Uitspraak Nº C/16/470064 / HA RK 18-317. Rechtbank Midden-Nederland, 2019-01-30

ECLIECLI:NL:RBMNE:2019:334
Docket NumberC/16/470064 / HA RK 18-317
Date30 Enero 2019
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht

handelskamer

locatie Utrecht

zaaknummer / rekestnummer: C/16/470064 / HA RK 18-317

Beschikking ex artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van 30 januari 2019

in de zaak van

[verzoeker] ,

wonend in [woonplaats] ,

verzoeker,

advocaat mr. H. Uzumcu in Den Haag,

tegen

de naamloze vennootschap

ASR SCHADEVERZEKERING N.V.,

gevestigd in Utrecht,

verweerster,

advocaat mr. M.M. Klunder in Ermelo.

Partijen zullen hierna [verzoeker] respectievelijk ASR worden genoemd.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het verzoekschrift met 16 producties, ter griffie ingekomen op 19 oktober 2018;

  • -

    het verweerschrift met 7 producties, ter griffie ingekomen op 22 november 2018;

  • -

    de bij brief van 30 november 2018 toegezonden producties van [verzoeker] ;

  • -

    de bij brief van 5 december 2018 toegezonden productie van [verzoeker] ;

  • -

    de mondelinge behandeling op 6 december 2018, waarvan door de griffier aantekening is gehouden.

1.2.

Na de mondelinge behandeling is de procedure aangehouden tot en met 14 december 2018 voor schikkingsoverleg tussen partijen. Bij fax van 17 december 2018 hebben partijen de rechtbank bericht dat geen overeenstemming is bereikt. Hierna is uitspraak bepaald.

2 Feiten
2.1.

[verzoeker] , geboren op [geboortedatum] 1952, is op 23 februari 2011 tijdens zijn werkzaamheden bij [bedrijfsnaam] bv (hierna te noemen: [bedrijfsnaam] ) een bedrijfsongeval overkomen. Terwijl hij bezig was met/assisteerde bij het beladen van een vrachtwagen met grote pakketten staal/ijzer is een van de pakketten van de vrachtwagen geschoven en op hem gevallen. Als gevolg daarvan raakte [verzoeker] bekneld.

2.2.

Met medewerking van de brandweer is [verzoeker] uit zijn positie gehaald en naar het ziekenhuis gebracht. Daar is hij de volgende dag geopereerd aan diverse schedelbreuken en later aan zijn rechter onderbeen. Daarna heeft [verzoeker] lange tijd gerevalideerd, onder meer in een revalidatiecentrum. [verzoeker] is nadien volledig arbeidsongeschikt verklaard.

2.3.

Vanaf 2007 werkte [verzoeker] voor [bedrijfsnaam] , eerst via een uitzendbureau en vanaf 1 november 2007 als ZZP-er. Zijn nettowinst (voor belasting) bedroeg in 2008 € 26.978,--, in 2009 € 24.701,-- en in 2010 € 23.996,--.

2.4.

ASR is de aansprakelijkheidsverzekeraar van [bedrijfsnaam] . Zij heeft op 20 juni 2011 de aansprakelijkheid van [bedrijfsnaam] voor het ontstaan van het ongeval volledig erkend. [bedrijfsnaam] is per 1 november 2014 opgehouden te bestaan.

2.5.

ASR heeft [verzoeker] een bedrag van € 15.000,-- netto per jaar geboden/betaald ter zake van verlies aan verdienvermogen over de periode van het ongeval tot zijn 66e levensjaar (pensioendatum), zijnde € 120.000,-- in totaal, € 25.000,-- aan smartengeld en € 7.500,-- aan ‘herstel aan het gebit’ en € 7.500,-- aan ‘overige kosten’.

2.6.

Ook in 2015 heeft [verzoeker] een beslissing van deze rechtbank in deelgeschil verzocht. De rechtbank heeft bij beschikking van 9 december 2015 beslist (zaaknummer 403453 HARK 15-258).

3 Het deelgeschil
3.1.

[verzoeker] verzoekt de rechtbank - kort weergegeven - bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:

  1. te bepalen dat het verlies aan verdienvermogen aan zijn zijde vanaf het moment van het ongeval tot 2015 een bedrag van € 20.800,-- per jaar beloopt, en vanaf 2015 tot de dag van pensionering € 42.000,-- per jaar;

  2. te bepalen dat als redelijke en billijke smartengeldvergoeding, voor alle door [verzoeker] geleden en nog te lijden schade, een bedrag van € 100.000,-- zal gelden, dan wel een ander bedrag of berekeningsmethode;

  3. te bepalen dat als vergoeding voor de schade aan het gebit en de kaak een bedrag van € 15.970,28 redelijk en billijk is, dan wel een ander bedrag of berekeningsmethode;

  4. ASR te veroordelen aan [verzoeker] aan buitengerechtelijke kosten te betalen de vergoeding conform de staffel behorende bij Tabel BGK-PIV 2016/2018 over het verschil als nader door [verzoeker] te ontvangen bedrag, subsidiair een bedrag behorende bij verrichte werkzaamheden van 18 uren tegen en uurtarief van € 240,-- exclusief 21% BTW en 6% kantooropslag;

  5. de vergoeding voor deze procedure te bepalen conform het onder D verzochte met een nadere vergoeding van 6 uren.

3.2.

Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag dat de door ASR geboden bedragen van

€ 15.000,-- netto per jaar aan verlies aan verdienvermogen van de ongevalsdatum tot zijn pensionering en € 25.000,-- aan smartengeld te laag zijn. Daarnaast moet de schade aan zijn gebit en kaak worden vergoed conform de in 2011 gemaakte begroting.

3.3.

ASR voert gemotiveerd verweer met als...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT