgegevens : C/16/469489 / JL RK 18-667
datum uitspraak: 31 januari 2019
wonende op een geheim adres,
betreffende
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
wonende te [woonplaats] ,
Samen Veilig Midden-Nederland, hierna te noemen de gecertificeerde instelling (GI),
wonende te [vestigingsplaats] .
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de moeder van 24 oktober 2018, ingekomen bij de griffie op 29 oktober 2018;
- de brief van de GI met bijlagen van 5 december 2018, ingekomen bij de griffie op 10 december 2018.
Op 20 december 2018 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Het verzoek van moeder tot vervallen verklaren van een schriftelijke aanwijzing is gelijktijdig behandeld ter zitting met het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van de GI.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door mr. J.I. Dirkx,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de GI, mevrouw [A] .
Het ouderlijk gezag over [voornaam van minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam van minderjarige] woont sinds oktober 2016 bij de vader. Bij beschikking van deze rechtbank van 26 maart 2018, bekrachtigd bij de beschikking van 20 september 2018 van het hof Arnhem-Leeuwarden is de hoofdverblijfplaats van [voornaam van minderjarige] bij de vader vastgesteld.
Bij convenant van 3 november 2007 hebben partijen afspraken gemaakt over een zorgregeling met de vader.
Bij voormelde beschikking van 26 maart 2018 van deze rechtbank, is het verzoek van de moeder om de overeengekomen zorgregeling te wijzigen naar een regeling waarbij zij een weekend per veertien dagen en de helft van de vakanties en feestdagen contact heeft met [voornaam van minderjarige] afgewezen. Zowel de rechtbank als het hof hebben daarbij overwogen dat de jeugdhulpverlener de meest gerede partij is om in het belang van de minderjarige wijziging aan te brengen in het contact tussen de moeder en de minderjarige.
De moeder heeft eens per vier weken...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT