Uitspraak Nº C/16/398119 / KG ZA 15-599. Rechtbank Midden-Nederland, 2015-11-11

ECLIECLI:NL:RBMNE:2015:7966
Docket NumberC/16/398119 / KG ZA 15-599
Date11 Noviembre 2015
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht

handelskamer

locatie Utrecht

zaaknummer / rolnummer: C/16/398119 / KG ZA 15-599

Vonnis in kort geding van 11 november 2015

in de zaak van

1. de vereniging

WINKELIERSVERENIGING WINKELCENTRUM VLEUTERWEIDE LEIDSCHE RIJN,

gevestigd te Vleuterweide, gemeente Utrecht,

2. de vereniging

MEERNSE WINKELIERS VERENIGING,

gevestigd te De Meern, gemeente Utrecht,

3. de vereniging

VLEUTENSE WINKELIERS ONDERNEMERS VERENIGING,

gevestigd te Vleuten, gemeente Utrecht,

4. de vereniging

ONDERNEMERSVERENIGING ‘DE VELDHOF’,

gevestigd te Utrecht,

5. de vereniging

WINKELIERSVERENIGING WINKELCENTRUM TERWIJDE,

gevestigd te Utrecht,

alsmede INDIVIDUELE ONDERNEMERS

Vleuterweide:

6. mevrouw [eiseres sub 6] tevens handelend onder de naam [naam],

gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente Utrecht,

7. [eiseres sub 7],

gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente Utrecht,

8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiseres sub 8] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente Utrecht,

9. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiseres sub 9] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente Utrecht,

10. de vennootschap onder firma

[eiseres sub 10] V.O.F.,

gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente De Bilt,

11. de vennootschap onder firma

[eiseres sub 11] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

12. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiseres sub 12] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente Lingewaard,

De Meern:

13. de vennootschap onder firma

[eiseres sub 13] V.O.F., ter zitting als procespartij onttrokken (zie 4.1. van dit vonnis),

gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente Utrecht,

14. de vennootschap onder firma

[eiseres sub 14] V.O.F.,

gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente Utrecht,

15. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiseres sub 15] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente Utrecht,

Terwijde:

16. de vennootschap onder firma

[eiseres sub 16] V.O.F.,

gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente Utrecht,

17. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiseres sub 17] B.V., handelend onder de naam BAKKER [naam],

gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente Utrecht,

18. de vennootschap onder firma

[eiseres sub 18] V.O.F.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

19. [eiseres sub 19],

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

Veldhof:

20. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiseres sub 20] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

21. [eiseres sub 21] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente Utrecht,

22. de vennootschap onder firma

[eiseres sub 22] V.O.F., handelend onder de naam

[naam] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

ter zitting tevens als procespartij verschenen (zie 4.1. van dit vonnis):

23 [eiseres sub 23] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente Utrecht, (met inschrijving onder nummer [nummer] in het handelsregister) ,

24. [eiseres sub 24],

gevestigd te [vestigingsplaats] , gemeente Utrecht, (met inschrijving onder nummer [nummer] in het handelsregister),

eiseressen,

advocaten mr. drs. H. Doornhof en mr. A.H.J. Hofman,

tegen

de publiekrechtelijke rechtspersoon

GEMEENTE UTRECHT,

zetelend te Utrecht,

gedaagde,

advocaat mr. D.R. Buter,

in welke zaak zijn tussengekomen:

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

LEIDSCHE RIJN CENTRUMPLAN B.V.,

gevestigd te Utrecht,

2. de naamloze vennootschap

ASR VASTGOED ONTWIKKELING N.V.,

gevestigd te Utrecht,

tussenkomende partij,

advocaten prof. mr. J.M. Hebly en mr. G. ’t Hart.

Partijen zullen hierna de winkeliers, de gemeente en de ontwikkelaars genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding met producties (1 t/m 41),

  • -

    de brief van 21 oktober 2015 van de gemeente met producties (1 t/m 4),

  • -

    de brief van 22 oktober 2015 van de winkeliers met nagekomen producties (42 t/m 47, en aanvulling van productie 28),

  • -

    het faxbericht van 27 oktober 2015 van de gemeente met nagekomen productie (5),

  • -

    de incidentele conclusie tot tussenkomst, subsidiair voeging van de ontwikkelaars van 28 oktober 2015, aangekondigd bij brief van 22 oktober 2015,

  • -

    de mondelinge behandeling van 28 oktober 2015,

  • -

    de pleitnota van de winkeliers,

  • -

    de pleitnota van de gemeente,

  • -

    de pleitnota van de ontwikkelaars.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

De Utrechtse wijk Leidsche Rijn is een uitbreidingslocatie in de stad Utrecht. In 2003 is de planvorming voor een winkelcentrum in Leidsche Rijn Centrum gestart. De invulling is vastgelegd en uitgewerkt in het gemeentelijk detailhandelsbeleid. In dat kader heeft de gemeente in 2004 de Visie Leidsche Rijn Centrum “Het Levende Centrum” bestuurlijk vastgesteld. Deze visie is in januari 2006 opgevolgd door het Masterplan Leidsche Rijn Centrum en nader uitgewerkt in het Stedenbouwkundig Plan Leidsche Rijn Centrum van 19 mei 2009.

2.2.

Uitgangspunt in de planvorming was dat het winkelcentrum werd opgedeeld in een centrumdeel, Leidsche Rijn Centrum (hierna: LRC), en een zuidelijk deel, Leidsche Rijn Centrum Zuid (hierna: LRC Zuid). In LRC zou een cluster voor recreatief winkelen worden ontwikkeld en in LRC Zuid een cluster voor de dagelijkse boodschappen. In LRC zouden geen supermarkten worden voorzien. In LRC Zuid zouden twee supermarkten (een full-service supermarkt en een discounter) worden ontwikkeld voor de dagelijkse boodschappen.

2.3.

In lijn met het vastgestelde detailhandelsbeleid zijn de planologische kaders voor de verschillende wijken binnen Leidsche Rijn vastgelegd. Voor LRC en LRC Zuid is een bestemmingsplan van kracht genaamd Leidsche Rijn Centrum Kern en Zuid. Dit bestemmingsplan is op 20 maart 2013 onherroepelijk geworden. Hierin is onder meer het volgende vermeld:

‘Leidsche Rijn Centrum Kern is de plaats van het nieuwe kernwinkelgebied. Zoals geformuleerd in het Stedenbouwkundig Plan Leidsche Rijn Centrum Kern (januari 2010) is het uitgangspunt voor het kernwinkelgebied een aangenaam verblijfsklimaat met een rijke keuze aan winkels voor bezoekers vanuit Leidsche Rijn, de Utrechtse regio en daarbuiten. Door een gevarieerd en afwisselende vormgeving en uitstraling wordt een duurzaam en levend centrum gecreëerd. Diversiteit en kwaliteit zorgen voor onderscheid, waardoor een eigen plek in de detailhandelsstructuur van de Utrechtse regio wordt verworven. Zoals reeds vastgesteld in de Visie en het Masterplan, wordt in Leidsche Rijn Centrum geen overdekt winkelcentrum gerealiseerd.

(…)

Het totale winkelprogramma voor Leidsche Rijn Centrum omvat 47.000 m2 bvo.

(…)

Het bestemmingsplan legt geen branches of segmenten vast, maar het uitgangspunt is een winkelcentrum met diverse winkelpanden, waarbij uiteraard ruimte is voor enkele grote winkelpanden voor de trekkers op strategische punten.

Het detailhandelprogramma in Leidsche Rijn Centrum wordt onderverdeeld in de volgende vier clusters:

Het Kern winkelgebied

Het kernwinkelgebied biedt een attractief winkelmilieu, veelal met aan twee zijden winkels, met zowel ruimte voor kleine winkels als units voor grootschalige vestigingen op strategische locaties zodat publiekstrekkers daar onderdak kunnen krijgen. Gestreefd wordt naar onderscheidend aanbod: speciaalzaken, buitenlandse & exclusieve formules en grootschalige aanbieders. Een winkelcircuit vormt de basis voor deze winkelvoorzieningen. (…)

Cluster dagelijkse voorzieningen

In Leidsche Rijn Centrum Zuid komt een buurtwinkelcentrum (ongeveer 6.250 m2 bvo). Dit centrum is bedoeld voor de dagelijkse boodschappen voor de bewoners van Leidsche Rijn Centrum en de omliggende woongebieden. Het is daarmee complementair aan het grote kernwinkelgebied. Dit winkelcentrum zal bestaan uit twee supermarkten aan de uiteinden met daartussen ruimte voor onder andere speciaalzaken. (…)’

2.4.

Op 28 oktober 2014 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente aan de Commissie Stad & Ruimte een brief gestuurd over de stand van zaken over de ontwikkeling van het winkelgebied Leidsche Rijn Centrum. In die brief schrijft het college onder meer dat de ontwikkelingen in het winkellandschap, waaronder de opkomst van het online winkelen en de trend dat consumenten hun vrije tijd steeds meer aan andere activiteiten dan winkelen besteden, ertoe hebben geleid dat de mogelijkheden worden onderzocht om het voorziene metrage aan winkeloppervlakte in LRC terug te brengen naar 32.000/32.500 m2 bedrijfsvloeroppervlakte (bvo).

2.5.

In de daarop volgende raadsvergadering van 27 november 2014 is de inhoud van voormelde brief aan de orde geweest. In het verslag van de vergadering is onder meer het volgende opgenomen:

De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt of de functies die voor het Food Court bedoeld waren, in het kernwinkelgebied zouden kunnen worden ondergebracht.

Wethouder Geldof antwoordt dat dit formeel niet kan, gezien de aanbestedingsvoorwaarden voor het kernwinkelgebied. Sommige partijen zijn afgevallen omdat zij niet aan die voorwaarden konden voldoen. Het zou tot problemen leiden als de gemeente de eisen nu zou veranderen. De heer Bos zei dat de partijen die afgevallen zijn voor het kernwinkelgebied, afgezien hebben van hun rechten. Dat staat echter niet in de brief waarop de heer Bos doelt. De wethouder brengt dat nog even onder de aandacht, omdat aanpassingen aan de eisen enorme juridische consequenties zouden kunnen hebben.

De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) denkt dat het wel de insteek van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT